Menu

Premium

Arme schapen

Hebreeuwse tekst die wordt uitvergroot met een loep

Bij Johannes 10,11-16

Kinderen die zelf konijnen hebben of marmotten of parkieten, die weten het wel: je moet altijd voor ze zorgen. Water geven en voer, het hok schoonmaken, een praatje maken, echt waar. Je kunt eigenlijk nooit een dagje weg. Ik weet het van Davy, die woont op een boerderij. Ze gaan nooit op vakantie, want wie moet er dan voor de koeien zorgen? ‘Vakantie, dat hoeven wij niet,’ zegt de vader van Davy. ‘Wij zijn iedere dag buiten in de natuur. We hebben altijd wat moois te doen.’
Hij vertelt over zijn vader (dat is opa) en over zijn opa. Die was maar drie jaar naar school gegaan. De School met den Bijbel. Daarna moest hij helpen op de boerderij. Het mooiste vond die oude opa het om met de schapen eropuit te gaan op de heide. Hij was negen jaar en hij was herder. Er waren honderd schapen en twee of drie honden. Soms ging er een vriendje mee, maar meestal was hij alleen. Elke avond moesten de schapen bij elkaar gebracht worden in een grote schuur. In de zomer, als het druk was met het werk, moest opa weleens blijven slapen in die schaapskooi. Meestal deed een van de knechten dat.
‘Was het niet gevaarlijk?’ vroeg Davy. ‘Gevaarlijk? Nou nee,’ zei papa, ‘maar er kon altijd wat gebeuren. Schapen zijn niet zo sterk. En ze schrikken gauw.’ En wolven dan? Die waren er toen niet meer, en als er een valse hond losliep, joegen de herdershonden die weg. In de tijd van de lammetjes moest je extra opletten. Soms werd er een ziek of soms verdwaalde er een. Of ze dronken niet genoeg bij hun moeder en dan moesten ze bijgevoerd worden. Davy vond het spannend. Hij wist niet of hij dat zou durven, alleen in een hok vol schapen. Hij droomde ervan. Dat er een schapendief kwam en dat alle schapen alle kanten uitliepen. ‘Ik zou nooit een goede herder zijn,’ zei hij bij zichzelf.
Papa maakte een plannetje: ‘We gaan eens naar de lammetjes kijken, als het lammetjesdag is.’ Davy vond het hartstikke leuk, maar hij twijfelde wel erg of hij ooit herder wilde worden. ‘Ben ik wel dapper genoeg?’ vroeg hij zich af.

Liedsuggestie

Een goede gelegenheid om het lied van Kleine David weer eens op te zoeken, uit de bundel Liedboek voor de kinderen van Joanna Klink en Tera de Marez Oyens (Nijkerk z.j.). De tekst is van Jan Wit.

Bij Johannes 10:11-16

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken