Menu

Filters

Hoofdthema

Rubriek

Soort materiaal

Bron

Kerkelijk jaar

Oude Testament

Nieuwe Testament

Auteur

Lidmaatschap

Basis

Weemoed, deemoed en inkeer

Weemoed, verlangen in alle verlorenheid. Herfst die aanhoudt alsof iets anders niet mogelijk is, bijna passief. Deemoed is meer een houding, zou etymologisch een perfecte vertaling zijn van het Latijnse humilitas: nederigheid, bescheidenheid, je buigen. Kan dat een nieuw begin worden, althans een opening daarnaartoe, inkeer nu Hij komt? Advent! Misschien zijn de drie woorden van het opschrift goede kleuren voor het palet van Advent.

Basis

‘Wie zijn leven verliest om Mij, zal het behouden’

De aanhef van Jesaja 51 maakt direct al duidelijk dat het niet woorden voor iedereen zijn. Hij richt zich tot mensen die gerechtigheid najagen en de Eeuwige zoeken. Die worden op een spoor gezet. Kijk naar de rots waaruit jullie gehouwen zijn en de holte van de put waaruit jullie gegraven zijn. Het is minder lief dan sommige vertalingen ons aanreiken. De diepte waaruit wij komen, grijpt nogal aan. Abraham en Sara, met alle nabijheid waarmee Genesis hen voor ons neerzet, waren geen romantische zielen. Alles prijsgeven, al je ervaring, ja, je gezond verstand. Alles moet plaatsmaken voor de velen die komen gaan.

Basis

Meten, wegen en gelijkenissen

Achter je bureau bereid je je voor op de dienst van zondag. Je leest de selectie van de teksten die ‘ons’ gegeven zijn. Eerst Jesaja met ‘de wateren, de hemelen, het stof van de aarde, de bergen, de heuvelen in balans’ (40:1). Hij ziet evenwicht en overwicht om verbluft stil te staan bij Gods niet te meten of te peilen, volstrekt uitzonderlijke verhevenheid en almacht. Naast God zijn de volkeren als een druppel die aan de rand van een emmer is blijven hangen. De Libanon komt brandstof tekort, wil je God eren met een passend brandoffer.

Basis

Die avond

Er zijn maar twee hoofdstukken in Exodus nodig om te laten zien waarom en hoe de slavernij meer dan enkel een feit is. Daar is in de Tora alleen een Farao voor nodig die Jozef niet kent, die van verloren zijn en gevonden worden niet weet en zich enkel hard kan opstellen om ‘zijn volk’ zogenaamd te beschermen tegen ‘die vreemdelingen’. Na de negen slagen op Egypte dreigt Mozes met de verschrikking van de tiende plaag, maar Farao luistert niet.

Basis

Hoe wordt Hij geroepen en wat betekent dat?

Je naam is waarmee je gevonden wordt. Het nog volstrekt onbekende van alles wat komen moest en moet, wordt samengebald en aangeduid in de naam waar ‘ze’ je mee gaan noemen, waarmee je, bijbels gesproken, geroepen wordt, want ‘naam’ is ‘roeping’. Daar wordt verwachting in geïnvesteerd. Eenmaal genoemd ben je niet meer anoniem. Je naam staat ergens voor, zelfs: voor iemand, staat voor jou. Heel je wezen, je ‘er staan’, ligt beslist niet opgeslagen in de grijze massa die ze ‘je hersenen’ noemen. Heel je wezen wordt uitgesproken, gekend en vermoed, ja, aangevoeld in je naam.

Basis

Verlangen naar het huis des Heren

In bijna onmogelijke bewoordingen richt Jeremia zich tot God. ‘Al getuigen onze ongerechtigheden tegen ons, Heer, doe het omwille van uw naam’ (14:7). Het bijbelse Israël weet dat het altijd ‘Israël én’ is. Zonder zijn God is Israël niet denkbaar. Daarom moet God, ja, móet Hij niet doen alsof Hij enkel een vreemdeling is in het land en alleen maar een nachtje blijft. Laat zien dat U in ons midden bent. Maar de Heer God blijkt niet op afroep beschikbaar. Als je niet naar Hem hoort, hoe kan Hij er dan zijn?

Basis

Met kracht uit den hoge opnieuw beginnen

Jeremia 32:36 begint door met twee woorden de aandacht te trekken: ‘Welnu! Daarom!’ (Hebr.: ‘attah lakhen). En dan komt de boodschap van JHWH die verteld moet worden. De tekst vertelt het alsof Hij voor Jeruzalem staat, ‘deze stad’ – aanwijzend voornaamwoord. Hij staat erbij en kijkt ernaar. Deze stad heeft het zwaard van Babylon gevoeld; honger en pest hebben er huisgehouden. Welnu! Daarom! In al die droefheid breekt JHWH God met Jeremia’s tekst in.

Basis

‘Troost, troost mijn volk’

Hoe ensceneren de lezingen voor deze zondag de doop van Jezus in de Jordaan? Jesaja zet de toon. Heel het voorafgaande is opgerold en voorbij. Nu alles wat te verduren is voor ballingen in de ballingschap ten diepste gepeild is, hoor je hoe de stem van degene die voorleest diep ademhaalt. En bijna fluisterend klinkt wat nooit gehoord is: nachamoe nachamoe ‘ammi (‘Troost, troost mijn volk’ – Jesaja 40:1).

Nieuwe boeken