God en de goden
Het barst van de goden in de bijbel. Maar er staat ook: ‘God, de Eeuwige is één’. Hoe zit dat?
Het barst van de goden in de bijbel. Maar er staat ook: ‘God, de Eeuwige is één’. Hoe zit dat?
De enige zijn. Het kan een fijn gevoel geven: jij bent voor mij de enige. Of: wat ben jij bijzonder! Maar het kan ook heel ongemakkelijk zijn. Je staat apart. Als enige.
In het leven van slachtoffers van huiselijk geweld lijkt het een terugkerend thema: denken dat je de enige bent die dit gebeurt. Ik vroeg Inge van Bommel, antropoloog en ruim vier jaar werkzaam in de begeleiding van slachtoffers, op welke manier dit steeds weer opduikt.
Een verhaal over Uil en Kat. Uil heeft last van vliegangst. Hij komt er door het lezen van een verhaal van iemand die hetzelfde ervaarde als hem, achter dat er meer zijn zoals hem. Uil voelt zich hierdoor minder alleen.
Is het nou fijn of niet, om de enige te zijn? Het is een tamelijk existentiële vraag en er zijn veel situaties waarin het antwoord ambivalent is. Natuurlijk wil je de enige geliefde zijn van je man of vrouw en misschien is het ook wel fijn om de enige te zijn die de tien kilometer onder de 12 minuten kan schaatsen, maar om nou de enige te zijn die kan genieten van een mooi uitzicht, de enige passagier te zijn in een treincoupé of de enige die het Russische alfabet kan boeren… het voelt wat allenig. De mededeling ‘ik ben enigst kind’, klinkt dan ook zelden blij.
De ene God in drieën -vader, zoon en heilige Geest – het lijkt een onbegrijpelijk leerstuk. Maar het oude geheim van de goddelijke drieeenheid is herontdekt. Als beeld van een God ’in beweging’, altijd gericht op verbinding, nooit opgesloten in zichzelf.
Hoe zit het toch met mensen? Aan de ene kant wil de mens zó graag vrij zijn om zich te ontwikkelen tot een uniek individu; helemaal zelf bepalen wat je denkt en wat je doet. Aan de andere kant blijft er de diepe behoefte aan geborgenheid en bij elkaar te horen.
Patat sorteren, dobbelen in bad – geen gewoonte zo vreemd of er is nóg iemand die dat doet. Bíjna geen gewoonte.