Beloofd is beloofd
Bij Genesis 11,27-12,9
Zana is een meisje uit Syrië. Ze woont in een deel van het land waar het oorlog is. Soms wordt er geschoten in haar straat en mensen schreeuwen vaak naar elkaar. Zana is bang.
Op een avond hoort Zana haar ouders overleggen met haar oom. Ze hoort dat ze moeten huilen en ze weet niet of ze nou naar hen toe moet gaan of dat ze in bed moet blijven. Ze praten over vluchten. Over het land verlaten en naar een ander land gaan. Weg uit Syrië…
De volgende dag gaan ze weg. Zana is verdrietig. Ze gaat haar vriendinnen missen en haar kamer en haar huis en…
Maar het allerergste: ze moeten apart reizen. Anders is het te gevaarlijk. Zana weet eigenlijk niet eens waar ze heen gaat. Dat mag ze ook niet weten, want ook dat kan gevaarlijk zijn.
‘Maar,’ zegt Zana’s moeder, ‘we gaan naar een mooi land, waar het vrede is. Daar zien we elkaar weer en beginnen we aan een nieuwe toekomst.’
Zou jij in zo’n belofte geloven? Geloof jij dat alles goed komt met Zana?
Zana weet het nog niet zo zeker allemaal. Het is eng om te vluchten, en zou het echt zo zijn dat ze elkaar dan weer zien? Maar ja, als haar moeder het zegt, dan moet ze er maar op vertrouwen.
Gelukkig mag Zana samen met haar broertje op weg. Een man haalt ze op. Ze pakken hun koffers, geven hun ouders een dikke knuffel en daar gaan ze. Samen op reis. Naar een onbekend land, het land van hun toekomst.
Die nacht slapen ze ergens in een hotel. Zana ligt te woelen in haar bed. Hoe zal het morgen gaan? Waar gaan ze nou precies heen?
Nou ja, haar moeder heeft beloofd dat ze een goede toekomst tegemoet gaan, dus het móet goed komen. Beloofd is beloofd.