Menu

Basis

Pastoraat op de grens van het leven

Eerst stilstaan bij jezelf

Wie namens de geloofsgemeenschap mensen bezoekt, zal ook af en toe stervenden en hun naasten bijstaan.  Terwijl sterven enerzijds een normaal gebeuren is, net als een geboorte, is het tegelijk iets wat ons schokt. Het maakt een einde aan iemands bestaan, zijn lichaam, alles wat hij is. De persoon die sterft moet iedereen en alles waar hij van houdt, loslaten, zonder te weten wat hem te precies wachten staat. Hoe kan je hem en zijn naasten als bezoeker vanuit de geloofsgemeenschap bijstaan?

Voorafgaand aan het bezoek aan een terminaal zieke of stervende kan het goed zijn stil te staan bij je eigen ervaringen en overtuigingen.

  • Wat heb ik zelf aan ervaringen opgedaan met de dood?
  • Welk eigen verdriet of mooie ervaringen draag ik op dat gebied met me mee, vers of al ouder?
  • Wat zou ongeneeslijk ziek zijn voor mij betekenen?
  • Wat betekent de dood voor mij? Geloof ik in een voortbestaan na de dood?
  • Wat zal voor mij belangrijk zijn als ik niet lang meer te leven heb?
  • Wie zijn voor mij op dat moment belangrijk?
  • Wat zal ik op dat moment moeilijk kunnen loslaten?

Deze reflectie helpt enerzijds om je in te leven in de zieke, anderzijds je meer bewust te zijn van wat je zelf met je meedraagt.
Wie ingrijpende verliezen heeft meegemaakt, heeft deze bagage bij zich in het gesprek. Voor wie de eigen emoties verdringt, is het moeilijk om echt contact met de ander te maken. Het gevaar bestaat dat het gesprek op praktisch niveau blijft steken.
Hoe meer iemand zich bewust is van de eigen geschiedenis en gevoelens, hoe dieper de ander kan worden begrepen. Dan is het mogelijk om open te staan voor de emoties en vragen van de ander.

Eigen ervaringen kunnen ook een valkuil zijn. Mensen kunnen anders reageren op de dood dan de bezoeker zelf zou doen.
Als bezoeker moet je goed afstemmen op de zieke, in het besef dat die anders kan omgaan met ziekte en dood dan je zelf zou doen of belangrijk vindt.

TIP:
De Stichting STEM (STerven op je Eigen Manier) wil mensen bewust maken van het belang dat ieder mens mag sterven op de manier die bij hem past.
Het kan nuttig zijn om van te voren te ontdekken hoe je zelf tegenover het levenseinde en de dood staat.  Op de website van de stichting STEM kan dit worden getest.

Een gesprek op gang brengen

Soms gaat het gesprek over alles, behalve over de ziekte. Soms wordt er zelfs met dierbare naasten niet over gesproken. Er wordt gepraat over praktische zaken, maar het levenseinde wordt vermeden.
Het lijkt eenzaam als iemand niet over zijn situatie wil spreken, hij moet de last dan alleen dragen. Maar voor sommige mensen is dat gemakkelijker dan erover praten. Er wordt dan soms gedacht dat iemand in de ontkenningsfase zit. Dat hoeft niet zo te zijn. De zieke weet meestal best dat hij gaat sterven, maar weet er niets over te zeggen of heeft geen behoefte aan een gesprek. De een spreekt graag, de ander zwijgt liever, dat moet gerespecteerd worden. Wie aandringt, loopt de kans dat iemand zich nog meer sluit.

Achter het zwijgen kan ook een houding van gelatenheid zitten als een manier van zelfbescherming. Dat is iets anders dan berusting, wat een innerlijke rust is, de aanvaarding van het onvermijdelijke.
Wie goed luistert en kijkt, merkt het wel of iemand wil spreken of met rust gelaten wil worden. Als de keuze van de zieke wordt gerespecteerd, wordt hij echt gezien als wie hij op dat moment is. Mensen kunnen zich soms ook betutteld voelen als iedereen steeds blijft vragen hoe het gaat.

Het kan ook zijn dat de zieke wacht tot de bezoeker het initiatief neemt.

Vragen stellen

Wanneer er een vermoeden ontstaat dat er behoefte is aan een gesprek, kan met een open vraag worden afgetast met welke thema’s iemand bezig is.
Vragen stellen in zo’n gevoelige situatie is een kunst.

Een vraag die begint met ‘waarom’ kan het gevoel geven ter verantwoording te worden geroepen, er kan een oordeel in worden gevoeld.
Gesloten vragen kunnen met ‘ja’ of ‘nee’ worden beantwoord, waarmee de kwestie afgehandeld is.
Open vragen zijn uitnodigend om na te denken over de situatie.
Voorbeelden van open vragen:

  • Hoe kijkt u tegen uw ziekte aan?
  • Wat houdt u het meest bezig?
  • U ziet er verdrietig / boos uit, klopt dat?
  • In hoeverre houdt het ‘waarom’ van uw ziekte u bezig?
  • Waar vindt u de kracht om uw ziek zijn te dragen? Wat houdt u overeind?
  • Wilt u iets over uw leven vertellen? Hoe is het verlopen? Wat zijn de hoogtepunten uit uw leven?
  • In hoeverre hebt u in uw leven bereikt wat u had willen bereiken?
  • Hoe is het contact met uw partner / kinderen / familie als het gaat om uw ziek zijn?

Bij een verder gevorderd ziekteproces kunnen er andere vragen bijkomen.

  • Staat u soms al eens stil bij het laatste gedeelte van uw leven?
  • Wat is voor u belangrijk als het gaat om het hoe en wanneer van uw sterven?
  • Wat zijn uw voorstellingen van de dood?
  • Hoe ziet u het moment van afscheid nemen?

Aanraken

Naast een goed gesprek kan een aanraking veel betekenen: een hand vasthouden, een arm om een schouder, een streling over het hoofd. Het kan rust geven, troosten en het lichaam ontspannen. Het zegt dat je de ander ziet en er voor hem bent.

Een aanraking kan ook als onaangenaam worden beleefd, hoe goed en zuiver ook bedoeld.
Mensen hebben verschillende behoeftes en grenzen als het gaat om de nabijheid van anderen. Sommige mensen mogen dichtbij komen, anderen juist niet. Bij de een doe je iets wel, bij de ander niet. Het heeft te maken met de ruimte die iemand als het eigen territorium beleeft. Niet iedereen mag in deze ruimte komen en niet iedereen even ver. De aanraking van de een kan goed voelen, die van een ander als onprettig worden ervaren.
Soms speelt de situatie waarin iemand zich bevindt een rol bij het bepalen van een grens.
De zieke is misschien niet in staat aan te geven dat de aanraking ongewenst is. Een zorgvuldige antenne bij de bezoeker is nodig om te voelen wat in iedere situatie het juiste is.

Verder zijn er allerlei persoonlijke zaken of voorkeuren die niet altijd te verklaren zijn.
Mensen kunnen een trauma of verdriet met zich meedragen, ongewenste seksuele ervaringen of een gemis aan liefdevolle aanrakingen.
Ook wanneer er geen traumatisch verleden is, kan een aanraking als onprettig worden beleefd, het kan denigrerend of betuttelend zijn.
Soms wordt het verkeerd begrepen of roept het een seksueel verlangen op. Dat komt vaker bij mannen voor dan bij vrouwen.

Daarnaast is het belangrijk dat bezoeker beschikt over zelfkennis, inzicht in het eigen levensverhaal en de kwetsbare plekken daarin.
Dit voorkomt dat factoren uit het eigen leven meespelen in het contact.
Ieder draagt een geschiedenis met zich mee waarin ook minder goede ervaringen deel uitmaken: verdriet, kwetsingen, afwijzing of vernedering.
Wie eigen traumatische ervaringen niet heeft verwerkt, loopt het gevaar van een te grote nabijheid, te grote distantie of verwevenheid met de ander. Na de verwerking van eigen thema’s kan de bezoeker beter openstaan en tegelijk opmerkzaam zijn op eigen reacties. Dan blijft er een gezonde ruimte tussen hem en de ziek bestaan.

Er zijn ook redenen om een stervende niet aan te raken.
Wanneer het afleidt van het stervensproces en het loslaten bemoeilijkt, is het beter iemand rustig te laten wegglijden.

Relaties

De laatste levensfase kan mooi en zinvol zijn, een periode waarin er van alles kan gebeuren.
Soms worden conflicten opgelost en komt men nader tot elkaar.
Sommige mensen verstaan de kunst om het leven ook in deze tijd gewoon door te laten gaan. Ze houden kleinkinderen niet krampachtig van de dood weg, die komen logeren als altijd. Het sterven wordt op die manier meer gewoon, als behorend bij het leven.

Naast de ideaalbeelden van een mooi sterfbed waarin men elkaar liefdevol nabij is, zijn er ook aangrijpende situaties.
Soms is er een al eerder ontstane kloof in een familie die het contact verhindert en die ook in deze fase niet te overbruggen is.
Kinderen kunnen nog hopen op erkenning door een ouder, een teken van liefde, die tijdens het leven niet gegeven kon worden.
Soms zoekt iemand nog naar een gelegenheid om iets uit te spreken wat zich heeft gespeeld.
Trieste, verstoorde relaties komen echter niet altijd goed, ook niet aan het eind van het leven.
Het verdriet van een niet herstelde relatie kan dan na het overlijden voor nabestaanden extra zwaar zijn: wat er niet was, zal nooit meer komen, de hoop op verbetering moet definitief worden losgelaten.

Ook heftige botsingen tussen een echtpaar zijn schrijnend in de terminale fase.
Met goede begeleiding kan er nog veel gebeuren in zo’n relatie.
Na het uiten van de emoties kunnen ze misschien uitspreken wat ze voor elkaar betekenen of betekend hebben.
Soms lukt het om daarna het proces samen verder te gaan en de relatie uiteindelijk af te ronden.
Het kan onverwachts een periode worden waarin ze dichtbij elkaar komen en de liefde intenser wordt dan ooit tevoren.
Dat worden dierbare herinneringen die de achterblijvende partner kan koesteren en met zich meedragen. Ze kunnen de pijn van het afscheid verzachten.

Als het sterven nadert

Zolang er geen sprake is van ondraaglijk lijden, is het goed om het sterven de tijd te gunnen. Veel mensen weten niet dat het een proces is dat dagen of langer kan duren.
Hen kan gewezen worden op de mogelijkheid van waken. Het is het laatste en misschien het mooiste wat mensen voor hun dierbare kunnen doen.
Het kan een kostbare periode worden, waarin men dichtbij elkaar komt.
Alleen of in tweetallen kan men rustig bij de zieke aanwezig zijn, het geeft rust en veiligheid.
Waken heeft iets van mediteren, de tijd staat stil en de wereld met alle haast en afleiding is ver weg.

In de stilte kan veel gebeuren, zoals Judith Herzberg zegt in haar gedicht ‘Ziekenbezoek.’

Mijn vader had een lang uur zitten zwijgen bij mijn bed.
Toen hij zijn hoed had opgezet
zei ik, nou, dit gesprek
is makkelijk te resumeren.
Nee, zei hij, nee toch niet,
je moet het maar eens proberen.

Wanneer de familie uitgeput raakt, kunnen ze gewezen worden op de Stichting Vrijwilligers Palliatieve Terminale Zorg om hen bij te staan.
De vrijwilligers kunnen enkele uren bij de patiënt zijn zodat de mantelzorger tijd heeft voor andere dingen.

Ook een hospice kan een uitkomst zijn. Mensen kunnen daar hun laatste levensfase doorbrengen onder begeleiding van professionele zorgverleners.
Het hospice biedt een zo hoog mogelijke kwaliteit van leven, er wordt niet meer behandeld.
Ook de familie kan er slapen en zoveel aanwezig zijn als wenselijk is. De zorg en verantwoordelijkheid worden van hen overgenomen en ze kunnen na een intensieve tijd tot rust komen.

Berthilde van der Zwaag is geestelijk verzorger en auteur van ‘De dood nabij. Verhalen en gedachten op de grens van het leven’.

De dood nabij

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken