‘Vroeger was het beter’
De kerk is voortdurend in beweging. In de loop der tijd vinden er allerlei veranderingen plaats. Sommigen zijn blij met die veranderingen; anderen hebben er moeite mee en voelen zich steeds minder ‘thuis’ in de kerk.
De kerk is voortdurend in beweging. In de loop der tijd vinden er allerlei veranderingen plaats. Sommigen zijn blij met die veranderingen; anderen hebben er moeite mee en voelen zich steeds minder ‘thuis’ in de kerk.
Het gaat ‘de groenen’ nooit ver genoeg, anderen ontkennen dat hun handelen ertoe doet. In de kortste keren is er heibel in de gemeente als het over klimaat en milieu gaat. Hoe kunnen we daar in alle rust en met respect naar elkaar over praten? En gebeurt er dan ook wat?
Geloof en kerklid zijn, gaan meestal samen op, maar niet altijd. Wie niet meer gelooft, zegt z’n lidmaatschap op. Maar niét geloven en tóch lid zijn en blijven…? Of: geen lid (meer) zijn, maar wél zeggen te geloven…? Hoe loopt het in een gesprek als zulke gedachten en wensen aan de orde komen?
Hoe gaan we om met kritiek? Zeker als het om de kerk gaat, die ons lief en dierbaar is? En tegelijk, hoe kun je proberen de ander ook echt te verstaan? Zit er misschien een heel verhaal achter?
Het gebeurt nogal eens en ‘komt in alle families voor’, en toch… als een huwelijk en gezin gebroken worden door een scheiding, vinden we het vaak lastig daarmee om te gaan. Moet je partij kiezen? Wat kun je doen? Hoe kleurt het de spiegel waarin je je eigen situatie ziet? Over moeilijke vragen gesproken…
We kennen allemaal het verhaal van de Emmaüsgangers uit Lucas 24. Maar heeft u het wel eens gelezen als het grondpatroon, hét voorbeeld van een goed pastoraal gesprek? Ter inleiding op de volgende ‘moeilijke vragen’ daarom eerst dit verhaal.
Hoe voer je op goede wijze een moeilijk gesprek? Vijf gouden tips voor dit gesprek.
De waarom-vragen bij het leed dat mensen overkomt, zijn misschien wel de lastigste moeilijke vragen. Is er een antwoord? Hoe blijven wij zelf staande als het kwaad ons treft? Of, hoe kunnen we anderen nabij zijn en troosten als ziekte en dood hen overkomen?
Afnemend ledental en verminderde inkomsten nopen gemeenten er nogal eens toe dat een kerkgebouw moet worden afgestoten. Dat zijn pijnlijke beslissingen met verdrietige gevolgen. Ze geven onrust in de gemeente, boosheid soms, onbegrip… waar de bezoekmedewerker concreet mee te maken krijgt. Hoe ga je daarmee om? Wat kun je zeggen, doen? Hoe houden we elkaar overeind?