Broodnodige aansporing tot katholiek denken
In het binnen de civitas bekende artikel ‘Ultra-Gereformeerd en Vrijzinnig’ (Wapenveld 1971, 21(2)) toonde prof. A.A. van Ruler zich kritisch op de hyper-orthodoxie in het gereformeerde denken. Tegen vrijzinnigheid was hij echter even fel gekant en hij betoonde zich daarom als voorvechter van een katholiek-gereformeerde orthodoxie. De betekenis en meerwaarde hiervan komt onder meer naar voren in het werk van dr. A. (Bram) van de Beek: Spreken over god.
Protestantse zintuigen op scherp
Van de Beek (VdB) is een vooraanstaand hervormd theoloog, die met zijn talrijke publicaties de protestantse zintuigen steeds weer op scherp weet te zetten. Hij was eerder hoogleraar Symboliek (studie van geloofsbelijdenissen) aan de VU te Amsterdam en bijzonder hoogleraar systematische theologie aan de Universiteit van Stellenbroek in Zuid-Afrika. Spreken over God wordt gepresenteerd als samenvatting van zijn bekende dogmatische serie ‘Spreken over God’, waarvan het eerste deel (Jezus Kurios) verscheen in 1996 en het laatste, zesde deel (Mijn Vader, Uw Vader) in 2017.
Christologie
In het woord vooraf geeft VdB aan dat Spreken over God ondanks het samenvattende karakter een zelfstandig boek is, waarin nieuwe inzichten en gedachten verwerkt zijn. Inhoudelijk volgt het boek wel de structuur van de achterliggende serie. Spreken over God begint met de zogenaamde christologie, ofwel de leer dat Jezus van Nazaret God is, waaronder ook de genadeleer geschaard wordt. In het tweede hoofdstuk staat VdB stil bij de rol van Israël in de heilshistorie en benadrukt hij het Jood-zijn van Jezus. In hoofdstuk 3 komen de eschatologie (leer van de laatste dingen) en de Heilige Geest aan bod, waaronder VdB ook de sacramenten (doop en eucharistie) schaart.
Het vierde hoofdstuk gaat over de kerk, waarbij onder meer stilgestaan wordt bij de kenmerken van de kerk en de plaats van de kerk in de wereld. In hoofdstuk 5 komen onder de titel ‘schepping’ thema’s als het ontstaan van de wereld, de betekenis van de wereldgeschiedenis en de vrije wil aan de orde. Het zesde hoofdstuk over God de Vader behandelt onder meer zijn betekenis in de Bijbel, de triniteit van God en het Onze Vader-gebed. In hoofdstuk 7 geeft VdB ten slotte een persoonlijke reflectie op de betekenis van zijn theologisch denken voor het leven van alledag.
Protestantse grondslag
In de inleiding komt de protestantse grondslag van de auteur naar voren als hij de Heilige Schrift als uitgangspunt voor zijn theologie neemt. Zijn katholieke inborst blijkt uit de belangrijke rol die het denken van de (pre-Niceaanse) kerkvaders speelt in zijn dogmatische verhandelingen. Zo beschrijft VdB uitvoerig de ontwikkeling van de tweenaturenleer in de vroege kerk en toont hij zich verwant met de antieke Alexandrijnse soteriologie, die met diens nadruk op de eenheid van Jezus’ goddelijke en menselijke natuur aansluit bij het laag-christologische perspectief dat VdB’s dogmatiek typeert. Het vroeg-katholieke denken komt ook terug bij thema’s als het wezen van de kerk en de drie-eenheid.
Vernieuwend en leerzaam
In contrast stoort VdB zich (niet verrassend) aan de rationaliteit die sinds de late Middeleeuwen en Vroegmoderne tijd de kerk en theologie is binnengedrongen. Godsbewijzen leveren volgens hem slechts een anonieme god op, terwijl de drie-enige God zich in Christus aan ons mensen heeft bekendgemaakt. In het algemeen levert de katholieke invalshoek verfrissende inzichten voor hedendaagse discussies op, wat duidelijk maakt dat 21e-eeuwse christenen de waarheid niet in pacht hebben, maar er goed aan doen ad fundum te gaan.
Ook de indeling van Spreken over God is vernieuwend en leerzaam. Waar de meeste dogmatieken heilshistorisch gestructureerd zijn (schepping-Christus-Geest), zet VdB op Barthiaanse wijze in met Christus als hart van het evangelie en daarom van de theologie. Zoals hij toelicht in hoofdstuk 7, is de lijdende Christus dé manier waarop God zich in deze wereld heeft geopenbaard. Dit betekent voor VdB dat God vooral in de gebrokenheid van het bestaan zichtbaar is. Dat roept de vraag op of naar de zelfstandige waarde van het (christelijk) leven: moeten we lijden opzoeken om God echt te kunnen kennen?
Kritiek op talloze kerkscheuringen
Voor ons protestantse civieten is met name VdB’s typering van de kerk als eschatologische gemeenschap leerzaam. In de spanning van het ‘nu reeds’ en ‘nog niet’ viert de kerk het leven met Christus, die zichzelf niet alleen in de Bijbel openbaart, maar zich in de eucharistie (‘dankzegging’) ook daadwerkelijk aan ons verbindt. Overtuigend laat VdB zien hoe het protestantse avondmaal tekortschiet in het symboliseren van de diepe betekenis van Jezus’ offer. Vanuit het Symbool van Nicea en de overtuiging dat een zuivere kerk niet bestaat, wordt tevens terechte kritiek geuit op de talloze kerkscheuringen en -splitsingen die het protestante christendom kenmerken. Een episcopaal kerkmodel verdient zeker in deze tijd een herwaardering.
Samenvattend is Spreken over God een uiterst lezenswaardig boek, dat een goede indruk geeft van de originele en inspirerende theologie van Bram van de Beek. Het progressieve denken in de samenleving gaat de kerk niet voorbij en noopt tot verdediging van het klassiek-orthodoxe geloof. Hierbij vindt de gereformeerde gezindte een belangrijke bondgenoot in de Katholieke Kerk en de Oosters-orthodoxe kerken. Ik wil u daarom oproepen om op ontvankelijke wijze open te staan voor zaken die u mogelijk onbekend zijn, maar getuige het boek Spreken over God dikwijls over oudere papieren beschikken dan alle kerken in de gereformeerde gezindte bij elkaar.
n.a.v. Dr. A. van de Beek / Spreken over God. Hoofdlijnen van de theologie / als paperback en e-book