Menu

Filters

Hoofdthema

Van onze redacties

Andere bronnen

Auteur

Rubriek

Soort materiaal

Kerkelijk jaar

Oude Testament

Nieuwe Testament

Lidmaatschap

Hier doorzoek je onze 12000 artikelen over theologie, christelijk geloof, kerk-zijn, spiritualiteit en meer. Via de filterbalk kun je verder verfijnen wat je zoekt. Alles lezen? Word lid
Premium

Nieuwe hoop vanuit de Tora

Wat met Pasen gezaaid is, wordt met Pinksteren geoogst. Pinksteren is in het jodendom immers een oogstfeest: het Wekenfeest. Na het ‘opstaan’ (Hebr.: qum, Ruth 1,6) van Naomi in Moab, gloort er nieuwe hoop in Betlehem (Ruth 2). Daar is de gersteoogst net begonnen (1,22). Op de achtergrond spelen beloften uit de Tora. Vijfmaal klinkt de naam van de Eeuwige (Hebr.: jhwh, 2,4.4.12.12.20). Driemaal klinken de woorden ‘gunst, genade’ (Hebr.: chen, 2,2.10.13) en ‘aankleven’ (Hebr.: dabaq, 2,8.21.23).

Premium

Verheugt u, gij dochters van Sion

Vol vreugde en blijdschap ontmoeten Elisabet en Maria elkaar in hun gezegende toestand. Het onverwachte van hun zwangerschap herinnert aan de ‘onvruchtbare’ aartsmoeders, aan de moeder van Simson en aan Hanna. De naam Maria verwijst naar de profetes Miriam, de zuster van Mozes. De naam Elisabet betekent ‘dochter van Elisa’. De zwangere vrouwen zwijgen niet, maar spreken profetische, revolutionaire woorden. Daarin komen de uittocht en Hanna’s loflied (1 Samuël 2:1-10), de dappere Jaël en de vernederde Lea aan het woord. Het bekende Magnificat keert alle bestaande machtsverhoudingen om.

Premium

Het licht van de wereld als kostbare schat

Na zijn niet-oordelende houding rond de overspelige vrouw (Johannes 8:1-11, het evangelie van vorige zondag) legt Jezus zichzelf uit als ‘licht van de wereld’ (8:12). Dit licht kennen we ook uit Tenach. De farizeeën bestrijden Jezus’ ‘getuigenis’ (Gr.: marturia) over zichzelf. Jezus verdedigt zichzelf door zijn innige verhouding met de Vader (Gr.: patèr) te bespreken. Het letterlijke middelpunt van Johannes 8:12-20 gaat over wel of niet ‘oordelen’ (Gr.: krinoo – 8:15-16). Deze uitgebreide theologische toelichting vindt plaats in de ‘schatkamer’ (Gr.: gazofulakion – 8:20) van de tempel.

Premium

De velden zijn wit, rijp voor de oogst

Overeenkomstig in de lezingen is de belofte voor ‘vreemdelingen en gasten’ (Efeziërs 2:19) om deel te hebben aan dezelfde toekomst als de ‘heiligen en huisgenoten van God’ (2:19). Bij Jona gaat het om ‘omkeer’ uit verkeerde levenspatronen, de andere stellen Jezus Christus centraal. In het evangelie speelt een Samaritaanse vrouw (Johannes 4:29.39) de rol van ‘zaaier’ bij de ‘oogst’ (4:37). De oogst bestaat eruit dat haar stadgenoten niet langer vanwege haar ‘woord’ (4:39 – NB) geloven, maar door ‘zijn eigen woord’ (4:41 – NB). Tweemaal klinkt een belijdenis (4:29.42).

Premium

Uiterlijke of innerlijke waarheid

Het gaat niet om heilige plaatsen, al lijkt de lezing van Micha daarheen te verwijzen. Het gaat om ‘God te dienen (…) met eerbied en ontzag’, zoals Hebreeën 12:28 zegt. In de Johanneslezing wordt het beeld gebruikt van een bron en levend water. Het thema ‘waarheid’, ‘waarachtigheid’ (4:18.23.24) is daarbij belangrijk. De waarheid draait niet om een (heilige) plaats, maar om wíe je aanbidt. Driemaal noemt Jezus de Vader (4:21.23), die alles te maken heeft met de Geest (4:23.24, ook driemaal). Hierin openbaart Jezus zich als de gezalfde.

Premium

De vreugdevolle belofte van de Kerstnacht

De vreugdevolle belofte van de Kerstnacht is bestemd voor alle mensen, ook voor de heidenen, de volkeren. Dit vertelt de lezing van Jesaja 8:23b-9:7, dit vertelt Psalmen 96 en dit vertelt op geheel eigen wijze ook Lucas 2:1-20. Dit bekende, zogenoemde ‘kerstevangelie van Lucas’ speelt zich af in het verborgene van Israëls geschiedenis, maar niet zonder gebruik te maken van de grote openbare wereldgeschiedenis. Het verhaal is geworteld in de Joodse traditie, maar gaat alle ‘mensen met goede bedoelingen’ (Gr.: anthroopois eudokias – Lucas 2:14) aan.

Premium

Inlijving of behoud van identiteit?

In veel christelijke bijbelvertalingen staat het boek Daniël tussen de profeten. In de Hebreeuwse Bijbel – en bijvoorbeeld ook in de Naardense Bijbel – hoort Daniël tot de Geschriften (Hebr.: ketoebhim). Daar wordt Daniël eerder beschouwd als een apocalyptisch ziener dan als een profeet. Het boek Daniël is geschreven in de jaren 167-164 voor onze jaartelling, toen het hellenisme onder de Syrische heerser Antiochus IV
Epifanes vaste grond had gevonden in Jeruzalem.

Premium

Wat doen we met Amalek?

Na interne problemen van het volk in Refidim (Exodus 17:1-7) dreigt er vanbuiten gevaar: Amalek, de aartsvijand van Israël. De strijd wordt niet alleen gevoerd met het zwaard van Jozua, maar ook door de niet aflatende inzet van Mozes met zijn ‘opgeheven armen’ (17:11 – Nieuwe Bijbelvertaling). Eigenlijk staat er ‘zijn hand’ (Hebr.: jadò), waarin de staf van God ligt (17:9). De hand van Mozes wordt ook genoemd in verbondenheid met de troon van JHWH (Hebr.: ki jad al kees jah – 17:16). In deze perikoop komt het woord ‘hand(en)’ zeven keer voor, net als ‘Amalek’, de aartsvijand.

Nieuwe boeken