Menu

Premium

Belofte

Hebreeuwse tekst die wordt uitvergroot met een loep

1 Korintiërs 15,45-49

(Kijkbijbel p. 305)

Het was weer zondag, en de mensen waren naar de kerk gekomen. En kijk, daar helemaal achterin, daar zaten ook nog wat kinderen op een rijtje. Zeven zo te zien, en zonder ouders. Maar wacht eens, kinderen hebben geen puntbaardjes, toch? Deze wel! Het leken wel kabouters. Zeven dwergen op een rij! Wat deden die nou hier? ‘Kom maar naar voren, kinderen, ik lees verder uit het paasverhaal, over Jezus die gestorven is,’ zei de dominee. En hij las voor hoe de vrienden van Jezus hem naar zijn graf brachten omdat hij gestorven was. ‘Tot zover vandaag. Het is wel een ernstig verhaal, hè?’ zei de dominee en keek de kinderen aan. Ineens werd zijn aandacht getrokken door een zacht lawaai op het middenpad: de zeven dwergen kwamen naar voren, op hun tenen in een rijtje achter elkaar. Toen ze bij de kinderen waren aangekomen, nam de oudste het woord. ‘Dag aardige mensen, wij willen graag vertellen dat wij dit ook hebben meegemaakt. Ons mooie leven met Sneeuwwitje werd ineens heel droevig, want ze ging dood door een giftige appel. Vol liefde hebben wij haar in een glazen kist gelegd, en bij haar gewaakt. We hebben elkaar getroost en geholpen. We hadden toen nog geen idee van het wonder, dat later zou gebeuren…’ Hier zweeg de kabouter, een beetje bedremmeld. Alsof hij van z’n eigen woorden schrok. De dominee begreep het wel en knikte vriendelijk. Hij pakte zijn glas dat nog vol water was, gaf het aan de zeven dwergen en zei: ‘Verdeel het maar in zeven slokjes, wat water zal jullie goed doen.’

Wat herkennen de kabouters in het verhaal over de vrienden van Jezus? Weten de vrienden van Jezus hoe het verder zal gaan als Hij gestorven is? Als jij verdrietig bent, wie of wat troost jou dan?

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken