Menu

Premium

Anders dan de anderen

Bij Matteüs 15,21-28

Een nieuw klasgenootje

Er is een nieuw meisje in de klas, ze heet Lyana. Ze woont met haar moeder in een vluchtelingenhuis. Petra en Joja doen hun best om vriendinnetjes te worden, maar Lyana is heel verlegen. Ze zegt niks. Kan ze wel Nederlands praten? De juf zegt van wel, maar het lijkt of ze niets snapt. Ze krijgt extra les, maar sommen maken kan ze ook al niet.

Ze wordt gepest door een paar pestkoppen. Petra en Joja gaan bij haar staan. Dan durven die pesters niet meer, maar stiekem gaan het toch door.

Op een dag moet Lyana opeens huilen. Eerst zachtjes, dan hard, heel erg hard. De vervelende jongens beginnen te lachen. ‘Dat is toch niet normaal,’ zeggen ze, ‘ze stelt zich aan.’ Ze vinden dat Lyana wel blij mag zijn dat ze bij hun op school zit.

Syrië

Petra en Joja willen een spreekbeurt houden over Syrië, waar Lyana vandaan komt. Maar na een week gaan ze naar de juf en zeggen dat ze het niet doen. Het is te erg daar. De juf vertelt dan zelf iets over de oorlog en over vluchtelingen. Ze heeft tranen in haar ogen. ‘Vaak moeten ze een lange reis maken, gevaarlijk en moeilijk, en dan komen ze eindelijk ergens en dan worden ze weer weg gestuurd.’ Lyana zit erbij en luistert. Ze is heel stil en een beetje bleek.

De vriendinnetjes vragen of het echt zo is, of ze dat allemaal heeft meegemaakt. Ze knikt. ‘Je blijft toch hier,’ zegt Petra. ‘Je hoort nu bij ons.’ ‘Kun je ons over Syrië vertellen?’ vraagt Joja. ‘Ik wil graag weten hoe het daar was, vroeger.’

Een tijdje later houdt Lyana haar spreekbeurt. Iedereen is doodstil. Haar vader is nog daar en haar oma en twee tantes. Haar school is er niet meer, maar er zijn nog wel kinderen die ze kent. De meesten zijn gevlucht, ze weet niet waarheen. ‘Ga je weer terug?’ vragen de jongens. ‘Als het kan,’ zegt Lyana, ‘als het weer vrede is.’

Haar moeder komt de klas binnen met een grote schaal koekjes – mierzoet, en ze plakken. Ze zijn ontzettend lekker. ‘Goed gedaan, zeg,’ brommen de jongens. ‘Dapper ook!’

Tip

Het zou het mooiste zijn als er in de kerkdienst een moeder of een dochter haar verhaal kwam vertellen. Desnoods iemand van het vluchtelingenwerk.

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken