Alarm op de akker
Niet alles wat groeit, is goed. De ene plantensoort kan de andere overwoekeren, een schimmel kan een hele akker vol planten aantasten.
De woestijnvaders uit de vierde eeuw vergelijken ons hart met een akker waar van alles opkomt. Ze roepen dan ook op om die akker goed te bewaken.
Stel je voor, je bent aardappelteler. Je begint netjes met het voorkiemen van de aardappelen, waarna je ze zorgvuldig poot. Langzaam begint het groene loof op te komen en de eerste aanaarding (het ophogen van de aarde rondom het loof) doe je met vreugde. Alles groeit goed. Tevreden kijk je uit over je veld.
Maar dan, groot alarm! Ergens in een hoekje van de akker woekert phytophthora infestans! De roemruchte en gevreesde aardappelschimmelziekte. Bij het zien van de eerste bruine bladverkleuring ga je rigoureus te werk. Je verwijdert de aardappels in het aangetaste perceel. Vervolgens bespuit je de rest met gewasbeschermende middelen om eventuele overgebleven schimmel te bestrijden. Dag na dag houd je het veld nauwlettend in de gaten. Eind augustus kijk je na een paar dagen hard werken tevreden naar een goedgevulde schuur vol Eigenheimers. Het is je toch gelukt.
Hou je hart in de gaten
Woestijnvader Jesaja de Eenzame beschrijft het beeld van de waakzame boer. Jesaja schrijft er over aan het begin van de vierde eeuw, vanuit zijn monnikshuisje in de woestijn in Gaza. In zijn boek Het bewaken van de geest vergelijkt hij het hart met een akker, een heel bijbels beeld. En zoals de boer over zijn oogst waakt, zo moet een christen over zijn hart waken. Want gevaar ligt overal op de loer: doornen, distels en schimmel. ‘Pas als je sterft, vanaf de dag dat je adem niet meer door je neusgaten gaat’, schrijft Jesaja, ‘pas na die dag mag je stoppen met het bewaken van je hart.’ Net zoals een boer ook pas klaar is met het bewaken van zijn akker als de aardappelen in de schuur liggen.
Want ook in ons hart kan de verziekende schimmel van de hebzucht opkomen. En als we niet opletten, kan die alles aantasten wat we doen. Of wat dacht je van het als distels verstikkende verlangen naar rijkdom dat langzaam ons hele leven kan verzuren. Doodzonde is het, volgens Jesaja. Want God wil prachtige bloei geven, en mooie vrucht voor God en de medemens. De vruchten van Gods Geest zijn liefde, vreugde en vrede, geduld, vriendelijkheid en goedheid, geloof, zachtmoedigheid en zelfbeheersing.
Leer van woestijnvader Jesaja de Eenzame uit Gaza deze les: hou je hart in de gaten. Kijk wat er opkomt en of het goed is. Vernietig hebzucht, delg geldzucht uit, bevecht jaloezie, om ruimte te geven voor de vrucht van Gods Geest.
Mattias Rouw is theoloog en schreef ‘Woestijnvaders. Inspiratie voor nu’ (De Vuurbaak, 2015), dat werd gekozen tot beste theologische boek van 2015.
In de bijbelgedeelten Matteüs 13, Marcus 4 en Lucas 8 wordt het hart van mensen met een akker vergeleken. De vruchten van Gods Geest worden genoemd in Galaten 5:22.