Menu

Basis

Pastoraat bij levensmoeheid

Mevrouw S. is onlangs 95 jaar geworden. Ze komt al bijna een jaar niet meer uit bed. Als ik haar opzoek en begroet, groet ze mij terug met een knikje en een frons. ‘Is het nog niet voorbij?’ vraagt ze. Ik schud mijn hoofd. Mevrouw S. zucht en sluit haar ogen.

Mevrouw S. is levensmoe. Al jaren lang. Sinds ze niet meer thuis kan wonen, niet meer kan reizen, niet meer van haar tuin kan genieten en geen tv meer kan kijken, hoeft het voor haar niet meer. ‘Van mij mag het afgelopen zijn’ – ik heb het haar vele malen horen zeggen.

Moe zijn van het leven, klaar zijn met het leven. Het is een gevoel dat veel mensen in hun (hoge) ouderdom kennen. Toch komt het ook wel voor bij jongere mensen, met name wanneer zij een periode doormaken van ernstig lijden. Het leven heeft naar iemands gevoel niets meer te bieden. Nog meer leven erbij lijkt bijna niet meer mogelijk te zijn. Vaak gaat levensmoeheid dan ook samen op met de wens om binnen afzienbare tijd te sterven.

Hoe ontstaat levensmoeheid?

Levensmoeheid kan ontstaan als de ervaring van zinloosheid in iemands leven de boventoon gaat voeren. Dat wat het leven zin gaf, is of lijkt verdwenen te zijn. Mensen voelen zich bijvoorbeeld niet meer van nut voor hun omgeving (‘ik kan niets meer doen’, ‘ik kan niets meer bijdragen’), soms ervaren zij zichzelf als last voor andere mensen (‘ze moeten alles voor me doen’, ‘ik kost alleen maar geld’) of voelt het als oneerlijk dat zij op hoge leeftijd nog leven, en jongeren komen te overlijden (‘waarom moest hij zo jong sterven? was ik maar in zijn plaats gegaan!’). Ook uitputting kan ten grondslag liggen aan levensmoeheid: wanneer mensen aan het eind van hun krachten zijn gekomen, bijvoorbeeld door ziekte, kunnen zij ervaren ‘zo gaat het niet meer en zo hoeft het ook niet meer’. Tot slot kunnen ook eenzaamheid, verveling en het leven tussen andere mensen met wie niet echt verbondenheid wordt ervaren, oorzaken zijn van levensmoeheid.

Hoe herken je levensmoeheid?

Ieder mens gaat anders om met een gevoel van levensmoeheid. Niet iedereen lijdt er ook hevig onder. Sommige mensen kunnen erin berusten dat hun leven ten einde loopt en dat het goed is zo, en wachten geduldig op de dood. Anderen worden somber, cynisch, chagrijnig of boos. Reacties op levensmoeheid hangen sterk samen met iemands karakter en persoonlijke geschiedenis.

Vanwege deze verschillende reacties is het niet altijd makkelijk om levensmoeheid te herkennen. Soms wordt het ook verward met aandoeningen als depressie of dementie. Waar je in ieder geval op kunt letten is karakterverandering (of – versterking), maar zeker ook op wat iemand met je deelt. Wanneer iemand levensmoe is, kan dat direct of indirect aan de orde komen in een ontmoeting. Bij ‘indirect’ kun je bijvoorbeeld denken aan toespelingen die iemand maakt in een gesprek, de non-verbale houding of het verlies aan belangstelling voor dingen die iemand vroeger wel deed.

Welke rol spelen geloof en levensbeschouwing?

Spreken over levensmoeheid is voor een gelovige vaak niet eenvoudig. Er kunnen gevoelens van schaamte spelen: mag je als gelovig mens wel moe van het leven zijn? Is dat geen verachting van het leven dat God ons geeft? Ben ik ondankbaar als ik verlang naar het levenseinde? Als ik dit vertel, denken mensen dan misschien dat ik euthanasie wil? Of: ik zou eigenlijk wel om euthanasie willen vragen, maar wat gebeurt er als ik dat vertel?
Verlegenheid met deze vragen kan leiden tot (nog grotere) eenzaamheid: bij wie kun je je verhaal kwijt?

Levensmoeheid is geen onbekend onderwerp in de Bijbel. Op verschillende plekken in de Schrift is sprake van mensen die klaar zijn met leven, die zich (soms letterlijk) neergelegd hebben bij het feit dat het genoeg is zo. Denk bijvoorbeeld aan de profeet Elia, die zegt ‘Het is genoeg geweest, HEER. Neem mijn leven […]’ (1 Koningen 19:4). Het is daarom niet vreemd of verkeerd om te zeggen dat je levensmoe bent, dat je de wens hebt dat het einde zal komen.

Toch reikt de Bijbel ook perspectieven aan, en kunnen mensen die levensmoe zijn daardoor geïnspireerd worden, kracht ontvangen om het vol te houden. Elia bijvoorbeeld heeft nog een taak te vervullen voor hij zal sterven. En ook hoort hij dat hij niet alleen is – er zijn nog 7000 medegelovigen. Mogelijk mag hij nog iets voor anderen betekenen.

Dit voorbeeld en andere voorbeelden moeten niet ingezet worden als pastorale stoplap, maar kunnen een bemoediging zijn: het is niet vreemd levensmoe te zijn, het mag bij God ge-uit worden. De Schrift reikt echter ook wegen aan om het in deze situatie vol te kunnen houden. Soms kunnen ook liederen of gedichten ondersteunend en troostend zijn.

Het pastorale contact is ook een symbool voor de aanwezigheid van God in ons leven. We zijn als mensen niet alleen, en hoeven het ook niet alleen te doen. Het meest belangrijk in de ontmoeting is dan ook dat je als pastoraal bezoeker mag laten zien en merken dat iemand er in zijn of haar vragen en worstelingen niet alleen voor staat – ook wanneer opvattingen over wat kan en mag, uiteenlopen.

Do’s en don’ts

Do’s:

  • Neem iemand die duidelijk maakt levensmoe te zijn, altijd serieus. Luister naar zijn of haar verhaal.
  • Wanneer iemand aangeeft klaar te zijn met leven, betekent dat niet noodzakelijk dat iemand ook echt wil sterven. Soms zitten er andere vragen en gevoelens achter deze uiting verstopt. Probeer dat op een goede manier te onderzoeken.
  • Heb voor jezelf duidelijk hoe je staat tegenover de vraag naar het voeren van regie over het eigen leven/sterven. Denk aan onderwerpen als: stoppen met behandelen bij zeer ernstige ziekte, maar ook aan euthanasie en hulp bij zelfdoding. Hoe denk je er zelf als gelovige over? Vanuit welke pastorale houding kun je deze vragen benaderen?
  • Als je het met een bepaalde keuze van een levensmoede pastorant niet eens bent, sluit dat nabijheid niet bij voorbaat uit.
  • Mogelijk kun je samen nadenken over een zinvolle invulling van het bestaan, bijvoorbeeld het vergroten van het sociale netwerk of dagbesteding.

Don’ts:

  • Als iemand vertelt levensmoe te zijn, waak dan voor afleidingsmanoeuvres of het te gemakkelijk geven van ‘oplossingen’.
  • Kom niet te snel aan met je eigen opvattingen over levensmoeheid of het levenseinde. Geef iemands verhaal de ruimte. Probeer samen met de pastorant te ontdekken waar misschien aangehaakt kan worden bij woorden van troost, hoop of bemoediging.

Meer weten en deskundigen

Literatuur:

  • M. van den Berg, Een andere dag tegemoet – als het levenseinde nadert, Ten Have, Kampen, 2009, ISBN: 9789079001309
  • T. van der Roest, Loslaten, Ark Media, Amsterdam, 2009, ISBN: 9789033818875

Download de Pastorale handreiking van de Protestantse Kerk in Nederland: Pastoraat bij Levensmoeheid (pdf)

En verder op het web:

Expertisenetwerk Levensvragen bij ouderen  – ondersteuning bij het omgaan met levensvragen van ouderen in zorg en welzijn (trainingen, workshops, regionale uitwisseling).

zorgethiek.nu van de Vakgroep zorgethiek van de Universiteit van Humanistiek. Dossiers, interviews, radio- en tv-fragmenten over zorgethische onderwerpen (onder andere over ouderenzorg, levenseinde, levensmoeheid)

Annemarie Roding-Schilt is predikant-geestelijk verzorger bij Careyn.

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken