Moed vinden door de moed te durven verliezen
Tijdens de Nacht van de Theologie nam Erik Borgman het woord. In deze lezing spreekt hij over de moed vinden door de moed te durven verliezen.
Tijdens de Nacht van de Theologie nam Erik Borgman het woord. In deze lezing spreekt hij over de moed vinden door de moed te durven verliezen.
Onlangs was ik in het Kröller-Müller Museum. Terwijl ik daar liep, viel het me ineens op: het contrast tussen de rijke uitstraling van het museum en de onderwerpen die Van Gogh koos. Denk aan titels als ‘Kop van vrouw,’ ‘De zaaier’ en natuurlijk ‘De aardappeleters.’ Wat een kunstenaar ben je als je miljoenen mensen vol bewondering kunt laten genieten van een armelui’s familie die een pan met het goedkoopste voedsel naar binnen lepelt!
In de meivakantie kregen onze kinderen aan maandje een abonnement op Disney+. Hoog op het verlanglijstje van mijn tienerzoon stond het kijken van de Avengers-films. Ik ben niet zo van de superhelden films, maar besloot er samen met hem één te kijken. Daar zag ik hoe niet één, niet twee, maar maar liefst vijf superhelden de handen ineen sloegen om de wereld te redden van het kwaad. De vertellers maakten het duidelijk: één held was niet genoeg geweest om het tij te keren. De samenwerking van deze opzienbarende figuren had ervoor gezorgd dat er weer toekomst was voor planeet aarde. De samenwerkende superhelden deden me denken aan het Pinksterfeest. Hoe? Nou, zo.”
‘Kerken zouden veel vaker hun deur moeten openzetten.’ Je hoort het regelmatig iemand zeggen. En terecht natuurlijk. Want zo’n open-deur-beleid kan veel opleveren. De ervaringen van Christina Pumplun in de Westerkerk in Amsterdam zijn er een mooie illustratie bij. Nu is de ‘Wester’ natuurlijk niet zomaar een kerk: met haar rijke geschiedenis, dynamische locatie, majestueuze toren en indrukwekkende binnenruimte. Toch ben ik ervan overtuigd dat ook andere kerken er wél bij zouden varen wanneer zij wat vaker de deuren zouden opzetten. Uiteraard elk om een eigen unieke manier.
De mystieke weg is niet iets anders dan onze gewone levensweg. Wel zien we die met nieuwe ogen. Je beleeft hetzelfde anders. Dat maakt het bestaan tot een avontuur. Evelyn Underhills boek Mystiek is onder meer klassiek geworden omdat ze de beschrijving van de mystieke weg uitbreidt. Aan de al bekende fasen van loutering, verlichting en eenwording met God, voegt ze ‘ontwaken’ en ‘de donkere nacht van de ziel’ toe. Overigens is de mystieke weg, net als het leven zelf, geen recht pad van A naar Z. Sommige fasen kunnen steeds weer terugkomen terwijl andere ontbreken.
Hoe verhouden we ons als kerk tot de dertigers die geen ambitie hebben om een trouw kerklid te worden? Die vraag houdt de Protestantse Kerk bezig. Het boek van Rutger Bregman, ‘De meeste mensen deugen,’ geeft raakvlakken waarover kerk en dertigers in gesprek kunnen gaan.
Het aanbod aan goede raad is ruim en, soms, subtiel. Sommigen strooien er kwistig mee rond. Gevraagd of ongevraagd. Al dan niet tegen vergoeding. Anderen gaan er spaarzaam mee om. Zij worden wel verzocht advies te geven. Het ontbreekt hen evenmin aan inzichten. Toch kiezen ze voor terughoudendheid. Ook aan de vraagzijde heb je verschillende houdingen. Een aantal mensen lijkt steeds en overal op zoek naar goede raad. Omgekeerd heb je mensen die hun boontjes liever zelf doppen. Zij verlangen geen inmenging van anderen in hun binnentuin.
Sinterklaas is zo populair omdat hij in zijn tijd als kerkleider zoveel zegen verspreidde dat we daarvan vandaag nog steeds kunnen genieten. Hij had de glans van een oudtestamentische profeet, als bijvoorbeeld Elisa.
In mijn vorige twee blogs heb ik aandacht besteed aan radicale theologie, een relatief nieuwe beweging in Nederland maar met wortels in de ‘God is dood’-theologie van de jaren 60. Na een korte introductie van radicale theologie ging ik over op een kritiek van het Westers christendom. Ik eindigde met: “Ja, maar Jezus dan?” Daar gaan we nu verder.