Menu

Filters

Hoofdthema

Rubriek

Soort materiaal

Bron

Kerkelijk jaar

Oude Testament

Nieuwe Testament

Auteur

Lidmaatschap

Basis

Woord voor woord onheilspellend

Je kunt het boek Ester wel een gelegenheidsgeschrift noemen. Een reactie op een gewelddadige vervolging, literair geantedateerd, met een andere locatie dan waar deze in werkelijkheid heeft plaatsgevonden (hier de burcht in de stad Susa in Perzië). Een vorm van verzets- of onderduikliteratuur, ter bemoediging, zoals ook de eschatologische prediking die functie heeft. Je schrijft uiteraard met het oog op het heden, maar om niets aan de grote klok te hangen, situeer je de situatie in het verleden en op een andere plaats. Hoe dan ook: een goed gecomponeerde novelle.

Basis

Mordechai poogt de Joden te redden

Het boekje Ester wordt in de introductie die de NBV erbij geeft, een novelle genoemd. Dat genre, zo luidt de definitie, kent één hoofdpersoon, die we leren kennen op een eendimensionaal keer- of hoogtepunt in zijn/haar leven. Zijn/haar karakter ontwikkelt zich nauwelijks. Er zijn in dit verhaal wel meer handelende personen. In dit hoofdstuk is het in elk geval Mordechai die de hoofdrol speelt: twaalf keer valt zijn naam.

Basis

Hoe Ester koningin werd

‘Na deze gebeurtenissen’ – dat wil zeggen: nadat in hoofdstuk 1 is verteld hoe koningin Wasti is ontboden op het feest van koning Ahasveros, hoe zij heeft geweigerd te komen en daarom door de koning is geroyeerd – na deze gebeurtenissen ‘gedenkt’ Ahasveros wat zij heeft gedaan en wat over haar is ‘besloten’ (Hebr.: gazar – 2:1). Dit werkwoord kan ook betekenen ‘buiten een gemeenschap gezet zijn’. Wasti is geheel en al weg, uit het zicht, uit de gemeenschap.

Basis

Machthebbers hebben weinig vrienden

In hoofdstuk 4 wordt de verandering beschreven die Ester doormaakt. Van mooi meisje dat luistert naar haar oom en haar komaf verzwijgt, dat luistert naar de hoveling die haar aanraadt zich op te doffen, en dat de wetten van de koning niet wil overtreden ondanks de dreigende catastrofe voor haar volk; naar een koningin die bevelen geeft, die uit haar eigen schaduw treedt en moed bewijst: ‘Ga (…) doe niet (…) ik zal (…) ik zal gaan’ (4:16). Zij verandert van iemand die de blik naar binnen richt, in iemand die opkijkt en het wezenlijke in zicht neemt.

Nieuwe boeken