Menu

Basis

Aan de slag met rituelen

De opkomst van ritueelbegeleiders buiten de kerk raakt ook de identiteit en het bezigzijn van kerk en gemeente. Goed om op een bezinningsmoment hierover eens van gedachten te wisselen. Bij het laatste themanummer hier bruikbare vragen.
ROELOF DE WIT
Drs. R.F. de Wit is als predikant verbonden aan de Hervormde Gemeente te Ermelo. Hij is lid van de redactie van Ouderlingenblad

Het vorige themanummer ging over rituelen buiten de kerk. Waar voorheen als vanzelf naar de kerk gekeken werd als het ging om rituelen zoals doop, huwelijk en uitvaart, is dat in deze tijd lang niet meer vanzelfsprekend. Vandaag de dag wordt er steeds vaker gezocht naar personen die buiten de kerk opereren als ritueel begeleiders. De behoefte aan rituelen blijkt er onverminderd te zijn.

Het kan zijn dat het themanummer wat verder van je afstaat. Het gaat immers over mensen die buiten de kerk werken, terwijl jij als ouderling of pastoraal medewerker in de kerk actief bent. En op wat mensen buiten de kerk doen heb je geen invloed. Toch kan het goed zijn om als kerk met dit onderwerp aan de slag te gaan. Want het raakt wel aan het gemeente-zijn. In dit artikel wil ik een aantal thema’s aan de orde stellen, die met dit onderwerp te maken hebben. Het kan gebruikt worden als een moment van bezinning in de kerkenraad, of als onderwerp voor een gemeenteavond. Achtereenvolgens ga ik in op de betekenis van rituelen, de plaats van de kerk in de samenleving en een aantal concrete vragen bij het laatste themanummer. Niet alle thema’s die genoemd worden hoeven besproken te worden. Er kan een keuze gemaakt worden.

1. Rituelen

Elk mens kent rituelen. We hebben het over een ochtendritueel: de manier waarop je de dag begint. Het gaat dan om een bepaald vast patroon dat past bij hoe je gewend bent de dag te beginnen. We doen dat op allerlei terreinen. Zo zijn er vakantierituelen, werkrituelen, feestrituelen etc. Het leven is vol rituelen. Ze brengen orde aan en helpen je om op een eenvoudige manier dingen te doen. Dat geldt des te sterker wanneer we in een crisissituatie terechtkomen. Geconfronteerd met ingrijpende gebeurtenissen kunnen rituelen troosten. Ze bieden bescherming als we met lege handen staan, en niet weten wat we moeten doen. Ze helpen emoties te kanaliseren, en brengen orde in de chaos. Daarbij worden verschillende zintuigen ingeschakeld: zien, horen, voelen. Kenmerkend voor onze tijd is dat elk mens zelf vorm geeft aan zijn eigen leven en daarbij kiest wat bij hem past: rituelen op maat. Dat maakt dat allerlei nieuwe rituelen als paddenstoelen uit de grond schieten.

Deze nieuwe vraag genereert een bijbehorend aanbod, zowel binnen als buiten de kerk.

Deel met elkaar je gedachten bij de volgende vragen:

• Welke ervaringen heb je zelf met rituelen?

• Op welke momenten was dat?

• Wat betekende dat voor je?

• Hoe kijk je aan tegen het feit dat rituelen volop buiten de kerk worden aangeboden?

• Op welke manier zou de kerk meer ruimte kunnen geven aan rituelen?

De kerk is een gemeenschap met een eigen identiteit, die meebeweegt met de veranderende tijd

2. De plaats van de kerk

Dat ritueelbegeleiders actief zijn buiten de kerk heeft allereerst te maken met de veranderde plek die de kerk heeft in de samenleving. Op verschillende plekken in het betreffende nummer wordt daarover gesproken. Je kunt dat toejuichen of betreuren, maar het is een gegeven dat we niet kunnen negeren. Het roept de vraag op hoe je als kerk daarop reageert. In de omgang met rituelen zijn grofweg drie routes mogelijk:

a) De nadruk ligt op de eigen geloofstraditie. Dit is waar wij als kerk voor staan, hieraan willen wij trouw blijven. Het aanbod van de kerk sluit daar nauw bij aan: het gaat dus om vertrouwde rituelen, die geworteld zijn in de eigen traditie.

b) Meegaan in de wensen van de mensen. Hier wordt de tegenovergestelde route bewandeld. Leidend zijn de vragen die mensen hebben, ongeacht de eigen voorkeur. Zo is de kerk present in de samenleving: daar zijn waar de mensen zijn.

Hoe kijk je aan tegen het feit dat rituelen volop buiten de kerk worden aangeboden?

c) De derde optie ligt er tussenin. Enerzijds sluit de kerk aan bij wat er leeft in de samenleving. Daarin nemen rituelen een belangrijke plaats in. Tegelijk is de kerk meer dan een religieus service instituut, dat rituelen levert waar mensen naar verlangen. De kerk is een geloofsgemeenschap met een eigen identiteit. Deze identiteit is geen onveranderlijke waarheid, maar beweegt mee met de veranderende tijd.

Waarschijnlijk is voor de meeste kerken de derde optie de meest voor de hand liggende. Dat roept wel de vraag op waar de grens getrokken wordt tussen de ‘eigen identiteit’ en ‘de vragen van mensen’.

Gespreksvragen:

• Kun je voorbeelden bedenken van verzoeken die je niet wilt of kunt inwilligen?

• Hoe ga je daarmee om, ook richting degene die erom vraagt?

• Kun je als kerk ruimte bieden aan niet-christelijke rituelen?

Deze vragen hebben alles te maken met een onderliggende vraag: Hoe wil je kerk zijn? Hoe ben je als kerk aanwezig, in het dorp, in de wijk? En: hoe kun je mensen bereiken? Op welke momenten en manieren ben je beschikbaar en aanwezig?

3. Vragen bij het themanummer

In het laatste deel van dit artikel ga ik in op vragen die het themanummer oproept. Aan de hand van de verschillende artikelen geef ik mogelijkheden om met elkaar in gesprek te gaan. Ik richt mij daarbij vooral op de artikelen van De Roest/Stoppels en Nijland.

Bij de vier interviews

Kies met elkaar een van de interviews, en deel met elkaar wat je daarin aanspreekt en waar je vragen bij hebt.

Gedachten bij de vier portretten

De Roest en Stoppels signaleren in hun artikel vier belangrijke ontwikkelingen. Allereerst constateren zij ‘het losraken van spiritualiteit en zingeving van de klassieke kerkelijke kaders’. Veel mensen geloven wel in een hemel, in wonderen, en er is een wijdverbreide interesse in spiritualiteit. Maar de kerk is daarbij voor velen buiten beeld geraakt. De behoefte aan rituele begeleiding op scharniermomenten in het leven blijft echter.

Ten tweede merken ze een ‘vermarkting’ van de samenleving op. We worden steeds meer ondernemende mensen die een eigen koers uitzetten en een ‘niche’ zoeken voor onze diensten. Ook de kerken gaan dus in deze beweging mee. De grote kerkelijke aandacht voor pionieren past ook in dit ‘ondernemende’ plaatje.

Het derde dat opvalt, is de grote vrijheid en creativiteit die ritueelbegeleiders kennen in de vormgeving van een ritueel. Er is ruimte voor persoonlijke invulling en keuze. Waarschijnlijk meer dan in de kerk. Als je de volgende dag gedoopt wilt worden, zullen weinig kerken daar ruimte aan bieden, maar bij ritueelbegeleiders kan dat wel.

Daarbij speelt in de laatste plaats ook de beeldvorming ten aanzien van de kerk een rol. Wanneer de kerk in het leven van mensen buiten beeld is geraakt, kan gemakkelijk de indruk ontstaan dat in een kerk wordt voorgeschreven wat je moet geloven en ook dat er minder ruimte is voor een persoonlijke uitvaart, huwelijk of zegening.

Gespreksvragen:

• Herken je deze ontwikkelingen? Hoe waardeer je ze?

• Werkt de kerk door haar tradities dit zelf niet in de hand?

• Vind je dat ritueelbegeleiders hierin teveel uitgaan van het ‘u vraagt, wij draaien-principe’?

Winst of niet?

De Wit somt in zijn artikel vier thema’s op die bij hem vragen oproepen: de gemeenschap, de continuïteit, het ambt en de geloofsinhoud. Herken je deze? Hoe kijk je daarnaar?

Begeleiding buiten de kerk

In het laatste artikel komen verschillende lijnen samen. Het leent zich daarom goed voor bespreking. Nijland geeft in haar artikel een drietal voorbeelden: één over stervensbegeleiding en een uitvaart die daarop volgt; en twee over het inzegenen van een huwelijk. Deze illustreren de veranderde tijden. Een kerkelijke gemeente zal zich hiertoe moeten verhouden en kan er op verschillende manieren op reageren. Ze schetst daarbij verschillende mogelijkheden (zie ook hierboven onder 2). Ze sluit af met verschillende suggesties. De slotsom is: We hebben te maken met een sterk veranderd ‘speelveld’. Je kunt dat toejuichen of betreuren, maar dat is een gegeven. De vraag is hoe je je daarin beweegt.

Gespreksvragen:

• Bespreek de voorbeelden die gegeven worden. Hoe zou je zelf gehandeld hebben?

• Vind je dat iedereen een huwelijk kan/mag inzegenen?

• Wat vind je van de suggesties die gegeven worden?

• Moet je als kerk altijd meegaan in een veranderende praktijk?

• Reageer op de stelling: als kerkenraad kun je er een probleem van maken dat mensen rituelen verlangen buiten de standaarden van een kerkelijke gemeente om, maar het kan ook als kans gezien worden.

Gaan ritueelbegeleiders misschien teveel uit van het ‘u vraagt, wij draaien-principe’?

• Er is een grote behoefte aan rituelen op belangrijke momenten in het leven en veel mensen verlangen naar geestelijke begeleiding. Deze mensen kunnen of willen echter niet terecht in de kerk. Hoe komt dat? Hebben wij als kerken voldoende oog voor hen?

• Heeft de kerk voor het geloof meerwaarde? Waarom zou je bij een kerk betrokken zijn?

Ter afsluiting een casus, om met elkaar te bespreken. Een predikant heeft een zieke man begeleid. In de laatste fase van zijn leven heeft hij hem regelmatig bezocht en gesproken. Hij is gevraagd ook de uitvaart te leiden. Tijdens de voorbereiding van de dienst meldt zich ‘een goede vriendin’ met een verzoek: zij is medium en zou de overledene graag ‘instralen’, zodat hij kracht ontvangt voor zijn laatste reis. Of dat goed is?

Bespreek met elkaar wat je zou doen en waarom.

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken