< Terug

Alles wordt anders

Bij Jeremia 31,31-34 en Johannes 12,20-33

Verhaal

Zorg voor een blokfluit. Speel erop of laat erop spelen. Een viool is ook een mogelijkheid: vervang dan fluitenmaker/fluit (*) door vioolbouwer/ viool.

Er staat een boom in een bos. Hij heeft een dikke stam en dikke takken. Stevige wortels zitten onder de grond. De wind speelt met de bladeren. Hebben jullie dat gehoord? Het lijkt wel of de boom een stem heeft.
Maar dan komen de houthakkers en de boom wordt omgezaagd. Dat is het einde van de boom, die met zijn bladeren zuurstof gaf om van te leven. De stam en de takken worden doorgezaagd en weggesleept. Stukken hout worden een tijd in het water gelegd en daarna gedroogd in de wind. Er worden balken voor huizen van gemaakt. Er worden planken gezaagd om meubels van te maken en blokken voor het haardvuur om warmte te geven. Van de grote boom is weinig meer over.
Eén van de stukken hout wordt uitgekozen door de fluitenmaker*. Er wordt geschaafd, geboord en gelakt, net zolang tot er een fluit* tevoorschijn komt. De fluit* ziet er mooi glanzend uit (laat het instrument zien).
En dan gebeurt het wonder. De dode tak komt tot leven. (Speel een stukje op de fluit of de viool.) Wanneer er adem, lucht, door de bewerkte tak wordt geblazen, begint de fluit* te zingen. Zo krijgt ze een stem en is niet langer dood, maar komt tot leven.

Votum en groet

(naar Jeremia 31,35)

Voorganger: Wij vinden hulp en steun bij de Heer,

Kinderen: die de zon heeft gemaakt als een licht voor de dag, de maan en de sterren als de lichten voor de nacht; die de zee opzweept, zodat de golven bruisen;

Voorganger: wiens naam is Heer van de hemelse machten, die nu en altijd trouw is aan zijn verbond en die ons, het werk van zijn handen, nooit zal laten vallen.

Aanzet tot gebed

Wij danken U voor de lente,
een nieuw begin vol zonneschijn.
De uitbottende bomen,
de bloeiende bloemen laten ons zien dat er telkens nieuw leven mogelijk is.
Blaas uw adem in ons en breng ons tot leven.
Wij danken U dat we mogen weten dat niets, zelfs de dood niet,
ons kan scheiden van uw liefde en trouw.

Bij Jeremia 31:31-34 en Johannes 12:20-33

< Terug