Menu

Basis

Pastoraat en transgender

Het begrip transgender verwijst naar personen die ervaren dat hun biologische geslacht niet overeenstemt met hun ervaren geslacht. Men zegt dat ze ‘genderdysforie’ hebben. Het voelt als ‘geboren zijn in het verkeerde lichaam’. Je voelt je ‘man in een vrouwenlichaam’ (transman) of ‘vrouw in een mannenlichaam’ (transvrouw). Om het nog ingewikkelder te maken: er zijn ook mensen die zich geen man én geen vrouw voelen (a-gender), of bij wie het gevoel fluctueert (genderfluïde), of die zich niet kunnen / willen conformeren aan de binaire indeling van mensen in mannen en vrouwen (genderqueer).

Ongeveer een half procent van de Nederlandse heeft in meerdere of mindere mate te maken met genderdysforie. Het komt voor in alle lagen van de bevolking, zowel bij mannen als bij vrouwen.

Voor alle duidelijkheid: er zijn ook mensen die men ‘intersekse’ noemt. Dat zijn mensen met een aangeboren lichamelijke conditie waarbij het lichaam niet eenduidig als vrouwelijk of mannelijk te benoemen is. Het kan ook met de hormonen of de chromosomen te maken hebben. Intersekse heeft te maken met het lichaam, terwijl transgender heeft te maken met een discrepantie tussen lichaam en geest.

Wat betekent het om transgender gevoelens te hebben?

De ervaring dat je lichaam niet overeenstemt met je diepst gevoelde identiteit is een zeer vervreemdende en verwarrende ervaring: hoewel je je vrouw voelt, kun je je niet aansluiten bij de vrouwen, want je hebt een mannenlichaam. Hoewel je je man voelt, kun je je niet aansluiten bij de mannen, want je hebt een vrouwenlichaam. Als transpersoon kun je denken dat je gek bent, of de enige op de wereld met dit probleem. Een vaak jarenlange zoektocht naar wie je bent kan daarvan het gevolg zijn. Veel transmensen hebben dan ook te maken of te maken gehad met sociaal isolement, eenzaamheid, onzekerheid, schuld, schaamte, angst, depressieve gevoelens en suïcidaliteit. De angst voor afwijzing wordt niet zelden pas in de diepste nood overwonnen, nadat alle zoekpaden in het leven zijn doodgelopen. Volgens een onderzoek van het Sociaal Cultureel Planbureau uit 2012 heeft twee derde van de transpersonen ooit aan zelfmoord gedacht, en een op de vijf transpersonen heeft ooit een zelfmoordpoging ondernomen: tien keer zo veel als onder de Nederlandse bevolking als geheel. Te vrezen valt dat onder gelovige transmensen de statistieken nog ongunstiger zijn, aangezien velen het geloof in relatie tot het transgender-zijn eerder zien als een extra probleem dan als een kracht.

Vooral voor transgender volwassenen van nu, die zijn opgegroeid in een tijd waarin over het onderwerp ‘transgender’ gezwegen werd, kan de innerlijke strijd die gevoerd werd diepe psychische sporen achterlaten, die vaak pas na het afronden van de ‘transitie’ geleidelijk, niet zelden met professionele hulp, overwonnen kunnen worden.

Voor kinderen en jongeren die zijn opgegroeid in een tijd dat er in de media veel over het onderwerp ‘transgender’ gesproken en geschreven wordt, is de kans op vroege herkenning groter, waardoor de kans groter is dat de psychische schade als gevolg van een eenzame worsteling beperkt blijft.

Transmensen en de maatschappij

In de maatschappij komen vaak starre denkbeelden voor over ‘mannelijkheid’ en ‘vrouwelijkheid’. Transpersonen confronteren de maatschappij met de realiteit van een oneindige schakering van mogelijkheden tussen man en vrouw in. Die confrontatie veroorzaakt onzekerheid en afwijzing. Mensen weten zich vaak geen houding te geven tegenover transpersonen.

Werkgevers zijn vaak bang dat transgender werknemers hun bedrijf economische schade zullen berokkenen, waarop ontslag volgt of een wijziging in de functie. Transpersonen worden bij sollicitaties vaak gediscrimineerd. Vooral oudere transvrouwen zijn hiervan het slachtoffer.
Er zijn nog steeds psychologen die denken dat genderdysforie een psychische aandoening is die door therapie te genezen valt, omdat dat ooit zo in de handboeken stond.

Op school, op straat, en op het werk worden transpersonen die tijdens of na hun transitie nog duidelijk de uiterlijke kenmerken dragen van hun verleden vaak gepest. Maar er lijkt op dit moment in de maatschappij een omslag gaande in het stereotiepe denken over mannelijkheid en vrouwelijkheid:

  • Het besluit van de NS om het publiek niet langer aan te spreken met ‘dames en heren’, maar met ‘beste reizigers’ deed veel stof opwaaien, maar is een stap die duidelijk maakt dat we moeten nadenken over ‘inclusief taalgebruik’.
  • De vraag of je het dames- of het herentoilet moet bezoeken wordt tegenwoordig vaak voorkomen door de invoering van ‘genderneutrale toiletten’. Maar praktisch kan ook zijn te onderscheiden tussen het staande en zittende gebruik van het toilet.
  • Lastig voor transpersonen is, dat op vele formulieren naar de aanspreekvorm wordt gevraagd, terwijl de geboden mogelijkheden (man/vrouw) niet meer voldoende zijn.
  • Het is niet altijd meer duidelijk of je een man of een vrouw voor je hebt. Als je aarzelt mag je gerust voorzichtig vragen naar de zelfbenoeming van de persoon tegenover je.

Behandeling van transpersonen

Onderzoek heeft uitgewezen dat therapie niet helpt om transpersonen te genezen van hun genderdysforie. In het buitenland kom je vaak nog christelijke instellingen tegen die het toch proberen. Dat wordt ‘conversietherapie’ genoemd. Het wordt ook toegepast op mensen met homo gevoelens. In Nederland zullen dergelijke instituten waarschijnlijk verboden worden.

Onderzoek wijst verder uit dat het ervaren geslacht – de genderidentiteit – deel uitmaakt van de diepst gevoelde identiteit. Behandelingen die wél werken zijn gericht op het aanvaarden en versterken van de identiteit, het ermee leren leven, het vergroten van de sociale weerbaarheid, en – als men dat wenst – het aanpassen van het lichaam aan de genderidentiteit.

Transitie

Transitie is het complexe proces van de overgang van de ene geslachtsrol naar de andere, waarbij sprake kan zijn van een of meer transities naast elkaar en door elkaar:

  • de sociale transitie: de overgang van de ene geslachtsrol naar de ander;
  • de juridische transitie: het zorgen dat je naam en sekse bij de burgerlijke stand correct wordt geregistreerd, en het zorgen dat allerlei instanties op de hoogte zijn van je nieuwe voornamen en aanspreekvorm;
  • de geestelijke / spirituele transitie die het gevolg kan zijn van nieuw hervonden levensgeluk doordat je als transpersoon meer gaat leven conform je diepste zelf;
  • de medische transitie: het proces waarin door een of meer medische ingrepen het lichaam wordt aangepast aan het wensgeslacht;
  • de psychische transitie: het proces waarin stil wordt gestaan bij de impact die genderdysforie had op het leven, en waarin gevoelens van innerlijke verscheurdheid, verlies, schaamte, eenzaamheid en depressiviteit verwerkt worden. Deze transitie, vaak doorlopend tot ver na de sociale en de medische transitie, wordt samen met de geestelijke / spirituele transitie wel gezien als het meest wezenlijke onderdeel van de transitie;
  • de transitie van de omgeving, want die moet immers leren omgaan met de nieuwe staat van zijn van iemand die je vaak al jaren kent.

Mijlpalen

De transitie kent een aantal mogelijke mijlpalen (de PKN is met een aanvulling op het dienstboek gekomen om in liturgie en pastoraat bij deze mijlpalen stil te staan):

  • De coming-out: het moment dat de transpersoon de omgeving vertelt over de transgendergevoelens.
  • De naamswijziging: de transpersoon neemt een andere voornaam aan en geef aan voortaan gezien te willen worden als iemand van het andere geslacht. Mogelijk laat hij of zij bij de burgerlijke stand voornaam en geslachtsregistratie wijzigen. Dit bijzondere moment kan in de geloofsgemeenschap gemarkeerd worden door een zegen te vragen over de nieuwe naam.
  • Het zogenoemde ‘groene licht’: in het behandeltraject krijgt de transpersoon van de behandelaars te horen dat in aanmerking te komen voor het medische behandeltraject. Dat kan dubbel voelen: enerzijds kan het een gevoel zijn dat je ‘levenslang’ hebt: het transgender-zijn op zich kan niet weg-behandeld worden. Er zit niets anders op dan ermee te leren leven. Anderzijds kan het voelen als erkenning en bevestiging, en als een volgende stap op de lange weg om jezelf te worden.
  • De geslachtsbevestigende operatie. Transpersonen kunnen er hevig naar verlangen om verlost te worden van de geslachtskenmerken die niet bij hen passen. Er wordt enorm naar toegeleefd. De operatie wordt dan ook vaak als bevrijdend en als een hoogtepunt ervaren in het transitieproces. Velen zien het als een wedergeboorte. Er dreigt ook het gevaar om na de operatie in een gat te vallen: de postoperatieve depressie.

Medische transitie

Omdat er vaak vragen over zijn, even iets meer over de medische transitie. Veel, maar niet alle mensen met genderdysforie streven een gehele of gedeeltelijke aanpassing van de uiterlijke, primaire en secundaire, geslachtskenmerken na, die in verreweg de meeste gevallen de genderdysforie oplost of aanzienlijk vermindert.

Deze ‘medische transitie’ begint met het intakegesprek. Dan volgt de diagnostische fase, waarin gesprekken gevoerd worden met een psycholoog om de mate van genderdysforie en de veranderingswensen vast te stellen. Na vaststelling van de diagnose ‘genderdysforie’ (het ‘groene licht’) volgt de daadwerkelijke lichamelijke aanpassing, die begint met de ‘reallifefase’. Deze is bedoeld om te proberen te leven in de gewenste genderrol. In de ‘reallifefase’ wordt ook gestart met hormoonbehandelingen die het lichaam aanzetten tot gedeeltelijke verandering in de richting van het gewenste geslacht. Indien de reallifefase bevredigend verloopt en de transpersoon nog steeds blijft bij zijn of haar lichamelijk veranderingswensen, wordt het lichaam door chirurgische ingrepen voor zover mogelijk en wenselijk aangepast aan de genderidentiteit door middel van een of meer geslachtsbevestigende operaties.

Niet in transitie gaan

Niet iedereen met transgender gevoelens gaat in transitie. Daar kunnen allerlei redenen voor zijn. Soms is de medische transitie wegens leeftijd of gezondheid geen optie. Anderen gaan niet in transitie omdat ze niet willen breken met de levenspartner of de kinderen, of durven de confrontatie met hun werkgever niet aan wegens de gevolgen voor de carrière. Weer anderen zijn bang voor de breuk met God, het geloof en de kerk wanneer ze de transitie doorzetten. Wat de reden ook is om de transitie niet door te zetten, het gaan van deze weg verdient diep respect. De weg die zich dan ontvouwt is die van het leven met een onvervuld verlangen, dat een enorm stempel op iemands leven kan drukken: verdriet, eenzaamheid, leven met een geheim kunnen dan thema’s zijn. Pastorale aandacht is dan ook geboden, voor zowel de transpersoon als diens naasten.

Transmensen en de kerk

Transmensen hebben in hun geloofsgemeenschap vaak te maken met onbegrip en afwijzing. Meestal is onbekendheid met het thema transgender de oorzaak. Gemeenteleden weten zich mogelijk geen houding te geven. De dominee heeft misschien nog nooit met een transpersoon te maken gehad. Dat is lastig voor de transpersoon die met een concrete vraag zit, en lastig voor de dominee die geen kennis heeft van het levensthema transgender. Maar met een open, luisterende houding en de bereidheid zich te verdiepen in het thema kan dan al veel bereikt worden. Niet zelden hoort daarbij dat men ook gemeentebreed het thema op de agenda zet, zich laat voorlichten en nadenkt over de impact die een en ander heeft op beleid, liturgie, pastoraat en gesprekskringen.

Er zijn ook kerkelijke gemeentes waarin men op basis van een bepaalde visie op de Bijbel het uiting geven aan transgender gevoelens afwijst of zelfs het bestaan ervan ontkent. Een deel van die kerken ondertekenden de Nashvilleverklaring. Transpersonen worden gezien als ziek en zondig, en om het uit te houden in het psychisch lijden. Het is verboden in het gewenste geslacht te gaan leven of je lichaam te laten opereren. Een dergelijke houding van de geloofsgemeenschap ontkent de nood van transpersonen en vermeerdert onnodig psychisch lijden.

De trans-inclusieve kerk

Wat kun je als kerk doen om transpersonen zich welkom te laten voelen? Dat kan door er aandacht aan te besteden in o.a. beleid, liturgie en pastoraat.

Beleid

Het eerste is, dat de gemeente openlijk aangeeft dat ze iedereen welkom heet in het midden van de geloofsgemeenschap, van welke sekse of genderidentiteit dan ook. Dat kan door opname in het plaatselijk reglement, door publicatie in het gemeenteblad, door dit te benoemen op de website, en door je aan te melden bij Wijdekerk.nl, een organisatie die een landelijke kaart bijhoudt van kerken die expliciet LHBT’s verwelkomt in haar geloofsgemeenschap. Steek ook eens af en toe de transgender vlag uit.

Liturgie

Het kan zomaar gebeuren dat in de kerk iemand aanwezig is die, zonder dat je dat weet, worstelt met transgender gevoelens. Die persoon is nog niet uit de kast. Hoe bereik je zo iemand? Allereerst door het beleid. Maar ook in de taal van de liturgie kun je laten merken dat zo iemand welkom is:

  • Maak de diensten inclusief door af en toe onbekende of in de marge levende groepen waar mensen niet vertrouwd mee zijn te benoemen in gebed of preek. Het helpt de gemeente een open houding aan te nemen en de blik te verruimen
  • Wanneer je in wisselzang zingt, deel de gemeente dan niet op in vrouwen- en mannenstemmen’, maar in hoge en lage stemmen
  • Benadruk in de liturgie dat God, die zal zijn die hij zijn zal, ook ons uitnodigt om te zijn die wij zijn; en dat het licht dat de gemeente naar buiten uitstraalt alleen wit kan zijn wanneer alle kleuren van de regenboog vertegenwoordigd zijn: niemands kleur kan gemist worden!
  • Houd af en toe een dienst die specifiek ingaat op de levensthema’s die transpersonen aanspreken. Er zijn veel geschikte Bijbelteksten. Nodig eventueel iemand uit die met dat soort diensten ervaring heeft.
  • Recent is het Dienstboek deel II uitgebreid met teksten die in de liturgie of het pastoraat gebruikt kunnen worden om stil te staan bij de levensweg van transpersonen, in het bijzonder bij naampresentatie en zegen.

Pastoraat

Wanneer een transpersoon bij de pastor aanklopt voor hulp is dat allereerst een moedige daad. Deze mens heeft zijn schaamte en de angst afgewezen te worden, overwonnen en klopt op de deur van je hart. Diep respect voor de levensmoed van zo’n mens is allereerst op zijn plaats.
De vragen van de transpersoon kunnen zeer divers zijn. Laat die vragen even rusten, en luister bij eerste kennismaking allereerst naar de levensweg van deze mens. Vragen zijn op zijn plaats naar de zelfbenoeming van deze persoon (voornaam? hij/hem? zij/haar of nog anders?), en naar de stappen die hij/zij tot dusver heeft ondernomen op de weg om zichzelf te worden. Vraag door op de mate van steun / afwijzing die iemand daarbij ondervindt, of er mensen in de omgeving zijn op wie deze transmens onvoorwaardelijk kan rekenen, en hoe het geloof van deze persoon een rol speelt in relatie tot de transgender identiteit.

Vervolgens kan ruimte gegeven worden aan de vragen die leven bij deze transpersoon. Was er een concrete aanleiding om bij de pastor aan te kloppen en zo ja, welke? Mogelijke vragen kunnen te maken hebben met het eigen geloof, de coming-out naar de gemeente, het verzoek om door een ritueel stil te staan bij mijlpalen in de transitie, enz. Gestelde vragen hebben vaak te maken met angst om door God of door de kerk te worden veroordeeld Die angst kan te maken hebben met een godsbeeld, mensbeeld of scheppingsvisie waarmee de transpersoon is opgegroeid, of die expliciet of impliciet door de ouders of door de gemeente werd of wordt uitgedragen, en die de transpersoon verhindert zichzelf ruimte te geven te leven naar zijn of haar verlangen.

Wanneer je als pastor met een transpersoon te maken krijgt is het ook belangrijk je bewust te zijn van je rol als pastor in het palet aan hulpverleners van transmensen, en van de impact die de transitie heeft op diens ouders, levenspartner en kinderen.

Transpersonen en de Bijbel

Er zijn Bijbelteksten in de Bijbel die van bijzondere betekenis zijn voor transpersonen. Die hebben te maken met de geschapen mens, met de eunuch en het verkleedverbod. Ook het Godsbeeld en iemands scheppingsvisie zijn van grote betekenis bij hoe je je geloof en de ruimte voor het worden van jezelf ervaart. Een centrale tekst is Galaten 3:28, waarin Paulus alle muren afbreekt die mensen hebben opgericht om scheiding aan te brengen. Wie je ook bent, in welk hokje je jezelf ook indeelt, ‘allen zijn een in Christus’.

De geschapen mens

In Genesis 1:27 lezen we over de mens, die naar Gods evenbeeld en gelijkenis mannelijk en vrouwelijk geschapen werd. Deze tekst wordt vaak gebruikt om genderdiversiteit te ontkennen, maar andere interpretaties zijn zeer goed mogelijk, bijvoorbeeld dat God iedere mens schiep met een mannelijke én een vrouwelijke kant. Veel transmensen voelen zich ook getroost en bemoedigd door Psalm 139, waaruit een beeld naar voren komt van een God die hen wondermooi heeft geweven in de moederschoot en voor wie hun wezen geen geheim was. Gezien en gekend worden is voor mensen die zo lang met een geheim hebben geworsteld van levensbelang.

De eunuch

Een eunuch is iemand die tussen de geslachten instaat. Hij is niet in staat kinderen te verwekken. Vaak gaat het om mensen die intersekse zijn, of die door anderen het vermogen is ontnomen om vruchtbaar te zijn. Jezus onderkent ook nog de categorie die als ontmande leeft ‘ter wille van het Koninkrijk van God’.

In de Bijbel komen we diverse teksten tegen over de eunuch (de gesnedene), die ook destijds al iets zichtbaar maakte van seksuele en genderdiversiteit en de wijze waarop daarmee werd omgegaan. In Leviticus 21:20 bijvoorbeeld wordt lichamelijk onvolmaakte mensen, waaronder eunuchen, de toegang tot het priesterambt ontzegd. In Deuteronomium 23:2 wordt eunuchen ook deelname aan “de dienst van de Heer” ontzegd. Jesaja 56:3b-5 laat een tegengesteld geluid horen, want eunuchen die leven naar de wet “krijgen iets beters dan zonen en dochters (…), een eeuwige naam. Een naam die onvergankelijk is”. In het Nieuwe Testament lezen we het verhaal van de doop door de apostel Filippus van de Ethiopiër (de kamerling of de eunuch, afhankelijk van de gebruikte Bijbelvertaling), dat te lezen is in Handelingen 8:26-39. In Matteüs 19:11-12 spreekt Jezus over de eunuch. Wat hier opvalt is de respectvolle wijze waarop Hij dat doet, terwijl eunuchen door zijn geloofsgenoten werden geminacht en uitgesloten. Hij maakt onderscheid tussen de genen die zo geboren zijn, degenen die zo door anderen (gedwongen) gemaakt zijn, en degenen die dat uit vrije wil doen ‘omwille van het Koninkrijk van God’.

Het ‘verkleedverbod’

Transmensen wordt vaak gewezen op het ‘verkleedverbod’ in Deuteronomium 22:5. Dat wordt dan zo gelezen dat mensen die biologisch man zijn niet gekleed mogen gaan als vrouw en omgekeerd. Er is echter brede consensus dat dit gebod niet gebruikt kan worden om transmensen de voet dwars te zetten, aangezien het gelezen moet worden in de context van de tempelgebruiken van weleer. Kleding is cultuurgebonden, en in mainstream kerken wordt allang geaccepteerd dat vrouwen kleren dragen die vroeger uitsluitend door mannen gedragen werd, zoals de broek. Verder is het merkwaardig om naasten te wijzen op dit gebod omdat veel andere geboden die in Deuteronomium te vinden zijn, allang niet meer worden nageleefd, zoals het verbod kleding van tweeërlei weefsel te dragen (vers 11), het verbod de wijngaard met meer dan één zaadsoort in te zaaien (vers 9) en de opdracht aan ouders om hun onhandelbare, niet in het gareel te krijgen zoons te laten stenigen (21:18-21).

Do’s en don’ts

Do’s

  • Sluit aan bij de zelfbenoeming van transpersonen ten aanzien van de voornaam en de voornaamwoorden hij/hem en zij/haar.
  • Stimuleer de transpersoon over zichzelf te vertellen. Neem een luisterende houding aan. Besef dat een transpersoon ook maar gewoon een mens onder de mensen is, en ook als zodanig bejegend wil worden.
  • Verken de sociale context van de transpersoon: werk, kerk, verdere sociale leven en de mate waarin de transpersoon daar steun ondervindt.
  • Schenk ook pastorale aandacht aan ouders, partner en kinderen van de transpersoon.
  • Wees bedacht op gevoelens van verdriet over gemiste kansen in het leven, gevoelens van schuld dat je aan jezelf en je omgeving niet je ware zelf hebt kunnen geven, angst voor afwijzing, eenzaamheid door het moeten leven met een geheim, schaamte over het feit dat je niet bent als de meeste anderen, depressiviteit en suïcidaliteit vanwege het gevoel niet aan je diepste zelf toe te komen. Als er alarmbellen gaan rinkelen over de geestelijke nood van de transpersoon, schakel dan deskundigen in of vergewis je ervan dat die al ingeschakeld zijn.
  • Stimuleer de ontmoeting met andere transperspersonen. Dit stimuleert de transpersoon de eigen situatie te verwoorden en te spiegelen aan die van gelijkgestemden, en helpt hem of haar een weg te zoeken door het actuele hulpverleningsaanbod.
  • Vul je lacune aan kennis over het onderwerp ‘transgender’ op. Er is informatie genoeg. Bespreek vragen die je tegenkomt eventueel ook met de transpersoon zelf.

Don’ts

  • Ga er niet vanuit dat een transpersoon geopereerd wil worden. En als de geslachtsbevestigende operatie ter sprake komt dan heet dat niet ‘je laten ombouwen’, maar ‘je laten opereren’, of: het ondergaan van de ‘geslachtsbevestigende operatie’.
  • Schrijf de ander geen dingen voor ten aanzien van hoe hij/zij moet geloven, zich moet gedragen, wat hij of zijn wel of niet zou moeten doen, maar denk samen met de transpersoon na over deze dingen. Neem een emanciperende houding aan.
  • Bepaal niet als pastor voor de transpersoon wanneer deze een volgende stap in het transitieproces moet nemen.
  • Bepaal niet als pastor wanneer de gemeente ‘eraan toe is’. Er is namelijk nooit een geschikter moment dan het moment dat de transpersoon zélf ‘eraan toe is’.
  • Praat niet namens transmensen, maar laat ze, waar mogelijk, zelf het woord voeren
  • Stel het gesprek met de gemeente over transgenderbeleid niet uit tot zich een concrete situatie voordoet, want dan dreigt het gevaar dat de desbetreffende transpersoon voorwerp van gesprek wordt.
  • Beperk de transpersoon niet in deelname aan het gemeenteleven, bijvoorbeeld door hem of haar de toegang tot ambtelijke functies of het Avondmaal te ontzeggen, of hem/haar te weigeren in een gesprekskring die specifiek voor mannen of vrouwen is bedoeld.

Deskundigen

  • Marc ten Brink, predikant van de Gereformeerde Kerk (vrijgemaakt) in ‘t Harde en als vrijwilliger betrokken bij de zelfhulpgroep Transgender en Geloof van de zelfhulp- en belangenorganisatie Transvisie
  • Carl Buijs, schrijver en ervaringsdeskundige bij zelfhulp- en belangenorganisatie Transvisie en de afdeling transgenderzorg van Youz
  • Wielie Elhorst, LHBT+-activist, predikant in Bussum, LHBT-predikant in Amsterdam, voormalig co-voorzitter van het Europees Forum van christelijke LHBT-groepen en voormalig projectmanager LCC Plus Projecten
  • Marian Geurtsen, theoloog en ritueelspecialist, werkzaam bij ‘Schatgraver in de traditie’ en partner van een transvrouw
  • Jolanda Molenaar, transtheoloog, ervaringsdeskundige, gastvoorganger, transgenderpastor en coördinator van de gespreksgroep Transgender en Geloof van de zelfhulp- en belangenorganisatie Transvisie
  • Martin Snaterse, predikant in de Protestantse Gemeente te Houten
  • Heleen Zorgdrager, hoogleraar systematische theologie en genderstudies aan de Protestantse Theologische Universiteit, vestiging Amsterdam

Organisaties

Verdieping

Suggesties voor zang, poëzie en proza

Transpersonen hebben op hun weg uit de innerlijke verscheurdheid vaak kracht ontleend aan Bijbelteksten, geestelijke en seculiere liederen, gedichten en teksten. Vraag hen er zelf naar. Ze zijn een bron van inspiratie!

Bijbelteksten

  • Genesis 1:27 over de schepping van de mens
  • Schriftgedeelten waarin een persoon een nieuwe naam ontvangt, bijvoorbeeld het verhaal over de worsteling van Jacob aan de Jabbok in Genesis 32 als spiegelbeeld voor het leven van een transpersoon
  • Over de veelkleurige mantel van Jozef in Gen.37:23-24
  • Psalm 84 over het verlangen van de pelgrim om thuis te komen bij God in de tempel, als beeld voor het verlangen van transpersonen thuis te komen in hun lichaam: de tempel van de Heilige Geest
  • Job en het lijden
  • Psalm 139 over God die je ziet en kent, je heeft gewild en met liefde heeft gemaakt
  • Jona over een weg die je niet wilt gaan
  • Bijbelteksten waarin Jezus een mens ziet, zoals Zacheüs de tollenaar, de vrouw bij de bron etc.
  • Galaten 3:28

Gedichten en teksten

  • “De naam van jouw verlangen” – Sytze de Vries, Bij gelegenheid (II) blz. 20
  • “Huidhonger” – Hein Stufkens
  • “Jij die in mij woont” – Jan van Ruusbroec
  • “Laat heb ik u bemind” – Augustinus
  • “Stel je eens voor” – Marian van den Beuken
  • Tekst “Echt” uit het boek: “Het fluwelen konijn” van Margery Williams
  • Dienstboek Protestantse Kerk Nederland, zie PreekWijzer.nl

Geestelijke liederen

Veel liederen die gaan over schepping, naam, identiteit, ‘je ware zelf worden’, gezien of aanvaard worden zoals je bent, zijn passend. Ook liederen waarin de existentiële ervaringen van transpersonen langs komen, zoals verlangen, eenzaamheid, schuld, schaamte, verdriet, angst etc. kunnen passend zijn.

  • Bundel ‘Zangen van zoeken en zien’ lied 470 – 577 (rubriek ‘Zangen over de mens die wij willen worden – maak mij mooi’)
  • De Geest des Heren heeft een nieuw begin gemaakt (NLB686)
  • De Heer heeft mij gezien en onverwacht (LvdK487)
  • Delf mijn gezicht op, maak mij mooi (NLB789)
  • Dit huis, een herberg onderweg (GKb163, ZGez213)
  • Een schoot van ontferming is onze God (NLB158b)
  • Heer die mij ziet zoals ik ben (Psalm 139)
  • Hoe teder heeft de Heer mij aangeraakt (ELB205)
  • Hoor, maar ik kan niet horen (NLB323)
  • Ik kan gaan slapen zonder zorgen (Psalm 4 vers 3)
  • Ik sta voor U in leegte en gemis (NLB942)
  • In diepe nacht ben ik gegaan (NLB808)
  • Ken je mij? Wie ken je dan? – Gezongen door Trijntje Oosterhuis
  • Kom mijn verscheurde hart genezen (LvdK88:4)
  • Met open armen – Schrijvers voor gerechtigheid
  • Neem de plaats, de ruimte en de tijd (Iona 44)
  • Neem mij aan zoals ik ben (NLB833)
  • Uw woord omvat mijn leven (NLB119a)
  • Voor mensen kunnen spreken (GOTZ 82)
  • Waarom moest ik uw stem verstaan? (NLB941)
  • Wees Gij mijn toevlucht (NLB263)
  • Zijt Gij mijn God (NLB155)
  • Zo vriendelijk en veilig als het licht (NLB221)

Seculiere liederen

  • Bridge over troubled water – Simon and Garfunkel
  • Coat of many colours – Dolly Parton
  • I have a dream – Abba
  • Questions – Justin Hayward
  • Somewhere over the rainbow, door velen gezongen, o.a. Ella Fitzgerald en Barbara Streisand
  • Vandaag ben ik gaan lopen – Acda en De Munnik
  • Voor haar – Michel van den Plas, gezongen door o.a. Frans Halsema en Claudia de Breij

Jolanda Molenaar is transtheoloog, ervaringsdeskundige, gastvoorganger, transgenderpastor en coördinator van de gespreksgroep Transgender en Geloof van de zelfhulp- en belangenorganisatie Transvisie.

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken