Menu

None

Beste buuf

Een goede buur

Dit artikel is een gratis introductie op het themanummer van Open Deur over een goede buur (2022, nr. 1). Onderaan het artikel vind je de andere bijdragen uit het nummer. Ben je benieuwd naar andere nummers van Open Deur? Bekijk dan alle artikelen.

In Amsterdam heet een echte buurvrouw een ‘buuf’. Dat klinkt precies goed: betrouwbaar, stoer en vertrouwd maar niet té intiem. Iemand die haar buren kent. Iemand die van haar hart geen moordkuil maakt, maar er is als je haar nodig hebt.

iStock.com/vladans

Zelf ben ik geen ideale buuf. Ik groet sommige mensen uit de straat; ik ken de onderburen en die van links en rechts. Met één buurvrouw gaat het contact wat verder: de kat eten geven, een keer een boodschap meenemen, een praatje op straat. Maar om nu te zeggen dat ik geïnteresseerd ben in mijn buren, dat ik me inzet voor mijn straat of mijn buurt? Daar zou ik een tandje kunnen bijzetten. Maar het moet niet te veel worden.

Niet te intiem

Bij buren komt het erop aan dat je een goede balans vindt tussen dichtbij zijn en afstand houden. Mijn buren zijn mijn meest directe naasten – ze zijn letterlijk het dichtste bij (behalve huisgenoten dan, voor wie die heeft). Als er iets is, kunnen zij het eerste hulp verlenen. Het is fijn als we een goede relatie hebben, en als ik op ze kan rekenen als ik hulp nodig heb en zij op mij.

Toch raadt meester Frank Visser, die als ‘rijdende rechter’ uitspraken deed in talloze burenruzies, aan om niet te intiem te worden met je buren. Natuurlijk, buren worden soms vrienden. Maar als er dan iets misgaat, blijf je buren en kun je elkaar niet ontlopen.

Buren hoeven niet alles van mij te weten en moeten niet steeds ongevraagd voor de deur staan of binnen komen lopen. Als ik iets heb geleerd van wonen in een buurt waar je heel dicht op elkaar woont, is het de kunst van ‘horen zonder te horen’ en ‘zien zonder te zien’. Ik hoor en zie veel van wat de buren doen, dat hun jonge kinderen eindeloos voor een scherm zitten, dat pubers en ouders flink ruziën, dat de buurman stevig paft. Ik registreer het, maar laat het meteen weer los.

Vanuit contact ontstaat vertrouwen, bekend maakt bemind

Blaffende honden

Het is niet altijd mogelijk en ook niet altijd goed om het gedrag van buren te laten voor het is. Knallende voordeuren, blaffende honden, rokende houtkachels, voortdurende zangoefeningen, twee keer per week een nachtelijk feest – dat hakt erin. Het kan zo erg worden dat je je niet prettig of zelfs onveilig voelt in en om je eigen huis.

Juist dan blijkt hoe belangrijk het is om je buren te leren kennen. Om contact te leggen dat verder gaat dan je aan elkaar voorstellen en elkaar groeten op straat. Om enige interesse in elkaar te tonen, af en toe eens bij elkaar langs te gaan. Rutger Bregman schrijft in zijn boek De meeste mensen deugen: ‘Het meest voor de hand liggende middel dat we hebben tegen intolerantie, overlast, eenzaamheid en passiviteit, en vóór zorgzaamheid, veiligheid, integratie en gezondheid, is contact.

Vanuit contact ontstaat vertrouwen, bekend maakt bemind.’ Als je elkaar een beetje kent, is het gemakkelijker om begrip te tonen voor gedrag dat je hindert en het is gemakkelijker om een buur daarover aan te spreken zonder dat er direct een conflict ontstaat.

Prettig wonen

Je kunt denken dat je je buren en buurtgenoten niet nodig hebt omdat je je eigen familie-en vriendenkring hebt. Maar je buren blijven je naasten – doordat je dicht bij elkaar woont, is het belangrijk dat je een goede relatie met elkaar hebt. Minimaal heb je een gedeeld belang: iedereen wil prettig wonen. Het is mooi als er meer kan zijn dan dat: weten dat je van elkaar afhankelijk bent, dat je ‘elkaar gegeven bent’ en dat dat tot uiting komt in zorg voor buren en buurt.

Esther van der Panne is theoloog en eindredacteur van Open Deur.

Lees meer uit dit nummer van Open Deur

Esther van der Panne


In Amsterdam heet een echte buurvrouw een ‘buuf’. Dat klinkt precies goed: betrouwbaar, stoer en vertrouwd maar niet té intiem. Iemand die haar buren kent. Iemand die van haar hart geen moordkuil maakt, maar er is als je haar nodig hebt.


Lees verder

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken