Menu

None

Pastoraat bij kerkverlating: voorbereiding van een pastoraal gesprek

Het pastoraal ambt kan zwaar wegen, vooral bij degenen met een zorgzaam, empathisch en gewetensvol karakter. Een bezoek aan een (potentiële) kerkverlater vindt dan ook niet zelden plaats met lood in de schoenen.
Ook de bij sommigen misschien aanwezige gedachte dat dit mogelijk het laatste gesprek ‘binnen de kerkmuren’ is en daarmee ‘de laatste kans op het verkondigen van het Evangelie’, kan als druk en noodzaak worden ervaren.
Dit kan samenvallen met het idee dat de (potentiële) kerkverlater bezeerd of gewond is geraakt, ‘verkeerde’ conclusies heeft getrokken, niet het ‘juiste’ godsbeeld ontwikkelde, of dat er iets anders aan de hand is dat zorg behoeft.
Welke zorg is nodig en hoeveel tijd zal er nog zijn om deze zorg te kunnen verlenen? Wat als dit het laatste gesprek zal blijken te zijn? Wat moet dan in elk geval nog gezegd worden?
Veel van deze zorgen hebben te maken met de vraag: hoe stel ik mezelf op? Voor een goede voorbereiding kan het dan ook helpen bij deze vraag stil te staan.

Ontsla jezelf

Jezelf in dit gesprek zien als iemand die een laatste kans krijgt om recht te zetten en/of recht te doen, maakt dat je de neiging kunt hebben met je aandacht vooral bij jezelf en/of bij je boodschap te blijven. Terwijl de ander vertelt, formuleer je misschien in gedachten zorgvuldig de woorden die je straks wilt zeggen, wat ten koste kan gaan van empathisch luisteren naar de ander.
Een veelgehoorde en uiterst pijnlijke conclusie van kerkverlaters is dat er vanuit de kerk (bijna) niemand was die écht luisterde. Ga het gesprek dan ook niet in als iemand die wat probeert mee te geven, maar stel je op als iemand die iets hoopt te ontvangen.

De evangelisatie en de vorming  hebben – qua input – al plaatsgevonden. Omdat dit proces – in hart en geheugen – bovendien een leven lang doorgaat, hoeft – en kan – dat niet in dit ene gesprek worden aangepast of rechtgezet. Deze (bijna) kerkverlating is het (voorlopige) resultaat. Dit is niet meer het moment om te evangeliseren, maar om te inventariseren en misschien zelfs te leren. Probeer zo helder mogelijk te krijgen hoe de ánder het beleeft en/of heeft beleefd. Als je gespreksdoel is: meer zicht krijgen op de innerlijke wereld van de ander, hoef je niets te dóen, je hoeft er ‘alleen maar’ te zijn.

Als je je voorneemt om niet te corrigeren of te veroordelen, maar om zo goed mogelijk te proberen te begrijpen hoe het voor de ander is (geweest), krijg je als het ware de kans om te kijken door de ogen van de ander. De glimp die je opvangt van diens uitzicht, kan je inzicht geven in hoe iemand met andere eigenschappen en onder andere omstandigheden het kerkelijk leven (tot nu toe) heeft ervaren. Dit kan belangrijk zijn, al was het maar omdat de mogelijkheid bestaat dat deze persoon niet de enige is met een soortgelijke beleving.

Erken het proces

De kerk verlaten doe je niet zómaar. De meeste kerkverlaters geven aan dat ze zich in meer of mindere mate gedrongen voelden om deze stap te zetten. Over het algemeen vinden mensen het vreselijk om ouders, familieleden en vrienden verdriet te doen en verkeren ze liever niet in de positie van iemand wiens keuze leed veroorzaakt bij degenen die hen lief en dierbaar zijn.

Vaak heeft iemand die openlijk uitkomt voor geloofstwijfel, geloofsverandering of geloofsverlies al een heel traject ‘in de kast’ erop zitten. Vrijwel elke kerkverlater geeft aan een periode van eenzaamheid en worsteling te hebben (gehad). Erover spreken vraagt moed, omdat men heel goed beseft dat er verdriet en onbegrip kan komen, wanneer men laat zien hoe men écht denkt. Het is dan ook niet voor niets dat velen ervoor kiezen de kerk stilzwijgend te verlaten en liever niet meer het (exit-)gesprek aan te gaan. Het kan helpen om van tevoren stil te staan bij zowel de eenzaamheid als de moed van de (potentiële) kerkverlater, en daar straks in het gesprek ook naar te vragen en dit te erkennen.

Focus op de pijn en de behoeften

Als je je voorbereidt om te gaan luisteren naar iemand die door een ingewikkeld en dikwijls ook zeer pijnlijk proces gaat, probeer jezelf en je gevoelens dan alvast op de tweede plaats te zetten.
Ongeacht wat iemands verhaal met je zal doen en ongeacht of je dit al dan niet als ‘eerlijk’ en ‘terecht’ ervaart, neem je voor  om straks antwoord te vinden op de vraag wat iemands diepste pijn en diepste behoefte is.
Vraag door. Niet bij de pijn vandaan – wat vaak een onbewuste reflex is – maar vraag naar de pijn toe. Je hoeft niet bang te zijn dat je daarmee (nog meer) pijn veroorzaakt bij de ander. De pijn is er al. Er ontstaat juist meer pijn wanneer er niet over gesproken kan worden. Het kan iemand zo opluchten wanneer hij/zij uitgenodigd wordt om te vertellen.

Het kan helpen om vragen achter de hand te hebben als:

  • Hoe had je gewild dat er met je was omgegaan?
  • Wat vond/vind je het ergst?
  • Is er iets dat alsnog gedaan kan worden om jouw leed te verzachten?
  • Wat had/heb je nodig?

Ook dat is zielzorg.

Maak ruimte

Hoe sterk de neiging straks misschien ook kan zijn om uitspraken en emoties van degene met pijn te nuanceren of zelfs te corrigeren, probeer deze te onderdrukken.
Misschien ervaar je op een bepaalde manier druk omdat je gelooft dat je een afgevaardigde van de kerk bent en/of omdat je graag wilt dat iemand positief over de kerk en/of God blijft denken en spreken.
Misschien gun je de ander dezelfde fijne beleving als die je zelf hebt binnen de groepering en/of hoop je dat de ander weer Waarheid zal gaan zien in wat nu misschien als ‘slechts een verhaal’ wordt ervaren.

Benoem gerust gevoelens van onmacht en verdriet vanwege het verschil in beleving, maar probeer ook te voorkomen dat je in een strijd verwikkeld raakt wie de leer, de sfeer en de gebeurtenissen op de juiste manier ervaart of heeft ervaren, en erken dat mensen verschillend zijn en alleen al daarom de dingen verschillend beleven.

Kortom: ga het gesprek niet in met de hoop of zelfs de missie iemand op andere gedachten te brengen, maar probeer zo diep als je kunt – en wordt toegelaten – af te dalen in wat de ander bezielt.
Ik hoor van te veel kerkverlaters dat zij zich ‘op het eind’ vooral een ‘evangelisatieproject’ hebben gevoeld, terwijl zij vaak juist zo’n behoefte hadden aan een open oor en een empathisch hart.

Links naar  artikelen, werkmateriaal, websites

Adieu Kerk! Adieu God? Kerkverlaters en hun zoektocht naar God, Corstian van Westen, 2019, Great Life Publishing.

Onderzoeksverslag kerkverlating binnen de Gereformeerde Kerken Vrijgemaakt..

Materiaal voor jongeren, ouders, kringen en ambtsdragers (vanuit de Gereformeerde Kerken Vrijgemaakt) om te spreken over geloofsverlating.

Themanummer ‘Mij niet meer gezien. Kerkverlating in perspectief’ van Handelingen. Tijdschrift voor praktische theologie en religiewetenschap, 2020 | 3.

Jong, (goed)gelovig en kerk. De rol van het kerkelijk leven in de belevingswereld van jongeren. J. Slendebroek en H.Wijma

Dogmavrij.nl – website met persoonlijke verhalen en informatie die betrekking heeft op het loslaten van een religie die vanuit de jeugd werd aangeleerd.

Inge Bosscha studeerde Contextueel Pastoraat en is werkzaam als Coach voor Kerkverlaters.  Zie dogmavrij.nl.

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken