Menu

Premium

Afhankelijkheid en samenwerken in Gods Koninkrijk

Hebreeuwse tekst die wordt uitvergroot met een loep

Bij 2 Koningen 2,1-15, Hebreeën 9,24-28, Handelingen 1,1-11, Lucas 24,49-53 en Marcus 16,19-20

Hij ligt nergens begraven. Hij is opgevaren ten hemel, zijn geest is op aarde. Jezus’ graf werd leeg aangetroffen, Elia heeft geen graf. Jezus werd zegenend opgenomen in de hemel, Elia werd weggenomen toen er een vurige bespannen wagen voorbijkwam. Jezus beval zijn discipelen op de Geest te wachten, Elia gaf Elisa een teken om te weten of God hem zijn geest (dubbel) zou geven. God zet zijn werk voort – met mensen.

Elia: heilige van weer en wind

Op de Balkan heeft Elia eigenschappen van de Slavische godheid Perun overgenomen, die met weersomstandigheden samenhangen: dauw, regen, hagel, donder en storm. De manier waarop hij wordt afgebeeld doet denken aan oudoriëntaalse voorstellingen van weergoden. Zo wordt Elia’s vurige wagen vergeleken met de wolkenwagen die de stormgoden gebruikten om het luchtruim mee te doorkruisen. Diezelfde wagen wordt als verklaring gebruikt voor Elia’s snelheid in 1 Koningen 18,46 en als ‘vervulling’ van Obadja’s ‘angstvisioen’ (18,12). De Elia&Elisa-cyclus laat echter zien dat niet Baäl, Hadad of Rimmon het weer en alle delen van de schepping beheerst, maar de Heer, de God van Israël. Het is dus ook niet Elia of Elisa die het laat waaien en regenen of vruchtbaarheid geeft, maar God; Hij werkt door hen heen. Ook de stormwind (2 Kon. 2,1), alhoewel vaak verbonden met Gods oordeel(s-theofanie), wijst met zijn parallel in Job 38,1 op Gods bijzondere, actieve aanwezigheid.

Elia en Elisa: afhankelijke mensen

De menselijkheid van Elia en Elisa kan herkend worden in de manier waarop zij afscheid nemen. Elia bezoekt nog eenmaal de profetengroepen – drie vanwege de narratieve structuur – en Elisa wil hem hoe dan ook begeleiden op zijn laatste weg. Het toont Elia’s betrokkenheid bij zijn collega’s/vrienden en Elisa’s liefderijke bezorgdheid om Elia. De NBV benadrukt die band door hen reeds in de verzen 2 en 4 ‘samen’ te laten gaan, zoals in vers 6. Pas hier zijn ze, met de profeten weliswaar op een afstand, met z’n tweetjes, niet meer met een groepje profeten, maar ook niet Elia helemaal alleen, net zoals Abraham en Isaak in Genesis 22. Daarmee wordt ook 2 Koningen 2 een beetje een verhaal van Gods voorzienigheid.

Hier doet Elisa zijn verzoek Elia’s geest (dubbel) te mogen ontvangen. Dit geschenk functioneert enerzijds als legitimatie van Elisa als Elia’s opvolger; de formulering zou hem de rol van eerstgeborene kunnen toedelen (vgl. Deut. 21,17; daarom soms opgevat als ‘tweederde’). Anderzijds kan het begrepen worden als gebed om wijsheid voor de functie, zoals Salomo bad in Gibeon (1 Kon. 3,4-15).

1 Koningen 19,19-21 vertelt al het verhaal hoe Elia Elisa zijn mantel omgooit en hem als opvolger aanwijst. Hier krijgt Elisa opnieuw Elia’s mantel, nadat hij in rouw zijn eigen kleren heeft verscheurd. Elia’s mantel wijst Elisa op het verlies van zijn meester, op zijn nieuwe verantwoordelijkheid, maar ook – door het wonder van een nieuwe doortocht door de Jordaan (vgl. Ex. 14,21 en Joz. 3,17) – op Gods blijvende nabijheid. Over Elia’s mantel wordt verder alleen gesproken tijdens zijn ontmoeting met God (1 Kon. 19,13).

Zien: Gods legermacht, zijn wonderen

De Heer opent ogen; Elisa mag zien en bidt later voor zijn knecht (2 Kon. 6,17), zodat ook zijn ogen geopend worden en hij gerustgesteld mag zijn doordat hij Gods legermacht ziet. Elisa’s uitroep in 2,12 past in deze context, maar impliceert waarschijnlijk ook (als in 2 Kon. 13,14) dat God alleen zijn volk kan redden.

Het uiteengaan van het water is het teken voor de profeten. Zij zien hierin Elisa als Elia’s opvolger bevestigd (2,15). Omdat zij Elia echter niet opgenomen hebben zien worden, doen ze eerst een poging hem te zoeken (2,16-18). Dit bevestigt in het verhaal Elia’s teken (2,10). Ook voor Elisa is het een teken, in antwoord op zijn uitroep in vers 14, dat God betrokken blijft; hij moet Elia’s werk voortzetten. Wanneer Elisa’s uitroepen (2,12 en 2,14) als paniek gelezen worden, bevestigen ze zijn afhankelijkheid in de context van Gods soevereine macht.

Afwezigheid en zegen

Naast de hemelvaart van Elia en wat er gebeurt met de ‘achterblijvers’, biedt het leesrooster verschillende mogelijkheden voor teksten rond Jezus’ hemelvaart. Hebreeën 9 benadrukt de noodzaak van Jezus’ binnengaan in het hemels heiligdom: zijn eenmalige offer heeft de zonde voor eens en altijd tenietgedaan. Wij mogen onze redder terugverwachten. Jezus’ taak in de hemel is, zoals ook de Hebreeënbrief beschrijft, gericht op zijn discipelen.

Het Lucasevangelie onderstreept dit in Jezus’ zegenend heengaan: omdat Jezus zegent, is zijn hemelvaart geen afwenden, maar een toewenden. Jezus blijft Gods lichtende aangezicht (Luc. 24,50-51) conform de aäronitische zegen. Gods aanwezigheid, evenals de toekomstige redding, wordt ‘aanbetaald’ met de belofte van de heilige Geest (Ef. 1,13-14). Hemelvaart en Pinksteren kunnen niet zonder elkaar.

Marcus besluit met: ‘De Heer hielp hen daarbij en zette hun verkondiging kracht bij met de tekenen die ermee gepaard gingen.’ Enerzijds laat dit zien dat Jezus betrokken blijft, vanuit de hemel – en met een blik op Pinksteren ook door de heilige Geest (vgl. Marc. 1,8; 13,11). Anderzijds (wanneer dit met Joh. 14,12 verder ingevuld mag worden) leidt Jezus’ hulp uit de hemel voor de gelovigen zelfs tot ‘grotere dingen’ (een ‘dubbel deel’). Ook bij Lucas (24,49; Hand. 1,4) wijst het woord ‘belofte’ naar Pinksteren. Beide mogelijke evangelielezingen staan in de context van het zendingsbevel en benadrukken dat de discipelen afhankelijk zijn van God.

Opvolging: estafette of ploegenachtervolging

Ook in Handelingen 1 zijn Jezus’ laatste woorden op aarde het zogenaamde zendingsbevel waarmee Jezus zijn leerlingen, in de kracht van de heilige Geest, de wereld instuurt. Hij geeft niet ‘het stokje door’, maar hergroepeert zijn team voor de eindspurt: lege plaatsen worden herbezet (Hand. 1,15-26). Ook Elisa die het stokje overneemt, mag in Gods kracht, met Elia’s geest en in gezelschap van de profetengroepen verder.

Wellicht ook interessant

Bijbelwetenschappen
Bijbelwetenschappen
Basis

De Levende belichaamt onze verwondingen

Wie niet in de gelegenheid was om op de avond van de eerste dag van de week, nu acht dagen geleden, in de vesper het evangelie van die avond te horen (Johannes 20:19-23), zal het op de achtste dag, vandaag, nog wel willen betrekken bij de lezing van het evangelie. We weten niet of het hetzelfde moment was als een week eerder, dat Jezus in het midden van zijn leerlingen, inclusief Tomas, verscheen. Wel waren de deuren opnieuw gesloten. Misschien niet meer uit vrees voor de joden, maar omdat het hart van een van hen, Tomas, nog geopend moest worden.

Bijbelwetenschappen
Bijbelwetenschappen
Basis

‘Opdat ook jullie doen wat Ik jullie heb gedaan’

Volgens de inmiddels overleden opperrabbijn Jonathan Sacks zijn voor een gemeenschap deze drie zaken het belangrijkst: ouders, leraren en gedenken. Ouders en leraren moeten kinderen vertellen over het verleden, om wat toen fout ging in de toekomst te voorkomen en het goede te doen. De onderwerpen in de lezingen van vandaag bevestigen dat belang. Het vertrek uit de slavendienst in Egypte en de voetwassing door Jezus worden nog steeds verteld en herdacht.

Nieuwe boeken