Menu

Filters

Hoofdthema

Rubriek

Soort materiaal

Bron

Kerkelijk jaar

Oude Testament

Nieuwe Testament

Auteur

Lidmaatschap

None

Amos en Micha

Heeft u dat ook wel eens: profetische neigingen? Vooral predikanten schijnen daar nogal eens last van te hebben. Wie wil er nu niet eens flink de waarheid zeggen? En het is helemaal mooi als je dat kunt in de overtuiging dat je namens God spreekt of – iets minder hoogdravend – met bijbels gezag. Juist de Bijbel leert ons echter ook dat wie zich geroepen voelt tot profeet het zwaar kan krijgen en soms ook aan zichzelf kan gaan twijfelen.

Basis

Amos’ hartzeer voor Israël

Sommige lezers openen een boek, bekijken de inhoudsopgave, lezen het begin en bladeren daarna door tot aan het slot. Zij willen weten hoe het verhaal afloopt of het betoog eindigt. Het loont om dat ook bij het boek Amos te doen. Het begint immers met grimmige beelden en harde woorden van een tegen Israël boze brullende JHWH (1:2–3:2). Die blijken zich in het hele geschrift onafgebroken door te zetten. Het is bijzonder interessant te kijken hoe het aan het einde met dit kwaad volhardende Israël afloopt. Het eindigt met nauwelijks te geloven mooie en euforische beelden (9:11-15)! Kan of moet Amos nu gekwalificeerd worden als een onheils- of een heilsprofeet?

Basis

Filistijnen als onkruid

Filistijnen, wie kent ze niet? De Filistijnen vormen een van de grootste vijanden van de Israëlieten, misschien zelfs wel dé vijand. Keer op keer leveren Israëlieten en Filistijnen slag met elkaar. En dan lezen we in Amos dat JHWH tot Israël zegt dat Hij niet alleen de Israëlieten uit Egypte heeft geleid, maar ook Filistijnen uit Kreta en Arameeërs uit Kir. Een vers dat nieuwsgierig maakt. Heeft JHWH iets goeds gedaan voor de Filistijnen?
Deze bijdrage van het nummer van Schrift verkent de rol die de Filistijnen spelen in de Bijbel van kaft tot kaft. Nou ja, dé Filistijnen. Filistijnen. En dé rol. Misschien een rol. Uitgangspunt is Amos 9:7, de methode die wordt gehanteerd is die van observeren van de letterlijke tekst en op basis daarvan (voorzichtige) uitspraken doen.

Basis

De boze boer uit Tekoa

Amos’ kritiek op religieuze misstanden vinden we hout snijden en zijn visie op de scheefgegroeide economische verhoudingen kan op onze sympathie rekenen. Deze veeboer en vijgenkweker (Amos 7:14) spreekt ons aan in dagen van stikstofcrisis en een vastgelopen landbouwbeleid. Maar niet iedereen is van hem gediend. Amasja, een priester aan het heiligdom van Betel, vindt Amos een ophitser en dringt er bij koning Jerobeam op aan deze boze boer terug te sturen naar zijn land van herkomst, uit te zetten als een ongewenste vreemdeling in het Noordelijke Rijk Israël (Amos kwam immers uit Tekoa in het zuidelijke Juda).

Basis

Amos en Micha in de Septuaginta

De term ‘Septuaginta’ verwijst naar de Griekse vertalingen van joodse religieuze teksten die tussen de derde eeuw voor Christus en de tweede eeuw na Christus tot stand kwamen. In een tijdsspanne van vijf eeuwen werd elk boek uit de Hebreeuwse Bijbel diverse keren naar het Grieks vertaald. Sommige boeken werden ook rechtstreeks in het Grieks geschreven. Strikt genomen is de naam ‘Septuaginta’ enkel van toepassing op de oudste Griekse vertaling van de Tora. Bij uitbreiding wordt de term echter vaak gebruikt voor het geheel van Griekse teksten dat voor zowel Grieks-sprekende joden als vroege christenen de Schrift was. Ook de profetische boeken Amos en Micha werden door veel joden en christenen in de oude wereld in het Grieks gelezen.

Basis

Het gebruik van Amos 9:11-12 door Jakobus in Handelingen 15

De slotverzen van het boek Amos bieden onverwacht hoop na een boek vol oordeel. De hut van David zal worden hersteld, Israël zal de andere volken bezitten en in vrede leven en genieten van de opbrengst van het land (Amos 9:11-15). Deze verzen worden door Jakobus aangehaald als hij in Handelingen 15 betoogt dat niet-Joodse gelovigen niet belast hoeven te worden met het houden van de gehele wet. Ten opzichte van de Hebreeuwse tekst zijn er in het citaat in Jakobus’ pleidooi echter ingrijpende wijzigingen aangebracht. Hoe is dat te verklaren? Hoe functioneert het citaat precies in Jakobus’ betoog? Om dit te achterhalen, kijk ik eerst naar Amos 9:11-15 in de context van het Hebreeuwse boek van de twaalf profeten, vervolgens naar het gebruik van dit vers in twee handschriften uit Qumran, en ten slotte naar het citaat in Handelingen.

Nieuwe boeken