Menu

Filters

Hoofdthema

Rubriek

Soort materiaal

Bron

Kerkelijk jaar

Oude Testament

Nieuwe Testament

Auteur

Lidmaatschap

Basis

Goede en slechte herders

De Ezechiëlperikoop is een harde aanklacht tegen machtsmisbruik. De troostende woorden van JHWH die op deze aanklacht volgen, zijn balsem voor de verdrukte ziel: ‘Ik zal zelf naar mijn schapen omzien en zelf voor ze zorgen’ (Ezechiël 34:11). De evangelist Johannes neemt deze woorden van Ezechiël op en wijst op Jezus als de goede Herder, in tegenstelling tot de slechte herders die er ook zijn. In een andere tijd en context blijken de oude woorden opnieuw betekenis te krijgen. Lukt dat in onze tijd en context ook?

Basis

Marcus heeft haast

Marcus laat er geen gras over groeien, er zit vaart in zijn verhaal. Hoofdstuk 1 begint met het optreden van Johannes de Doper, vervolgens wordt Jezus gedoopt en meteen daarna door de duivel op de proef gesteld. Dan lezen wij dat Johannes wordt overgeleverd en dat Jezus naar Galilea gaat, ‘verkondigende het evangelie (van het Koninkrijk) van God: De tijd is vervuld, het Koninkrijk van God is nabijgekomen, bekeert u en stel vertrouwen in het evangelie’ (1:14-15).

Basis

David vestigt zich in Jeruzalem

Isboset, zoon van Saul en koning over Israël, is dood. Er is nog één mannelijke nazaat: Mefiboset, zoon van Jonatan en kleinzoon van Saul. Maar hij is niet geschikt als troonopvolger omdat hij aan beide voeten verlamd is (2 Samuël 4:4). David is koning over Juda. Nu willen alle leiders van Israël dat hij ook koning over Israël zal worden. David wordt gekozen en gezalfd, net als toen door Samuel in opdracht van God (1 Samuël 16:13) en door de leiders van Juda (2 Samuël 2:4). Met deze derde zalving wordt het volk herenigd en David officieel koning voor het hele volk (2 Samuël 5:1-5).

Nieuwe boeken