Goede en slechte herders
De Ezechiëlperikoop is een harde aanklacht tegen machtsmisbruik. De troostende woorden van JHWH die op deze aanklacht volgen, zijn balsem voor de verdrukte ziel: ‘Ik zal zelf naar mijn schapen omzien en zelf voor ze zorgen’ (Ezechiël 34:11). De evangelist Johannes neemt deze woorden van Ezechiël op en wijst op Jezus als de goede Herder, in tegenstelling tot de slechte herders die er ook zijn. In een andere tijd en context blijken de oude woorden opnieuw betekenis te krijgen. Lukt dat in onze tijd en context ook?