Menu

Filters

Hoofdthema

Rubriek

Soort materiaal

Bron

Kerkelijk jaar

Oude Testament

Nieuwe Testament

Auteur

Lidmaatschap

Basis

Dit staat te geschieden – en is gekomen

De laatste zondag van het liturgisch jaar is er een in een reeks. Herfst en winter gaan in elkaar over, Voleinding en Toekomst (Advent) kussen elkaar. De Komende die verwacht wordt, is de Gekomene die gevierd wordt. De toekomst is al gaande, het einde voltooid onder ons. Waar de eeuwigheid wordt gevierd, is de eeuwigheid nu. Koning Christus is de Voleinder als wel de reeds lang op ons Toegekomene.

Basis

De beslissende keuze

In de schriftlezingen van deze zondag spelen tijden en namen een doorslaggevende rol. Het verhaal van de roeping van Mozes bij de brandende braamstruik loopt uit op het noemen van de Godsnaam JHWH. Die wordt met werkwoordvormen van de stam (Hebr.:) haiah geduid als: ‘Ik ben die Ik ben’, of tegenwoordig meestal vertaald met: ‘Ik ben die er zijn zal’ (Exodus 3:14 – Nieuwe Bijbelvertaling). Bedoeld is dan: je zult zien wie Ik ben als Ik mijn volk uit de slavernij van Egypte laat wegtrekken.

Basis

Verdriet over de stad

In 70 na Chr. liggen Jeruzalem en de tempel in puin. De Romeinen onder leiding van Titus hebben de stad kort en klein geslagen. Dat beeld heeft de schrijver van Lucas 19 voor ogen als hij Jezus laat wenen over de stad. Maar het is meer dan historie, het is ook eeuwenoude profetie. Want ook Jesaja 1 zag een geslagen Jeruzalem: niet letterlijk, maar figuurlijk. Want een stad waar onrecht gebeurt, en waar het gedrag g/Godgeklaagd is, die ligt in puin.

Basis

Prijs je gelukkig

In beide lezingen, uit de Apocalyps en uit het Matteüsevangelie, gaat het om een specifieke levenshouding die aanbevolen wordt. Als mensen op de proef gesteld worden en in de beproeving staande blijven, dan kan hun voorbeeld inspireren tot navolging. Uit beide lezingen spreekt de overtuiging dat God de standvastigheid op waarde zal schatten. God staat garant voor deze consequente levenshouding. Vergelijk het getekend zijn van de dienstknechten van God met het zegel op hun voorhoofd (Openbaring 7:3) met het gebruik van het passivum divinum in de zaligsprekingen uit het evangelie.

Basis

Verlangen naar het huis des Heren

In bijna onmogelijke bewoordingen richt Jeremia zich tot God. ‘Al getuigen onze ongerechtigheden tegen ons, Heer, doe het omwille van uw naam’ (14:7). Het bijbelse Israël weet dat het altijd ‘Israël én’ is. Zonder zijn God is Israël niet denkbaar. Daarom moet God, ja, móet Hij niet doen alsof Hij enkel een vreemdeling is in het land en alleen maar een nachtje blijft. Laat zien dat U in ons midden bent. Maar de Heer God blijkt niet op afroep beschikbaar. Als je niet naar Hem hoort, hoe kan Hij er dan zijn?

Basis

David vestigt zich in Jeruzalem

Isboset, zoon van Saul en koning over Israël, is dood. Er is nog één mannelijke nazaat: Mefiboset, zoon van Jonatan en kleinzoon van Saul. Maar hij is niet geschikt als troonopvolger omdat hij aan beide voeten verlamd is (2 Samuël 4:4). David is koning over Juda. Nu willen alle leiders van Israël dat hij ook koning over Israël zal worden. David wordt gekozen en gezalfd, net als toen door Samuel in opdracht van God (1 Samuël 16:13) en door de leiders van Juda (2 Samuël 2:4). Met deze derde zalving wordt het volk herenigd en David officieel koning voor het hele volk (2 Samuël 5:1-5).

Basis

Bidden is noodzakelijk

Jezus spreekt een gelijkenis ‘tot hen’. De aangesprokenen zijn blijkens 17:22 zijn leerlingen, wij dus. Wij worden aangesproken en opgeroepen om overal te bidden en de moed daarbij niet te verliezen. ‘Opgeroepen’ is eigenlijk te zwak uitgedrukt; het gaat om noodzaak. Het is voor een leerling van Jezus noodzakelijk om overal te bidden en daarbij de moed niet te verliezen. Waarom? En waarom zou je daarbij de moed verliezen?

Nieuwe boeken