Armoede en zendingswerk
In deze rubriek geven buitenlandse studenten die in Nederland theologie en missiologie studeren een impressie bij het thema.
In deze rubriek geven buitenlandse studenten die in Nederland theologie en missiologie studeren een impressie bij het thema.
‘Leave no one behind!’ is een gevleugelde term geworden voor politici, hulpverleners en activisten. ‘Niemand mag achterblijven!’ Een belangrijke slogan, die centraal staat in de nieuwe Werelddoelen van de Verenigde Naties. De praktijk is echter weerbarstig. Wereldwijd neemt de armoede in rap tempo af. Maar aan mensen onderaan de sociale en economische ladder gaat deze ontwikkeling totaal voorbij. Hoe kan dat? En is deze trend te doorbreken?
Piet Both is arts en heeft jaren voor Leprazending gewerkt. Eerder was hij met zijn gezin door de Raad voor de Zending uitgezonden naar Ghana. Later bezocht hij vanuit Nederland regelmatig lepraprojecten in Afrika en Azië. Sinds 2014 is hij redactielid van TussenRuimte. Armoede raakt hem zeer en hij was degene die het thema aandroeg voor deze decembereditie.
Onlangs maakte ik deel uit van een voorgangersreis naar Oeganda, voor de vijfde keer georganiseerd door TEAR. Wij waren één week te gast in dit land, dat wel ‘de parel van Afrika’ wordt genoemd, om te zien en horen hoe kerken daar omgaan met hun roeping om hun licht te laten schijnen voor de mensen.
“Ik ben een weduwe en ik woon in Nilphamari, in het noorden van Bangladesh. Ik heb het niet makkelijk gehad in mijn leven, ook nu niet, maar God is goed voor mij en Hij zal me ook kracht geven voor het leven dat nog voor mij ligt. Ik ben getrouwd geweest en die jaren met mijn man en onze dochter was de mooiste tijd van mijn leven.
“Ik heb zes kinderen gekregen. Vijf van onze kinderen zijn gestorven en ik heb nog één dochter over. Mijn man stierf zes jaar geleden en ik woon nu met een jongere zus in Nilphamari, in het noorden van Bangladesh.
Zorg voor de armen is de eeuwen door een vanzelfsprekende opdracht voor de kerk …Of toch niet? En: is er ook niet steeds het risico dat mensen als object van zorg gezien blijven worden, in plaats van als gelijkwaardig lid van de gemeente van Christus?
Een vierjarig Amerikaans jongetje dat roept dat je je leven aan God moet geven, een elfjarig Braziliaans meisje dat mensen geneest, een ander Amerikaans jongetje van tien jaar dat vol passie spreekt over het bijbelboek Daniël. Kindpredikers, een fascinerend fenomeen dat opduikt over de hele wereld. Vooral in Brazilië groeien ze in aantal en opvallend is dat veel van hen uit de onderklasse of lagere middenklasse komen.
In mijn jeugd las ik graag de moppenboeken van Max Tailleur. We hadden een hele reeks in huis. Bij tijd en wijle komen er nog grappen boven. Nu ook weer, bij het schrijven van dit artikel over geloof en rijkdom. Ik herinner mij een plaatje van twee rabbijnen die op het Sint Pietersplein in Rome staan en een stoet met limousines met allemaal kardinalen het plein op zien rijden. Zeggen ze tegen elkaar: ‘En dan te bedenken dat het allemaal begon met een ezeltje!’
De eerste doelstelling van de Verenigde Naties voor duurzame ontwikkeling gaat over armoede: ‘vóór 2030 zijn alle vormen van (extreme) armoede uitgebannen’. Wanneer is iemand in armoede? Waar ijk je dat aan? Dit doel vraagt om een weg: op welke wijze wordt er gewerkt aan deze belangrijke doelstelling?