Afdalen en omkeren
Naäman wordt met indrukwekkende woorden beschreven: hij is een sar-tsebha’, een voorname krijgsman, een ’isj gadol, een grote man, ‘in het aangezicht’ van zijn koning, hij heeft een ‘verheven aangezicht’. Met hem behalen de Arameeërs, met hulp van de Eeuwige, overwinningen. De man is machtig en sterk – maar achteraan staat: hij is metsora‘, huidziek (5:1).