Menu

Basis

Aan de slag met ‘de ongemakkelijke Jezus’

Het themanummer van oktober ging over ‘schurende uitspraken’ van Jezus. Die woorden roepen een ongemakkelijk beeld van Jezus op. In deze rubriek worden manieren aangereikt om met dat nummer concreet aan de slag te gaan, in de kerkenraad of een gespreksgroep, of waar dan ook. Alle goeds!

ERICA HOEBE-DE WAARD
Mw. drs. E. Hoebe-de Waard is als gemeentepredikant verbonden aan de Protestantse Gemeente Wageningen. Zij is lid van de redactie van Ouderlingenblad.

Hoe kun je in de gemeente, of in het pastoraat ‘Aan de slag’ met het vorige themanummer: ‘De ongemakkelijke Jezus’? Deze opzet reikt mogelijkheden aan om dat te doen in de kerkenraad, een bijeenkomst van bezoekmedewerkers, in een gespreksgroep of in het individuele pastoraat.

In het themanummer van oktober 2019 staan woorden van Jezus centraal. Niet de bekende en vertrouwde woorden, die mensen door de eeuwen heen hebben getroost en bemoedigd. In het nummer staan tien uitspraken van Jezus die vervreemding en ongemak oproepen. Weerbarstige uitspraken, die ons aan het denken zetten. Bedoelt Jezus echt te zeggen dat je je familieleden moet haten (Luc. 14:26)? En dat Hij niet gekomen is om vrede op aarde te brengen, maar het zwaard (Mat. 10:34)? Moet je echt je rechteroog uitrukken als dat je op de verkeerde weg brengt (Mat. 5:29)? Wat moet je met zulk soort uitspraken?

Aan de hand van deze opzet kun je met elkaar in gesprek komen over ‘de ongemakkelijke Jezus’ en over bijbelteksten die ongemak oproepen. Dat kan op één bijeenkomst – kies dan uit ‘Beelden van Jezus’ of ‘Namen voor Jezus’ als opmaat tot het gesprek. Maar gezien de veelheid kan de opzet veel beter nog uitgespreid worden over een aantal bijeenkomsten. Gebruik het voor een serie gespreksavonden, of voor een serie bezinningsmomenten, voorafgaand aan een vergadering. De gedeeltes ‘Beelden van Jezus’ of ‘Namen voor Jezus’ zijn ook goed te gebruiken binnen het pastoraat en kunnen een opmaat zijn voor een geloofsgesprek.

Globale opzet

De vraag ‘wie is Jezus?’ ligt onder het themanummer over ‘de ongemakkelijke Jezus’. Bij die vraag zetten we dus in. Het is een heel persoonlijke vraag, waar geen eenduidig antwoord op is. Aan de hand van de kijkopdracht ‘Beelden van Jezus’ en de opdracht ‘Namen voor Jezus’ worden we ons bewust van ons eigen beeld van Jezus en ontdekken we dat dat heel anders kan zijn dan het beeld van degene met wie we in gesprek zijn. Ieder van ons heeft een persoonlijk beeld van Jezus, dat is gevormd door allerlei factoren. De context waarin je bent opgegroeid speelt een rol, evenals de tijd waarin je bent opgegroeid. Welke kinderbijbel werd er thuis gelezen en vooral: welke afbeeldingen stonden erin? Hoe heb je hem leren aanspreken in gebed of op de catechese: als herder, als zoon, als opgestane Heer? Daarnaast is bepalend wat je hebt meegemaakt in je leven. Een gesprek hierover onder elkaar verrijkt, verheldert en inspireert. Omdat het niet alleen wat zegt over Jezus, maar vooral ook over jezelf en de ander.

Vervolgens gebruiken we het themanummer ‘de ongemakkelijke Jezus’ om met elkaar in gesprek te gaan over ‘Woorden van Jezus’, met bijbelteksten die schuren, die ons een ongemakkelijk gevoel geven. Aan de hand van de bijbelteksten en de reflectie, zoals die in het themanummer staat, komen we in gesprek over hoe de woorden onszelf raken. Begin en eindig elke avond (of deel van de avond) met vooraf duidelijk te maken wat het doel is van dit moment van bezinning: het onderling geloofsgesprek. Het gaat niet om ‘de waarheid’, of het vergaren van kennis, maar om het delen van persoonlijke ervaringen en geloofsverhalen.

1. Beelden van Jezus

Wie is Jezus voor onszelf en voor de ander? Daar staan we bij stil.

