Menu

Premium

Afscheid van vader – Egyptian style

Hebreeuwse tekst die wordt uitvergroot met een loep

Openbaar rouwen, een kaarsje in stilte, grote advertenties in de krant, of billboards met daarop de aankondiging van een uitvaart. Crematie of begrafenis, privé of openbaar, een grote staatsbegrafenis met koets en paarden: ieder volk, iedere tijd en iedere familie neemt op eigen wijze afscheid van zijn dierbaren.

In de Bijbel worden veel mensen begraven en soms wordt dat uitgebreid beschreven. Zo wordt bijvoorbeeld in 1 Samuel 25 en 28 van Samuel gezegd dat hij in zijn thuisstad, in Rama, werd begraven. Ook staat er dat heel om hem rouwde. Dit is maar een korte mededeling, terwijl de impact van de dood van de profeet van de koning heel groot was. Samuel was als laatste profeet-leider en koning-raadgever van Israel van grote invloed geweest op de vorming van een koninkrijk in Israel en bepalend in de keuze voor het huis van David als opvolger van de eerste koning Saul. Hoe we afscheid nemen zegt veel over hoe we in het leven staan. Het zegt ook veel over hoe we onszelf zien. Zien we onszelf als staande in een lange lijn van generatie op generatie, dan zullen we veel aandacht besteden aan geboorte en overlijden. Zien we onszelf als losstaande individuen, dan zullen we ook eerder denken: dood is dood, doden hebben niets meer met de levenden te maken. Nu komt dit laatste niet vaak voor. De meeste mensen hebben een gevoel voor hun eigen geschiedenis. Dat is ook zo bij de mensen die de bijbelverhalen hebben opgeschreven om zin te geven aan de geschiedenis van het volk van .

Afscheid van moeder – ‘Abraham style’

De verhalen over de aartsvaders en -moeders in het boek Genesis bepalen voor een groot deel de identiteit van in latere tijden. De verhalen over afkomst en opvolging, over belangrijke plaatsen waar de mensen woonden en werkten, over land dat werd beloofd. De verhalen over het volk dat nog moet groeien en op zoek gaat naar zijn bestemming. In de loop van de verhalen groeit het volk, komt het in aanraking met andere volken, leert het zijn eigen identiteit te bepalen. Een belangrijk onderdeel van deze identiteit is de relatie met de ene God. Deze komt naar voren als een machtige onder de goden, als degene die een relatie aangaat met het volk, die het leidt en begeleidt. Toch vinden we in de beschrijvingen van het afscheid van de vaders en moeders van het volk geen verwijzingen naar deze relatie. Gelovigen vandaag de dag putten hoop uit het geloof in een verblijf bij God na hun dood. De families van het volk van lijken meer hoop te putten uit het voortbestaan van hun familie, hun nakomelingen. De lange opsommingen van de aartsvaders (de moeders komen in de lijsten niet voor) rijgen de generaties aaneen, maar als de eerste vaders sterven, wordt niet verteld waar ze begraven worden of door wie. Pas als Abraham in de geschiedenis komt, wordt verteld over een begrafenis.

God voorspelt in Genesis 15:15 dat Abraham in vrede met zijn voorouders zal worden verenigd en dat hij in gezegende ouderdom begraven zal worden. En dat gebeurt ook. De eerste die overlijdt is Sara. Als ze honderdzevenentwintig jaar oud is, sterft ze in het huidige , in Kanaän. In Genesis 23 staat beschreven hoe Abraham afscheid van haar neemt. Hij rouwt, hij huilt, staat op en verlaat de tent waarin Sara ligt opgebaard. Dan vraagt hij aan de Hethieten of zij hem een graf willen verkopen. Ze willen hem eerst gratis ruimte in een graf van henzelf aanbieden, maar Abraham staat erop een eigen stuk land te kopen. De grot van Machpela, aan de rand van een akker, is het eerste en enige stuk land dat zijn eigendom wordt. Het hele afscheid is tekenend voor zijn manier van leven. Hij woont in een tent, hij trekt rond, hij heeft geen land in bezit. Het graf dat hij voor Sara koopt, is niet alleen het eerste stuk land van Kanaän dat als het eigendom van het latere Israel gezien kan worden, Abraham zelf zal er ook begraven worden. Hij is de eerste van wie gezegd wordt dat hij door zijn zonen wordt begraven.

