Menu

Basis

Nieuwtestamentische karakters verfilmd

Hebreeuwse tekst die wordt uitvergroot met een loep
Sinds de begintijd van de film als medium is er vermoedelijk geen karakter zo vaak verfilmd als Jezus. Een uitputtende bespreking van films over Jezus en andere nieuwtestamentische karakters geven in een kort artikel als dit is dan ook onmogelijk. Om die reden is het beter in deze bijdrage stil te staan bij de vraag: hoe worden Jezus en andere figuren uit het Nieuwe Testament in moderne films weergegeven?

Het eerste dat opvalt bij een poging greep te krijgen op het gebruik van het Nieuwe Testament in moderne films, is dat Jezus wel met kop en schouders uitsteekt boven de andere karakters. Dit heeft uiteraard een goede reden en dat is het feit dat Jezus de centrale figuur van het christendom is. Tegelijk schept deze observatie voor filmmakers een moeilijkheid: hoe ga je om met een karakter dat zo’n enorme religieuze betekenis heeft voor zo ontzettend veel mensen? De populariteit van Jezus als religieuze held stelt filmmakers vooral voor een probleem. Welk verhaal verfilm je? Houd je de verhaallijn van één van de vier evangeliën aan? Creëer je een soort evangelie-harmonie? Of neem je de vrijheid om de held van je film in beeld te brengen op een wijze die ver buiten de kaders gaat van de Bijbelse verhalen? Niet alleen zijn er veel films gemaakt over Jezus en andere nieuwtestamentische karakters, ook is er het nodige geschreven over dergelijke films. Een belangrijke observatie die Adele Reinhartz maakt in haar werk over Jezus in de film is dat het primaire doel van films is om de kijker te vermaken. Een film kan weliswaar gemaakt zijn om de kijker tot geloof te brengen, of juist niet, kan primair als doel hebben het verhaal op een betrouwbare wijze te vertellen, of juist een variant op het verhaal uit de evangeliën neer te zetten, maar hoe dan ook: een film wil vermaken.

Hoe dan ook: een film wil vermaken!

Een tweede kenmerk van films over Jezus, als we ons daartoe even mogen beperken, is dat zij primair iets vertellen over de context waarin zij gemaakt zijn. Je hoeft slechts twee films met elkaar te vergelijken om dit punt te begrijpen: Jesus Christ Superstar (1973) en The Passion of the Christ (2004). De eerste brengt Jezus in beeld tijdens de hoogtijdagen van de hippie-cultuur en Jezus en zijn volgelingen worden dan ook als de ultieme hippies in beeld gebracht. Het genre is dat van een musical (‘rock opera’) en door de setting wordt duidelijk dat hier een groep moderne acteurs het optreden van Jezus naspeelt. Mel Gibsons The Passion of the Christ is een compleet ander soort film. Hierbij gaat het om een modern passiespel dat verfilmd is alsof het een historisch betrouwbaar verhaal is. Het bloed spat van het scherm en in alle gruwelijkheid die deze film als een soort passieporno in beeld brengt, moet gezegd worden dat dit de enige film is die de gegevens uit de evangeliën over het lijden van Christus enigszins accuraat benadert. De vraag is evenwel waartoe dit dient. Vanuit historisch oogpunt is er namelijk erg veel af te dingen op The Passion of the Christ, zoals uiteraard op iedere verfilming van Jezus. Het is vooral goed om te zien dat Jesus Christ Superstar het product is van een hippiecultuur, terwijl dertig jaar later de context duidelijk aanzienlijk gewelddadiger geworden is.

Het feit dat Jezusfilms vooral iets zeggen over de context waarin zij ontstaan zijn, komt op een interessante manier overeen met de observatie van Albert Schweitzer in zijn fameuze boek Die Geschichte der Leben Jesu Forschung (1913). In dit boek bespreekt Schweitzer een serie reconstructies van de historische Jezus uit met name de negen­ tiende eeuw en komt hij tot de conclusie dat ieder van deze reconstructies meer zegt over de auteur die de reconstructie pleegt dan over Jezus. De verschillen in genre mogen er weliswaar zijn, maar toch: feitelijk kan dezelfde conclusie getrokken worden met betrekking tot films over Jezus.

Zogenaamd historisch betrouwbare versies van Bijbelse verhalen zijn over het algemeen niet veel meer dan platte verfilmingen van verhalen uit de Bijbel of van een harmonisatie van bij voorkeur de evangeliën. Wat films over Jezus en andere nieuwtestamentische karakters interessant maakt, is doorgaans de vrijheid die zij nemen om een verhaal op een onorthodoxe manier te vertellen. Daarom is het goed een aantal films expliciet te behandelen, waarin juist dit gebeurt: Life of Brian, The Last Temptation of Christ, Risen, Paul: Apostle of Christ en Mary Magdalene. Aan de hand van deze voorbeelden komen we de belangrijkste vragen rondom Bijbelse karakters in films vanzelf tegen. De keuze voor juist deze films is gebaseerd op een gemeenschappelijk kenmerk: ze voegen allemaal iets toe aan het materiaal uit het Nieuwe Testament en bieden op deze wijze dus een eigen interpretatie van bekende karakters en verhalen.

Life of Brian (1979)

Toen Monty Python’s Life of Brian uitkwam, brak er direct een hevige discussie los: mag je een satirische film maken over Jezus? De film brengt een soort evangelieharmonie in beeld, maar dan inderdaad als satire. Het is telkens duidelijk dat Brian niet Jezus van Nazaret is. Bijvoorbeeld blijkt dit bij het bezoek van de drie wijzen uit het oosten, die zich vergissen en in de verkeerde stal de verkeerde baby aanbidden. Een ander bijzonder moment is het bezoek dat Brian brengt aan de berg waar op dat moment Jezus de zaligsprekingen uitspreekt. Brian staat achteraan de menigte en verstaat Jezus niet goed, waardoor zich een gesprek ontvouwt over wat Jezus nou precies zegt? ‘Blessed are the cheesemakers?’ (‘Zalig zijn de kaasmakers’) komt aldus in de plaats van ‘blessed are the peacemakers’ (‘Zalig zijn de vredestichters’). Twee elementen maken Life of Brian interessant. Zo is er in de eerste plaats de ophef die de film creëerde in 1979 in traditioneel christelijke kring. Deze ophef kwam primair voort uit het gevoel dat de centrale figuur van het christendom belachelijk gemaakt werd en dat dit toch echt een brug te ver was. De gevoeligheid onder moslims voor afbeeldingen van Mohammed, die zich aanzienlijk feller uitte in de woede over de cartoons van het Deense dagblad Jyllands-Posten in 2005-2006, leidde over de hele wereld tot gewelddadige oproepen en dat heeft Life of Brian nooit losgemaakt in christelijke kring. Naar schatting lieten wereldwijd meer dan 100 mensen het leven naar aanleiding van de cartoons. Toch was het gevoel van kwetsing voor veel christenen enigszins vergelijkbaar. Humor en religie verhouden zich blijkbaar moeilijk tot elkaar en de reden daarvoor is dat humor relativeert, terwijl geloofsovertuigingen vaak zó existentieel zijn, dat relativering daarvan nauwelijks mogelijk is.

Humor en religie verhouden zich blijkbaar moeilijk tot elkaar

Een tweede punt waardoor Life of Brian interessant is, is de religiekritiek die de film verbeeldt. In een achtervolgingsscène zit een menigte Brian achterna en de één vangt het ene attribuut op, de ander het andere. Zo vangt één van de volgelingen van Brian zijn sandaal op, heft deze ten hemel en roept uit dat hij de waarheid gevonden heeft. Deze vorm van religiekritiek snijdt hout: in deze film komt scherp in beeld hoe sommige religieuze tradities een bepaald idee of zelfs artefact kunnen verabsoluteren. De religiekritiek van Life of Brian zegt ons ten slotte veel over het antireligieuze klimaat in Europa omstreeks 1980.

