Bronnen van troost
Voor dit themanummer sprak Gerry Kramer-Hasselaar met enkele mensen over hun bronnen van troost.
Voor dit themanummer sprak Gerry Kramer-Hasselaar met enkele mensen over hun bronnen van troost.
Dit themanummer over ‘Troost’ begint met een inleiding over wat troosten eigenlijk ís. We weten het – intuïtief – allemaal, maar breng het maar eens onder woorden. Hier enkele opmerkingen die behulpzaam kunnen zijn.
Dit artikel is een verkenning van het begrip ‘troost’ in de Bijbel. Het is een rijk motief. Enerzijds gaat het over het gewone leven en de troost die mensen elkaar daarin kunnen bieden bij verdriet. Anderzijds gaat het over de troost die alleen God kan geven: troost die samengaat met redding en herstel.
Wat is troost en hoe kunnen we mensen troosten die we in onze pastorale praktijk – of gewoon, als buren of vrienden – tegenkomen? Doe er vooral niet moeilijk over, wie weet strijkt de troost-vlinder zomaar op iemands schouder neer…
In een jubileumjaar als Ouderlingenblad nu mag meemaken, is er alle reden om te vieren – dat dóen we ook! – maar ook om terug te kijken. Hoeveel is er, ook op kerkelijk en geloofsgebied, niet veranderd? Hoe gaan we daarmee om en waarderen we dat? En de belangrijkste vraag wellicht: hoe kijken we verder? Hoe zien we de (nabije) toekomst?
Rituelen kunnen troosten. Rituelen – vaste gewoonten, met woorden, gebaren, attributen – geven houvast en verbinden met soortgelijke ervaringen op andere momenten. In dit artikel gaat het over zulke rituelen en over hoe we er troost aan opdoen.
Het verhaal van een pastor in zijn contact met zomaar een buurtgenoot beschrijft prachtig hoe de kerk of de gemeente troost geeft én troost ontvangt… ‘Ik heb je nodig om van je te leren’.
‘Hoe moet het eigenlijk, troosten?’, is de vraag die onder dit artikel ligt. Zo praktisch en herkenbaar mogelijk, met ‘Do’s & Don’ts’ wijst de schrijver richting aan wie in het pastoraat met rouw te maken krijgt – en wie is dat niet?