In de volgende verhalen wordt twee keer een overledene begraven terwijl de groep mensen die het volk van Israel zal worden, onderweg is. Twee vrouwen worden begraven langs de weg. Dit maakt duidelijk dat een begrafenis met een officieel graf moeilijk te organiseren is als je op trektocht bent. Van Isaak, de zoon van Abraham en Sara, wordt in Genesis 35 verteld dat hij wordt begraven. Net als bij Abraham gebeurt dat door zijn zonen, Esau en Jakob. Dat wordt een thema in de verhalen: de zonen begraven hun vader. De volgende wordt Jakob zelf. Jakob, die ook wordt genoemd, vraagt in Genesis 49 aan zijn zonen om hem in de grot te begraven waar Abraham en zijn vrouw Sara, maar ook Isaak en zijn vrouw Rebekka en Jakobs vrouw Lea zijn begraven. Hier is dus min of meer ongemerkt een familiegraf ontstaan. En , wil ook daar begraven worden. In Kanaän, het beloofde land.

Afscheid van vader – ‘Egyptian style’

Dat ligt nog niet zo voor de hand, want het hele volk is vanwege een hongersnood uitgeweken naar Egypte. Jozef, de lievelingszoon van Jakob, die door zijn broers verkocht werd en in Egypte van slaaf tot onderkoning opklom, had in Egypte voor volle graanschuren gezorgd. Zijn broers waren naar Egypte gekomen om graan te kopen zodat hun familie in leven zou blijven. Toen ze erachter kwamen dat hun broer Jozef op de troon zat, werden ze bang, maar Jozef vergaf hun wat ze hem hadden aangedaan en liet hen de rest van hun familie naar Egypte brengen. Dat is het begin van een heel belangrijk deel van de geschiedenis van het volk van Israël, want in Egypte zal het volk groot worden en het zal niet eerder dan met Mozes in een exodus terugkeren naar Kanaän. Behalve voor één gebeurtenis. Zodra Jakob is overleden, begint Jozef met de voorbereidingen om zijn laatste wens uit te laten komen: een begrafenis in Kanaän. Jozef begint met het afscheidsritueel. Heel mooi: hij kust huilend het gezicht van zijn overleden vader. Zo persoonlijk is een afscheid nog niet eerder beschreven. Misschien wil de schrijver van het verhaal benadrukken dat Jozef een heel goede zoon is, die weliswaar een van de jongste zonen van Jakob is, maar toch een heel belangrijke rol zal spelen in de toekomst van het volk. Efraïm, een van de zonen van Jozef, zal de dominante stam worden in wat later het koninkrijk Israël zal zijn onder koning Saul. Toch zal een van de andere zonen van Jakob, Juda, het huis van David voortbrengen.

Hier is weer heel goed te zien hoe het afscheid van familieleden wordt beïnvloed door de omstandigheden. Voor Jakob geen tent om in opgebaard te worden, geen haastige begrafenis langs de kant van de weg. Jozef is nu zo ingeburgerd in Egypte, dat hij zijn vader volgens de gewoontes van Egypte laat balsemen. De Egyptische artsen weten wat ze moeten doen en krijgen de opdracht om alle handelingen te verrichten. In de Hebreeuwse Bijbel komen we dit gebruik alleen hier tegen. Er wordt dan ook even uitgelegd dat het balsemen veertig dagen duurt. Het bijzondere van balsemen is dat er geen noodzaak meer is om een overledene snel te begraven. Het lichaam, dat in het Afrikaanse klimaat van Egypte maar heel kort boven de grond blijven, wordt door het balsemen onbeperkt houdbaar. Vervolgens rouwen de Egyptenaren zeventig dagen om de vader van de immigrant Jozef. Vermoedelijk gaat het hier om een officiële rouwperiode voor hoogwaardigheidsbekleders. Het is bijzonder dat de vader van Jozef op deze manier officieel geëerd wordt. Egypte dat afscheid neemt van de aartsvader van Israël. Als je bedenkt dat Israël eeuwen later door Egypte overheerst zal worden en dat daarvoor het volk uit Egypte zal wegvluchten, dan is duidelijk hoe bijzonder dit is.

Jozef vraagt aan de farao om toestemming om zijn vader te begraven in zijn thuisland. Als hij die krijgt met de belofte dat hij weer terug zal komen naar Egypte, gaat hij op reis. Er gaan veel dienaren van de farao met hem mee, alle hovelingen en andere vooraanstaande Egyptenaren. Wordt Jakob begraven door Egypte? Nee, na de beschrijving van alle Egyptenaren wordt verteld dat Jozefs hele gezin, zijn broers en alle andere familieleden meetrekken met Jozef. Het vee en de kinderen blijven achter in Egypte. Daarmee is duidelijk dat iedereen weer terug zal keren. Het is een tijdelijk afscheid. Omdat er ook nog wagens en ruiters meegaan, is het een grote Egyptische stoet geworden. Dat blijkt ook wel uit de reactie van de mensen in Kanaän die de stoet langs zien komen. De zeven dagen lange rouwklacht die Jozef laat aanheffen om zijn vader laat de Kanaänieten zeggen: ‘De Egyptenaren zijn in diepe rouw.’ Omdat het zo bijzonder is dat deze Egyptische rouw in Kanaän te zien is, krijgt de plaats Goren-Haätad, ‘doornen-dorsvloer’, voortaan ook wel de naam Abel-Misraïm, ‘kreek / rouw van Egypte’ (de woorden abel ‘kreek’ en abal ‘rouwen’ hebben in het Hebreeuws dezelfde letters). De begrafenisstoet ziet er zo Egyptisch uit, met alle pracht en praal, met zo veel Egyptenaren, met de gebalsemde Jakob misschien in een sarcofaag, dat de Kanaänieten denken met een Egyptische stoet te maken te hebben. Dat het een nazaat van Abraham is die terugkeert naar de grot waarin zijn overgrootvader begraven ligt om zijn vader te begraven, komt blijkbaar niet in hen op.

De plaats Abel-Misraïm ligt ten oosten van de Jordaan. Dat is vreemd. Om bij de grot van Machpela, bij Mamre, te komen, is de kortste route vanuit het westen. Om vanuit de oostkant van de Jordaan Kanaän te bereiken moet de rouw- en begrafenisstoet van Jakob een omweg maken. Niet helemaal toevallig zal het volk van Israël eeuwen later via dezelfde route het land binnentrekken. Jakob heet Israël en het volk zal heten ‘zonen van Israël’. Beide gaan via dezelfde route naar het beloofde land.

Afscheid van wraak

Het verhaal gaat verder. Als Jakob in de grot is begraven, keert de hele stoet terug naar Egypte. Daar aangekomen zijn de broers van Jozef bang. Ze waren Jozef heel dankbaar dat hij hen had geholpen met voedsel ondanks hun vroegere verraad. Maar blijkbaar denken ze dat hij alleen omwille van hun vader weer aardig tegen hen deed. Nu die is overleden denken ze die bescherming kwijt te zijn. Ze laten hem de boodschap brengen dat Jakob gevraagd heeft zijn broers te vergeven voor de misdaad tegen hem. We weten niet of hij dat ook echt gevraagd heeft. Maar Jozef huilt bij het horen van de smeekbede van zijn broers. Hij heeft zelf allang afscheid genomen van wraakgevoelens. Hij ziet dat zijn verhaal van verraad, van slavernij, gevangenschap al vele jaren eerder is omgebogen in een succesverhaal van vertrouwen, van grote successen, van uiteindelijk zelfs redding brengen aan heel de volken van Egypte én van Israël. Hij ziet daarin de hand van God en ziet af van oude wraakgevoelens. Afscheid nemen van hartzeer, het past bij een periode van afscheid nemen van een vader. Als een ingrijpende gebeurtenis als het overlijden van een vader de problemen in een familie nog niet kan oplossen, dan is de kans groot dat het nooit meer goed komt. Jozef verzoent zich met zijn broers, die nu ook afscheid kunnen nemen van hun angsten.

Afscheid van Jozef – ‘Egyptian style’

Het laatste afscheid in het boek Genesis is het afscheid van Jozef. Hij sterft net als Jakob in Egypte, maar omdat zijn familie gedurende de laatste jaren weer gegroeid is en geworteld is in Egypte, wordt hij niet meteen naar de grot in Kanaän gebracht. Israël, Jakob, was voorlopig de laatste die daar werd begraven. Jozef zal pas bijgezet worden in het graf als het volk onder leiding van Mozes weg zal trekken uit Egypte, nadat het daar tot slaven is gemaakt. Met zijn laatste woorden vraagt Jozef aan zijn familie om hem mee te nemen als ze uit Egypte zullen weggaan. De woorden van Jozef verwijzen naar de exodus, alsof hij voorziet dat Israël van familie van de onderkoning Jozef zal veranderen in een slavenvolk dat moet vluchten voor zijn voortbestaan. De Egyptische mummie die van Jozef wordt gemaakt, wordt in een sarcofaag in Egypte bewaard, tot het definitieve afscheid uit Egypte van de nakomelingen van Jakob, van Israël. In Exodus 13:19 wordt verteld dat Mozes het lichaam van Jozef meeneemt bij de grote uittocht op weg naar het beloofde land.

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken