Menu

Premium

Boos

Hebreeuwse tekst die wordt uitvergroot met een loep

Bij Johannes 2,13-22(25)

Meester Bas is boos. Heel boos. Hij is zó boos dat hij net de tafeltjes heeft omgegooid van de hele achterste rij. Beduusd staan Michael en Sven en Karina en Soraya en Levi en Max naar de grond te kijken. Al hun schoolspullen liggen door elkaar. Wat een rotzooi.
En tussen hun schoolspullen liggen al hun Pokémonkaarten. Daarom is meester Bas boos. Dat weten de kinderen ook wel. Pokémonkaarten mag je niet meenemen naar school, ermee spelen tijdens de les mag al helemaal niet, laat staan dat je ze mag doorverkopen. Oei, oei, oei, wat is meester Bas boos. Dat was nou ook weer niet de bedoeling. Alleen Sven kan het niet laten. Hij steekt zijn vinger op en zegt: ‘Maar meester, je hoeft toch niet zo boos te worden, je hebt zelf toch vroeger ook weleens iets gedaan wat niet mag?
Meester Bas kijkt Sven hoofdschuddend aan. ‘Daar gaat het niet om!’ zegt hij en dan zucht hij eens diep. ‘Dat zul je later wel begrijpen, als jullie groot zijn.’
De kinderen in de klas kijken elkaar aan. Aha, dus nu kunnen ze het nog niet eens begrijpen. Dat is best wel irritant, dat je sommige dingen pas kunt begrijpen als je groot bent.
‘Kom op, jongens,’ zegt meester Bas, ‘we bouwen de boel weer op.’ Samen zetten ze de tafeltjes weer overeind. Gelukkig, de ergste boosheid van meester Bas is weer weg.

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken