Als putters op het pad
(NBV, Matteüs 6, 24-34)
Schoonheid
Dat Jezus zich liet inspireren door vogels en planten spreekt mij bijzonder aan. Dagelijks wandel ik door een park en elke keer zie ik wel iets bijzonders. Vanmorgen werd ik verrast door zo’n vijftien puttertjes die opgeschrikt een boom in vluchtten. De prachtig bontgekleurde vogeltjes waren op hun hoede. Maar toen ik een poos stil stond, keerden ze terug op het pad vlak voor me en zetten ze hun zoektocht naar voedsel voort tot ze opnieuw opstoven omdat ik weer verder moest. Je ziet vogels inderdaad nooit zaaien, oogsten en opslaan in schuren, ze eten wat ze voor de voeten komt. Voor planten en bomen geldt hetzelfde: je ziet ze niet aan het werk. En wat kunnen ze mooi zijn! Dat Jezus hun schoonheid zag, maakte hem uniek, aldus de classicus professor Gilles Quispel. In de klassieke Oudheid kennen we geen ander die oog had voor de schoonheid van de natuur, lees ik in zijn boek Het Evangelie van Thomas. Jezus zag niet alleen de schoonheid van bloemen en vogels, maar ook dat ze niets tekortkomen. Dat besef moet ons ook met rust en onbezorgdheid vervullen, vond hij. Als God al zo zorgzaam is voor planten en dieren dan moeten we erop vertrouwen dat ons leven God evenzeer ter harte gaat.
Onbezorgdheid
De bloemen en de vogels worden bij Jezus tot een toonbeeld van onbezorgdheid gemaakt. Vanuit die onbezorgdheid vraagt Jezus aandacht voor het koninkrijk van God en zijn gerechtigheid. Dat leven zoeken moeten we prioriteit geven, aldus Jezus. Van een blik op de natuur wordt de kijkrichting verschoven naar ‘omhoog’, naar God en zijn gerechtigheid. Voor Jezus zijn dat geen gescheiden werelden. De bloemen en planten om ons heen zijn een beeld en een teken van eeuwig leven. Eeuwig, niet straks, maar nu al. Gods koninkrijk bezorgt ons geen diepe groeven op het voorhoofd. Jezus spreekt hier immers over zoeken! Gods koninkrijk moet gezocht worden zoals puttertjes monter zoeken naar zaden op de weg waarop ik loop.
Natuurlijk zijn ook de dieren en de planten druk. Ze zijn wel degelijk op hun manier aan het zorgen, maar – en dat is Jezus’ les – ze zijn niet bezorgd. Niet bezorgd om de dingen die hen van hun leven afleiden. Als vogels een nest bouwen dan is dát leven. Als ze voedsel zoeken dan is dát leven. Wat vandaag moet gebeuren, doen ze of ze doen het niet. Alleen het heden maakt de dienst uit, niet de dag van morgen.