Menu

Filters

Hoofdthema

Rubriek

Soort materiaal

Bron

Kerkelijk jaar

Oude Testament

Nieuwe Testament

Auteur

Lidmaatschap

Basis

Gods onnavolgbare goedheid

‘Vele eersten zullen de laatsten zijn en vele laatsten de eersten.’ Het Griekse gar (= ‘want’) in de eerste zin van ‘de gelijkenis van de gelijke beloning’ (Matteüs 20:1-16) verwijst naar deze woorden uit Matteüs 19:30, die op hun beurt weer de afsluitende opmerking vormen van Jezus’ antwoord op een vraag van een jongeman in de voorafgaande perikoop. Deze vroeg aan Hem: ‘Meester, wat voor goeds (Gr.: ti agathon) moet ik doen om het eeuwige leven te verwerven?’ (19:16). Maar Jezus keert die ‘wat-vraag’ om naar een ‘wie-vraag’: Wie is goed en aan wiens geboden moet je je houden?

Basis

‘Een teken ben ik voor velen’

De aandacht voor dierenrechten en dierenwelzijn lijkt typisch iets van deze tijd te zijn. Met de scheppingsorde is immers een fundamenteel verschil tussen mens en dier vastgelegd. De mens is rentmeester van de schepping, en alle andere schepselen hebben zich daarnaar te voegen. In Exodus 23 zitten we in de ‘toelichtingen bij de Tien Geboden’. Hier worden de Tien Woorden uitgebreid en voorzien van de nodige verheldering. Zo blijkt er onder het gebod om geen valse getuigenissen af te leggen nog veel meer te vallen. Ook eigendomsrecht valt hieronder. En blijkbaar dus ook dierenrechten.

Basis

Het woord is geschied zoals het gezegd is

Aan de hand van de Griekse narratieve signaalwoorden egeneto de of kai egeneto (= ‘en het geschiedde’; niet vertaald in de Nieuwe Bijbelvertaling) kan Lucas’ vertelling van Jezus’ geboorte in drie gedeelten worden ingedeeld: Lucas 2:1-5: het grotere kader van de geboorte; Lucas 2:6-14: de omstandigheden van en de verkondiging over de geboorte door de engelen; Lucas 2:15-20: de reacties van de herders en allen die ervan hoorden. Het signaalwoord egeneto klinkt nogmaals als plotseling de hemelse legermacht van engelen verschijnt (Lucas 2:13), waardoor hun koor extra wordt uitgelicht.

Basis

Genieten van het leven of rijk zijn bij God

In zowel Prediker 2 als de gelijkenis uit Lucas 12 lijkt een nog steeds actuele zingevingsvraag te worden aangesneden: wat is nu werkelijk de waarde van het leven? In de context van het evangelieverhaal gaat het in bredere zin om de vraag: wat is het leven waard voor God? Farizeeën en schriftgeleerden zien het leven als handelswaar, net zoals ze een waardentabel hanteren voor de offerdieren. Maar God, voor wie alle leven even dierbaar is (Lucas 12:6-7), heeft geen plaats op deze balans.

Nieuwe boeken

Lid worden