• We beginnen in stilte, met een individuele oefening. Hiernaast staan zes verschillende afbeeldingen van Jezus.* Neem de tijd om de beelden te bekijken (eventueel kunnen deze of vergelijkbare beelden ook geprojecteerd worden via de beamer, of afgedrukt worden).
• Geef de aanwezigen de volgende opdracht mee:
– Kies de afbeelding van Jezus die je het meeste aanspreekt, omdat die afbeelding jóuw beeld van Jezus laat zien en schrijf in stilte op waarom dat zo is.
– Kies het beeld dat je het minst aanspreekt, omdat die afbeelding een Jezus laat zien die je niét herkent en schrijf in stilte op waarom dat zo is.
• Laat ieder eerst, zónder uitleg, zeggen wat zijn of haar meest aansprekende beeld is. Laat ieder vervolgens, ook weer zónder uitleg, zeggen wat zijn of haar minst aansprekende beeld is. Door het nog niet toe te lichten, kan ieder vrij zijn mening geven. Als de eerste persoon namelijk zou vertellen, dat het eerste beeld voor hem heel belangrijk is en diep verbonden met hem, vanwege een persoonlijke gebeurtenis die hij toelicht, dan is het voor persoon twee lastig om te zeggen dat hij of zij dat beeld het minst aansprekend vindt.
• Nodig mensen uit om drietallen te maken met mensen waarvan ze denken: naar zijn of haar verhaal ben ik nieuwsgierig! Geef ze de tijd om onderling in gesprek te gaan over de beelden en met elkaar te delen waarom een beeld hen wél of niet aanspreekt.
• Rond centraal af en geef mensen de mogelijkheid om verhalen te delen.

2. Namen voor Jezus

Er worden in de Bijbel verschillende namen voor Jezus gebruikt. Welke naam spreekt aan en waarom? Op internet zijn verschillende lijsten te vinden, vaak met honderd of meer namen voor Jezus. Bekende namen als ‘Goede Herder’ (Joh. 10:11), ‘Zoon van David’ (Luc. 18:39), ‘Brood dat leven geeft’ (Joh. 6:35), maar ook onbekendere namen, die vaak voortkomen uit de brieven in het Nieuwe Testament, zoals ‘Advocaat’ (1 Joh. 2:1) en ‘Vorst van het leven’ (Hand. 3:15). En in de brief aan de inwoners van Filippi staat: ‘Daarom heeft God hem hoog verheven en hem de naam geschonken die elke naam te boven gaat, opdat in de naam van Jezus elke knie zich zal buigen, in de hemel, op de aarde en onder de aarde, en elke tong zal belijden: ‘Jezus Christus is Heer,’ tot eer van God, de Vader.’ (Filip. 2:9-11). Print of maak ter voorbereiding een lijst met ‘namen voor Jezus’.

• Laat iedere aanwezige in eigen woorden opschrijven wie Jezus voor hem of haar is. Geef aan dat ze maximaal 25 woorden mogen gebruiken.
• Laat de deelnemers in drietallen in gesprek gaan over wat ze opgeschreven hebben. Geef ze een vel papier waarop ze de door hen gebruikte namen voor Jezus noteren.
• Inventariseer per groepje de namen voor Jezus en zet ze op een groot vel. Welke namen komen vaak voor? Welke namen maar weinig? En welke bijbelse namen voor Jezus zijn niet genoemd? Praat hierover door.
• Ieder spreekt over Jezus vanuit de eigen ervaring. Wat zegt Jezus over zichzelf in de Bijbel?

We kijken naar de ‘Ik ben’ woorden van Jezus. In zeven teksten in het evangelie naar Johannes zegt hij: ‘Ik ben …’

Het brood des levens (6:48)
Het licht van de wereld (8:23)
De deur van de schapen (10:12)
De goede herder (10:14)
De opstanding en het leven (11:25)
De weg, de waarheid en het leven (15:1)
De ware wijnstok (15:1)

Welk ‘Ik ben’-woord spreekt je het meest aan en waarom? Deel dat in de (kleine) groep.

Woorden van Jezus

In het themanummer staan tien verschillende uitspraken van Jezus. We staan stil bij deze uitspraken. Kies één van de uitspraken (of kies een uitspraak per groepje of een uitspraak per bijeenkomst) en zorg dat er voor iedere deelnemer een Bijbel is en pen en papier.

• Lees de gekozen uitspraak voor, zonder de context eromheen. Vraag ieder op te schrijven wat de uitspraak oproept. Deel dat in groepjes met elkaar.
• Lees de gekozen uitspraak nu nog eens, met het bijbelgedeelte dat erbij hoort. Zorgt dat voor verheldering? Praat hier kort over door.
• Geef ieder de reflectie op de tekst, zoals die in het themanummer staat geschreven. Neem de tijd om dat te lezen en ga naar aanleiding van de tekst verder in gesprek met elkaar. Wat raakt ons in de woorden van Jezus en waarom? Kunnen de ‘ongemakkelijke’ woorden van Jezus ons helpen in het geloofsgesprek? Juist waar wij allemaal uitgedaagd worden, waar niet onze persoonlijke ‘favorieten’ centraal staan, maar de ‘andere’ kant van Jezus, kan er ruimte groeien voor een gesprek van hart tot hart. Hoe doe jij dat nou? Waar raakt het aan jouw leven? Misschien ligt de opening van het geloofsgesprek wel in onze mislukkingen, onze angsten, in ons falen. En kan het evangelie van daaruit opnieuw tot klinken komen.

Tot slot

Sluit de bijeenkomst altijd goed af, met een terugkoppeling. Wat is er geleerd, wat heeft mensen verrast, wat is nog blijven liggen…?

*In het fysieke exemplaar van dit tijdschrift staan zes voorbeelden, maar je kunt natuurlijk zelf ook een aantal beelden van Jezus selecteren en meenemen.

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken