Elia, Johannes en Jezus
Lieve Teugels vergelijkt de rollen die Elia in Rabbijnse literatuur krijgt toebedeeld en de manieren waarop in het Nieuwe Testament naar Elia verwezen wordt, zowel met het oog op Johannes als met het oog op Jezus.
Lieve Teugels vergelijkt de rollen die Elia in Rabbijnse literatuur krijgt toebedeeld en de manieren waarop in het Nieuwe Testament naar Elia verwezen wordt, zowel met het oog op Johannes als met het oog op Jezus.
In het boek Klaagliederen komt het lijden van mensen rauw en overweldigend op ons af. Het is geen vertelling, zoals het boek Job, dat speelt in een land hier ver vandaan. Het gaat om echte rampen, die echte mensen overkomen: de inval van vijanden. Verwoesting van een stad, met alle doden die daarbij vallen. Een gruwelijke hongersnood. De beelden buitelen over elkaar heen. Is God ten midden van dat alles dichtbij of juist op afstand?
De titel van deze bijdrage, ‘Jeremia in de put’, kent drie opzichten: ten eerste omdat hij een uiterst pijnlijke boodschap moet brengen waar hij zelf geestelijk onder lijdt, ten tweede omdat hem psychisch en fysiek geweld wordt aangedaan door afwijzing en doodsdreiging, en ten derde omdat hij deelt in het onvoorstelbare trauma van Juda’s ondergang, met de nog verdere afbraak daarna.
Heeft u dat ook wel eens: profetische neigingen? Vooral predikanten schijnen daar nogal eens last van te hebben. Wie wil er nu niet eens flink de waarheid zeggen? En het is helemaal mooi als je dat kunt in de overtuiging dat je namens God spreekt of – iets minder hoogdravend – met bijbels gezag. Juist de Bijbel leert ons echter ook dat wie zich geroepen voelt tot profeet het zwaar kan krijgen en soms ook aan zichzelf kan gaan twijfelen.
Wat onderscheidt een ware profeet van een valse? Vaak wordt dat pas gaandeweg duidelijk en soms duurt het heel lang en moet men het aanvankelijke oordeel bijstellen. De profeet Micha is daarvan een intrigerend voorbeeld.
Bijschrift bij de verschijningsvorm van een profeten (zoals Amos en Micha)
Amos’ kritiek op religieuze misstanden vinden we hout snijden en zijn visie op de scheefgegroeide economische verhoudingen kan op onze sympathie rekenen. Deze veeboer en vijgenkweker (Amos 7:14) spreekt ons aan in dagen van stikstofcrisis en een vastgelopen landbouwbeleid. Maar niet iedereen is van hem gediend. Amasja, een priester aan het heiligdom van Betel, vindt Amos een ophitser en dringt er bij koning Jerobeam op aan deze boze boer terug te sturen naar zijn land van herkomst, uit te zetten als een ongewenste vreemdeling in het Noordelijke Rijk Israël (Amos kwam immers uit Tekoa in het zuidelijke Juda).
De term ‘Septuaginta’ verwijst naar de Griekse vertalingen van joodse religieuze teksten die tussen de derde eeuw voor Christus en de tweede eeuw na Christus tot stand kwamen. In een tijdsspanne van vijf eeuwen werd elk boek uit de Hebreeuwse Bijbel diverse keren naar het Grieks vertaald. Sommige boeken werden ook rechtstreeks in het Grieks geschreven. Strikt genomen is de naam ‘Septuaginta’ enkel van toepassing op de oudste Griekse vertaling van de Tora. Bij uitbreiding wordt de term echter vaak gebruikt voor het geheel van Griekse teksten dat voor zowel Grieks-sprekende joden als vroege christenen de Schrift was. Ook de profetische boeken Amos en Micha werden door veel joden en christenen in de oude wereld in het Grieks gelezen.
In 1 Samuël 28 wendt koning Saul zich in wanhoop tot de gestorven Samuël, door hem op te laten roepen door een vrouw in Endor. Traditioneel staat zij bekend als ‘de heks van Endor’. Wat weten we van de praktijk van het oproepen van geesten in het oude Israël? Diverse teksten spreken een verbod hiertegen uit en een dergelijk verbod heeft alleen zin wanneer de verboden praktijk daadwerkelijk gepraktiseerd werd.