The Last Temptation of Christ (1988)

Ook deze film werd met controverse omgeven toen hij uitkwam, alleen was in dit geval de controverse al ouder. Het gaat hier om een verfilming door Martin Scorsese van het boek De laatste verzoeking van Christus van Nikos Kazantzakis uit 1955. Wat dit boek en deze film controversieel maken, is dat hierin Jezus in beeld gebracht wordt als een man met seksuele gevoelens, in dit geval voor Maria Magdalena. Zoals humor en religie elkaar dikwijls bijten, zo zijn seks en religie ook niet direct de beste vrienden. Jezus voorstellen als een man met seksuele gevoelens en verlangens is dan ook voor veel christenen blasfemisch. Overigens is dit een bijzonder interessant punt uit theologisch opzicht: immers, wanneer het klassieke dogma uitspreekt dat Jezus waarlijk God én waarlijk mens was en de incarnatie van God is, kun je de seksuele dimensie moeilijk uit zijn leven weglaten. Maar dit terzijde voor nu.

De film duurt lang en de eerste twee uur zijn traag. En toch heeft dat een functie, omdat je als kijker daardoor als vanzelf naar het traditionele einde van de kruisiging getrokken wordt. Het acteerwerk is geweldig: William Dafoe als Jezus, Harvey Keitel als Judas met een New Yorks accent en David Bowie (!) als Pontius Pilatus. Toch gaat het daar niet om.

De cruciale wending komt als Jezus van het kruis gehaald wordt door een engel om te trouwen met Maria Magdalena. Hij maakt haar zwanger, maar God doet haar sterven. Vervolgens trouwt Jezus opnieuw, ditmaal met Maria, de zuster van Lazarus. Met haar krijgt hij kinderen. Hij wordt oud en lijkt te gaan sterven als een bejaarde timmerman. Dan ontmoet hij Paulus, die de opgestane Jezus verkondigt en komen zijn voormalige leerlingen bij zijn ziekbed. Vooral Judas weet hem te overtuigen en plots vallen hem de schellen van de ogen: de engel die hem ‘gered’ heeft, is de duivel en deze heeft hem juist ver weg gebracht van zijn bestemming. De film schakelt terug naar Jezus aan het kruis en daar sterft hij. Zijn diep gewenste toekomst blijkt de ultieme poging van de duivel om hem te verleiden.

Deze film brengt nu eens niet Jezus in beeld, maar Paulus

Juist de vrijheid ten opzichte van de evangeliën die Kazantzakis en Scorsese in acht nemen geeft een diepgang aan deze film die menige ‘historische’ verfilming van Jezus’ leven mist. The Last Temptation laat je als kijker achter met het onbehaaglijke gevoel dat het écht niet anders kon, dan dat Jezus moest sterven aan het kruis. Er is geen andere film die dit gevoel zo onherroepelijk oproept.

Risen (2013)

Een veel plattere film is het recente Risen. De Romeinse tribuun Claudius, gespeeld door Joseph Fiennes, krijgt van Pontius Pilatus de opdracht het lichaam van Jezus te bewaken na de kruisiging. Het plot van de film heeft veel weg van een typisch evangelische bekeringsgeschiedenis. Claudius is een harde soldaat die duidelijk geen moeite heeft het bloed van zijn tegenstanders te vergieten. Hij is verantwoordelijk voor de kruisiging van Jezus en accepteert moeiteloos Pilatus’ bevel om het lichaam van de gekruisigde Jezus te bewaken. Hij laat de graftombe verzegelen en posteert twee soldaten buiten het graf. Hiermee neemt de film een element uit Matteüs 27,62-66 als uitgangspunt. Waar in Matteüs de bewakers ‘als dood’ neervallen in 28,4, in reactie op de komst van een engel, vallen de wachters in de film eenvoudig in slaap om bij hun ontwaken te ontdekken dat het graf open is en het lichaam van Jezus verdwenen. Claudius moet het lijk opsporen en de urgentie hiervan wordt vergroot doordat Pilatus op korte termijn bezoek verwacht van keizer Tiberius.

Claudius spoort de volgelingen van Jezus op en verbaast zich over hun geweldloze en vredige karakter. De zoektocht naar het lijk van Jezus loopt voor hem uit op een ontmoeting met de opgestane Heer en deze ontmoeting verandert zijn leven volledig. Het paradigma van de bekeringsgeschiedenis van Paulus voltrekt zich hier in een Hollywood-versie aan Claudius: hij wordt van vervolger verkondiger.

Als film is Risen een geslaagd project, maar tegelijk word je als toeschouwer meegenomen in een evangelisch kader dat deze kijker enig ongemak oplevert. Een ontmoeting van de Romeinse hoofdman onder het kruis met de opgestane Heer is een interessante toevoeging aan het materiaal uit de Bijbel en het werkt als verhaal in de film goed. Alleen roept het geheel toch ongemak op: het verhaal is een verfilming van een soort ideale bekering en blijkbaar wil de film de kijker tot een soortgelijke bekering brengen. Aldus heeft Risen een sterke missionaire ondertoon.

Paul: Apostle of Christ (2018)

De missionaire ondertoon van Risen ontbreekt in Paul: Apostle of Christ uit 2018. Deze Netflix-productie brengt nu eens niet Jezus in beeld, maar Paulus. Diens geschiedenis is dermate pakkend, dat je een groter aantal films over hem zou mogen verwachten, maar blijkbaar vinden filmmakers hem maar matig interessant vergeleken bij Jezus. Het interessante aan deze productie is de vrijheid die de filmmakers hebben genomen bij het vertellen van het verhaal van Paulus. De setting van de film is Rome en Paulus wordt gevangengezet als de leider van de christenen. Hem wordt verweten dat hij uiteindelijk verantwoordelijk was voor de brand die in de nacht van 19 op 20 juli van het jaar 64 een groot deel van Rome in as had gelegd. Hier nemen de filmmakers een interessant besluit: ze brengen informatie uit de oudheid over de dood van Paulus (onthoofd in Rome onder Nero) en de brand van Rome (inderdaad in 64, hoogstwaarschijnlijk aangestoken door Nero’s mannen om plaats te maken voor de nieuwbouw van zijn paleis, het Domus Aurea) samen en creëren aldus een setting waarbinnen Paulus’ laatste weken verfilmd kunnen worden.

De rol van Lucas is in deze film bijzonder. Hij wordt in beeld gebracht als de trouwste metgezel van Paulus en in de gesprekken die zij voeren, komen steeds weer fragmenten uit de nieuwtestamentische brieven van Paulus naar voren. Ook ander Bijbels materiaal is in die gesprekken verwerkt en dat maakt dat sommige van de uitspraken ineens een heel pakkende betekenis krijgen. Wie deze film beziet vanuit een historisch oogpunt, komt bedrogen uit. Veel berust op speculatie en nog meer klopt er niet. Alleen wordt de film interessant wanneer je de vraag naar de historiciteit achterwege laat en kijkt naar hoe de makers omgaan met teksten uit het Nieuwe Testament. Ze plaatsen teksten en gebeurtenissen in een zelfgeschapen kader en dat leidt wel degelijk tot een verrassend geheel. En zo staat Paulus zelfs op Netflix!

Mary Magdalene (2018)

Ook uit 2018 is de productie Mary Magdalene, een film die net als de vorige niet het verhaal van Jezus vertelt, maar een karakter uit zijn directe omgeving in de spotlights zet: Maria Magdalena. Het is een verademing dat Maria Magdalena in deze film nu eens niet als prostituee wordt afgebeeld. Deze karakterisering van haar persoon is pas ontstaan in 581 door toedoen van paus Gregorius I, die Maria identificeerde als de ‘zondige vrouw’ uit Lucas 7,36-50 en haar voor de rest van de geschiedenis een label bezorgde dat deze film tracht weg te nemen. De film biedt een soort hyper-correctie: alleen Maria Magdalena begrijpt Jezus goed, terwijl zijn leerlingen geregeld met de mond vol tanden staan. De Jezus in deze film straalt, anders dan in de meeste andere producties, naast liefde ook dreiging uit en dat maakt hem fascinerend. Dat paus Gregorius I in de aftiteling genoemd wordt als degene die Maria Magdalena de geschiedenis in deed gaan als een hoer, onderstreept het karakter van de film als poging iets recht te zetten. En ook hier wordt het interessant om de film te bezien als een spiegel van de tijd waarin hij werd gemaakt: dit is Maria Magdalena in tijden van #MeToo.

Afronding

In dit overzicht ontbreken talloze films die misschien ook wel besproken hadden moeten worden. De lezer zij voor een nader overzicht van dergelijke films verwezen naar de literatuur in de bibliografie. Twee films in het bijzonder wil ik hier toch noemen, omdat die het verhaal van Jezus plaatsen in een hele moderne context. In het eerste geval gaat het om de context van een groep hedendaagse Canadese acteurs die een passiespel willen spelen. De hoofdpersoon vereenzelvigt zich wel heel sterk met Jezus, met alle gevolgen van dien: Jésus de Montreal (1989). De andere film is afkomstig uit Zuid-Afrika en ook hier geldt dat de context waarin de film gemaakt is sterk doorklinkt in de verfilming: Son of Man (2006). Het verhaal van Jezus wordt verbeeld binnen de setting van een Zuid-Afrikaanse township: Jezus is een zwarte Zuid-Afrikaan en aan het einde van de film zie je hem dood liggen op de schoot van zijn moeder, rijdend in een pick-up truck, door het Zuid-Afrika van vandaag. De iconografie van deze scène is duidelijk beïnvloed door de wereldberoemde piëta van Michelangelo uit het Vaticaan. Ook dit is een indringende film, waarin de vrijheid die de cineast neemt om het verhaal van Jezus op een nieuwe manier te vertellen, overtuigt.

Wat heeft de toekomst nog in petto? De beroemde Nederlandse filmmaker Paul Verhoeven is jarenlang lid geweest van het Amerikaans Jesus Seminar. Hij heeft zelfs een boek over Jezus geschreven, waarin hij als criterium voor de plausibiliteit van bepaalde zaken aanhoudt of hij het zich kan voorstellen of niet. In wetenschappelijke kring geldt dit criterium niet, maar vanuit de wereld van de film is het een interessant perspectief. Verhoeven wil al heel lang nog een film over Jezus maken. Mocht deze er nog komen, dan is duidelijk dat die film beslist het één en ander zal toevoegen aan het materiaal uit de Bijbel. Hoogstwaarschijnlijk zal dat dan ook niet zonder controverse gaan. De tijd zal het ons leren.

Bert Jan Lietaert Peerbolte is hoogleraar Nieuwe Testament aan de Vrije Universiteit Amsterdam

Literatuur

Freek Bakker, Jezus in beeld: Een studie naar zijn verschijnen op het witte doek (Utrecht: Van Gruting, 2011).

Freek Bakker, The Challenge of the Silver Screen: An Analysis of the Cinematic Portraits of Jesus, Rama, Buddha and Muhammad (Leiden, Boston: Brill, 2009).

Tatum W. Barnes, Jesus at the Movies: A Guide to the First Hundred Years and Beyond (Salem: Poleridge Press, 2013).

Peter Gilmour, ‘Text and Context: The Passion of the Christ and Other Jesus Films’, Religious Education 100 (2005): 311-325.

Adele Reinhartz, Jesus of Hollywood (Oxford, New York: Oxford University Press, 2007).

Albert Schweitzer, Geschichte der Leben-Jesu-Forschung (Tübingen: Mohr Siebeck, 1913 [oorspronkelijke titel: Von Reimarus zu Wrede: Eine Geschichte der Leben-Jesu-Forschung, 1906]).

Joan Taylor (red.), Jesus and Brian: Exploring the Historical Jesus and his Times via Monty Python’s Life of Brian (London: T&T Clark, 2015).

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken