Gods onnavolgbare goedheid
‘Vele eersten zullen de laatsten zijn en vele laatsten de eersten.’ Het Griekse gar (= ‘want’) in de eerste zin van ‘de gelijkenis van de gelijke beloning’ (Matteüs 20:1-16) verwijst naar deze woorden uit Matteüs 19:30, die op hun beurt weer de afsluitende opmerking vormen van Jezus’ antwoord op een vraag van een jongeman in de voorafgaande perikoop. Deze vroeg aan Hem: ‘Meester, wat voor goeds (Gr.: ti agathon) moet ik doen om het eeuwige leven te verwerven?’ (19:16). Maar Jezus keert die ‘wat-vraag’ om naar een ‘wie-vraag’: Wie is goed en aan wiens geboden moet je je houden?