Menu

None

Blijven, uitvliegen, rondtrekken

Een veilig nest

Dit artikel is een gratis introductie op het themanummer van Open Deur over Een veilig nest (2022, nr. 3). Onderaan het artikel vind je de andere bijdragen uit het nummer. Ben je benieuwd naar andere nummers van Open Deur? Bekijk dan alle artikelen.

Wat was ik blij toen ik het ouderlijk nest kon verlaten! Het voelde allang niet meer behaaglijk en beschermd. Ik genoot van mijn eerste eigen kamer, met een altijd vette keuken en mottige douche die ik deelde met huisgenoten, en met muizen en kakkerlakken. Toch voelde ik me er geborgen.

Een plek waar je je geborgen voelt, waar je thuis bent, dat is een nest. En een plek om te blijven, al is het niet voor altijd. Een plek waar je de tijd krijgt om op te groeien tot je voor jezelf kunt zorgen – tot op zekere hoogte dan, want helemaal op zichzelf redt geen mens het.

Bij vogels heb je nestvlieders, die bijna meteen nadat ze uit het ei gekropen zijn op eigen benen staan en zelf hun eten bij elkaar scharrelen. De ouders houden ze nog even vanaf een afstandje in de gaten. Je hebt ook nestblijvers, die langer afhankelijk zijn van hun ouders. Mensen horen overduidelijk tot die laatste categorie: ze zijn pas na een aantal jaren in staat om voor zichzelf te zorgen.

Sommige blijven zo lang bij hun ouders wonen dat ze zo ongeveer uit het nest gekieperd moeten worden. Al is het op dit moment in Nederland ook niet bepaald gemakkelijk om je ergens te nestelen – er zijn veel te weinig betaalbare woningen. Dat we steeds meer nestelruimte per persoon willen, helpt ook niet mee.

Beeld: unsplash.com/Kelly Sikkema

Trouw blijven of blijven hangen

Is het wel nodig om het nest waar je opgegroeid bent te verlaten? Er is toch niets mis met ergens blijven? Je hoeft niet per se ver weg om de wereld te leren kennen, jezelf of andere mensen. Wie lang op een plek blijft, leert die heel intensief kennen. Zoals bepaalde inheemse volkeren die de kleinste veranderingen waarnemen: zij zien aan een klein teken waar water is, of een bepaald dier ergens langs gekomen is. Dat is van grote waarde, die verbinding tussen mensen en hun omgeving. En trouw blijven aan een plek gaat vaak samen met trouw blijven aan een gemeenschap.

Maar ergens blijven kan ook betekenen: blijven hangen, je vleugels niet uit durven slaan (of: niet mogen, niet kunnen slaan).

Bang zijn voor alles wat er buiten dat nest is, omdat dat slecht is, anders en bedreigend. Altijd achter iemand schuilen – een ouder, sterker iemand. Als opgroeiend kind en jongere niet de kans krijgen om zelf op onderzoek uit te gaan. Of als ouder altijd je kind blijven beschermen en betuttelen, en daarmee ook klein houden, vasthouden.

Veilig

Een veilig nest is als een springplank: je bouwt er vertrouwen op, zodat je de wijdere omgeving durft te verkennen. De meeste psychologische onderzoeken wijzen uit dat je veilig voelen als kind voor een fundament onder je leven zorgt dat niet gauw kapot gaat. Dat veilig voelen heeft vooral te maken met veilig gehecht zijn aan een ouder, ouders of verzorger(s): aan iemand die je troost biedt, bij jou is, aandacht voor je heeft – ook als je boos of bang of verdrietig bent.

Een veilig thuis is een mensenrecht

Wie die veiligheid als kind niet heeft kunnen ervaren, kan daar lang last van houden. Al is het zeker mogelijk om zelf later veilige banden op te bouwen met een partner, kinderen, vrienden. Een veilig thuis is een mensenrecht. In dat licht is het beschamend om te lezen dat er in mei 2019 wereldwijd nog nooit eerder zoveel mensen waren zonder thuis. Dat is er in 2022 vast niet beter op geworden. In Nederland zijn ook steeds meer mensen zonder onderdak.

En wie wel onderdak heeft, heeft daarmee niet altijd een veilig thuis. Denk aan huiselijk geweld of aan oplopende schulden waardoor huisuitzetting dreigt.

Nomaden

De film Nomadland gaat over mensen in de Verenigde Staten die een rondtrekkend bestaan leiden. Ze wonen in een oude camper, truck of busje. Vaak zijn ze hiertoe gedwongen, omdat ze hun baan en huis zijn kwijtgeraakt, en alleen tijdelijk slecht betaald werk kunnen vinden. Voor sommigen is het óók een keuze.

Hoofdpersoon Fern is gaan rondtrekken, terwijl ze rouwt om haar overleden man en het verlies van haar werk. Ze ontdekt dat er een gemeenschap van ‘nomaden’ bestaat, die elkaar op afgesproken plekken en tijden treft, samen viert en rouwt, saamhorigheid en vriendschap zoekt. Bob, die de ontmoetingen organiseert, zegt: ‘Ik heb nog nooit iemand voorgoed gedag gezegd, je komt mensen onderweg altijd weer tegen. I’ll meet you on the road.’

Fern logeert bij haar zus en zwager – met mooi huis en vaste banen – maar wil daar niet blijven, ondanks de ontberingen in haar trekkersbestaan. ‘Ik ben niet thuisloos, ik ben huisloos. Dat is niet hetzelfde, toch?’ zegt ze. Ook trekvogels zoeken geborgenheid.

Esther van der Panne is theoloog en eindredacteur van Open Deur.

Lees meer uit dit nummer van Open Deur

Esther van der Panne


Wat was ik blij toen ik het ouderlijk nest kon verlaten! Het voelde allang niet meer behaaglijk en beschermd. Ik genoot van mijn eerste eigen kamer, met een altijd vette keuken en mottige douche die ik deelde met huisgenoten, en met muizen en kakkerlakken. Toch voelde ik me er geborgen.


Lees verder

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken