Menu

Basis

Contextueel pastoraat

Gestolde verhoudingen in beweging krijgen, de balans tussen mensen herstellen, voorwaarden scheppen voor ontmoeting. Dat vinden pastores die volgens een ‘contextuele benadering’ werken belangrijk. Wat is dat precies, die contextuele benadering? Een interview met Annette Melzer.

Contextueel pastoraat – wat is dat?

In de ontmoeting met de ander, leer ik veel over mezelf – dat is een belangrijk uitgangspunt voor contextueel pastoraat. Wij proberen voorwaarden te scheppen voor ontmoeting, voor dialoog. Veel pastoraat draait om: wat is er gebeurd in jouw leven en wat heeft dat met jouw binnenwereld gedaan? Ook in de hulpverlening zie je dat. Daarnaast wordt er naar iemands omgeving gekeken – familie, vrienden, collega’s, andere groepen. In contextueel pastoraat kijken we vooral naar de onderlinge één op één relaties. En dan kijken we: hoe rechtvaardig is de omgang tussen jou en mij? Niet alleen nu, maar ook in de loop der tijd. Als die verhouding onrechtvaardig, ongelijkwaardig was, kan er herstel nodig zijn.

Wat zijn de basisideeën?

De Hongaarse psychiater Ivan Boszormenyi-Nagy heeft met zijn ideeën de basis gelegd voor de contextuele benadering. Volgens hem is een kind geen onbeschreven blad – je wordt in een gezin, in een familiegeschiedenis geboren. Je ouders proberen op hun eigen manier hun ouderschap vorm te geven. Op sommige punten schieten ze tekort, meestal onbewust. Die tekortkomingen werken door in jouw levensverhaal. En die kunnen destructief gaan werken, als jij wat jij tekort gekomen bent, ‘verhaalt’ op derden. Je merkt het vaak aan irritaties of als je ergens dwangmatig in blijft hangen. Dan kun je bijvoorbeeld vragen: voor wíe is het zo belangrijk dat je dit of dat precies zó doet?

Ons doel is dat kinderen, ook de nog ongeboren kinderen, vrijer en onbevangener kunnen leven omdat hun ouders in hun eigen leven ‘opgeruimd’ hebben, niet op hun kinderen verhalen wat ze zelf tekort gekomen zijn.

Wij kijken altijd naar drie generaties. Loyaliteit is een belangrijk begrip – dat moet je zien als een soort trekkracht, die ‘verticaal’ altijd het sterkste is: gericht op je ouders, je kinderen. Onbewust zal ik díe loyaliteit voorkeur geven boven de loyaliteit aan mijn partner of aan een vriendin. Als je je daarvan bewust bent, kun je beter kiezen. Dan kun je bijvoorbeeld tegen je moeder zeggen: ‘Ik weet dat jij me vandaag nodig hebt, maar ik heb vandaag een afspraak met een vriendin die ik maar één keer per jaar zie. Morgen kom ik naar jou. Wat heb jíj nodig, mam, om mij te kunnen laten gaan vandaag?’ In het gunstigste geval krijg ik de zegen van mijn moeder om te gaan (of: de zegen van mijn vriendin om naar mijn moeder te gaan, dat kan ook).

Wat maakt het tot pastoraat?

In het contextueel pastoraat is de ‘onvermoede derde’ aanwezig in de ontmoeting: Een mens staat, zo geloven wij, “ten overstaan van God altijd met ánderen aan de hand, en tegelijk: met anderen aan de hand staat een mens voor Gód.” Voor mij schuilt het pastoraat ook in de hoop dat je gestolde verhoudingen in beweging kunt krijgen – dat dat je lúkt, is omdat de Eeuwige dat beloofd heeft. Dat een mens een relationeel wezen is, al die woorden als trouw, gerechtigheid, genade, vergeving – dat heeft voor mij alles met theologie en met de Bijbel te maken.

Heb je voor contextueel pastoraat een opleiding nodig?

Als je je echt wilt scholen in contextueel pastoraat dan heb je een wat langere cursus nodig. Dan is het ook van belang dat je in je eigen familiegeschiedenis duikt. Maar ik geef ook wel eens workshops in gemeentes voor ouderlingen of pastorale bezoekers. Wat je kunt leren zien is hoe er in relaties een continue balans is van geven en nemen. Bijvoorbeeld in zorgrelaties: als één iemand daar alsmaar in investeert, kan dat heel ongelijkwaardig zijn.

Ik vraag mensen die op ziekenbezoek gaan vaak: wat geeft de zieke jou? Iemand zegt dan bijvoorbeeld: ‘dat ik van betekenis kan zijn’. En dan vraag ik: weet die zieke dat ook, dat hij of zij jou iets teruggeeft? Het is zo belangrijk dat iemand die ziek is, merkt dat hij van betekenis is, dat hij niet gereduceerd is tot zijn ziekte.

Andere vraag: hoe kunnen wij, als vrijwilligers, ontvangen? Besef je dan ook hoe moeilijk het voor een zieke is om te ontvangen?
Hoe kan het gelijkwaardiger worden? Dat is de vraag.

Contextueel pastoraat is erg actiegericht. Ik zal altijd vragen: wat staat je te doen? Zo kwam ik kort geleden bij iemand die ernstig ziek is, en waarschijnlijk niet lang meer te leven heeft. Dan vraag ik: Wat moet je nog uitzoeken – met je zoon, met je dochter? Mensen bloeien dan op, omdat er nog iets te doen is. En dat is vaak zo helend voor degenen om hen heen en voor henzelf.


Annette Melzer werkt als predikant, supervisor en contextueel hulpverlener. Ze is docent aan de opleiding ‘contextueel pastoraat’, en geeft trainingen en cursussen op dit gebied.

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken