Menu

Filters

Hoofdthema

Rubriek

Soort materiaal

Bron

Kerkelijk jaar

Oude Testament

Nieuwe Testament

Auteur

Lidmaatschap

Basis

De Levende belichaamt onze verwondingen

Wie niet in de gelegenheid was om op de avond van de eerste dag van de week, nu acht dagen geleden, in de vesper het evangelie van die avond te horen (Johannes 20:19-23), zal het op de achtste dag, vandaag, nog wel willen betrekken bij de lezing van het evangelie. We weten niet of het hetzelfde moment was als een week eerder, dat Jezus in het midden van zijn leerlingen, inclusief Tomas, verscheen. Wel waren de deuren opnieuw gesloten. Misschien niet meer uit vrees voor de joden, maar omdat het hart van een van hen, Tomas, nog geopend moest worden.

Basis

De geboorte van een hymne

Het moet nog Pasen worden op het moment dat ik dit schrijf. Een leeg Pasen, althans wat betreft de vele kerkruimten die niet door opgewekte christenen worden bevolkt; zij allen moe(s)ten dit jaar het lijden, het sterven en de verrijzenis van hun Heer aan huis gebonden vieren. Je zou bijna zeggen: zo leeg als dit jaar is het graf van Christus – waarvan de liturgische ruimte ook symbool is – nog nooit geweest.

Premium

Eindelijk, eeuwig leven!

De Paastijd nadert haar voleinding, haar bevestiging. Zeven weken lang Scheppingsfeest. De heilige Geest, die bode van een nieuwe schepping die op de avond van de eerste dag, de Paasdag, al over de apostelen geblazen werd, verspreidt zich in wind en vuur over velen. Dat horen we volgende week. Begrenzingen worden doorbroken. Ook dan onbruikbare categorieën als tijd en eeuwigheid. Wat nodig is: gebed. Eenwording met de Vader. Opdat de leerlingen vervuld raken van vreugde (Johannes 17:13).

Basis

Gloria op Goede vrijdag

In het liturgische spel van de Veertigdagentijd, tijd van inkeer, boete en verzoening, worden grote lofzangen vermeden. Het ‘groot Gloria’ en het ‘Halleluja’ blijven achterwege. Het Gloria klinkt pas weer, voluit met klokgelui, aan het begin van het driedaagse Paasfeest, op de avond van Witte Donderdag. Het Halleluja, die feestelijke en bijna uitzinnige kreet, wordt pas aangeheven na het epistel in de Paasnacht, als aankondiging van het opstandingsevangelie. Goede Vrijdag lijkt ontdaan van lofzangen. Maar schijn bedriegt.

Basis

De toekomst van vroeger

‘Eens zal de dag komen (…)’ (Micha 4:1). ‘Het zal zijn in het laatste der tijden (…)’ – we zingen ervan (Liedboek 2013, 447), het klinkt altijd hoopvol. Zeker in de Adventstijd. We koesteren de hoop, we voeden de verwachting dat het goed komt, dat alles goed zal zijn. In allen. God en wij. Waarop is die hoop gegrond? Kwestie van positief denken? Willen is kunnen? God moet er meer moeite voor doen. Het is niet zomaar een belofte, maar een ommekeer.

Basis

Dit staat te geschieden – en is gekomen

De laatste zondag van het liturgisch jaar is er een in een reeks. Herfst en winter gaan in elkaar over, Voleinding en Toekomst (Advent) kussen elkaar. De Komende die verwacht wordt, is de Gekomene die gevierd wordt. De toekomst is al gaande, het einde voltooid onder ons. Waar de eeuwigheid wordt gevierd, is de eeuwigheid nu. Koning Christus is de Voleinder als wel de reeds lang op ons Toegekomene.

Basis

‘Doe alle moeite’

De tijd dat we ons zorgen maakten over ons behoud, of we wel of niet gered zouden worden in gelovig/godsdienstig opzicht, lijkt voorbij. We zijn ons nauwelijks meer bewust van de situatie waaruit of waarvan we dan gered zouden moeten worden. Een eeuwige verdoemenis? Intussen is het wel een evangelische vraag, een vraag die in het evangelie gesteld wordt. Zijn het er veel, of zijn er maar weinigen die gered worden? Wat is daarop uw antwoord?

Nieuwe boeken