Heden ik, morgen wij
Wij en zij, ik en jullie, ik en hunnie: allemaal tweedelingen. Maar nu: ik en wij. Als het leven wiskunde was, kon je eenvoudig zeggen dat ik een deelverzameling was van wij, met cirkels die elkaar deels overlappen. Maar gelukkig is het leven ingewikkelder dan wiskunde.