Menu

Basis

Crisis is persoonlijk

Impressies en gedachten van ‘zomaar’ iemand die—met een pastorale antenne, dat wel…—in eigen buurt en leven rondgaat in deze coronatijd. Bemoediging en aanbevelingen lezen we ook, tussen de regels…

Crisis is persoonlijk en wordt van persoon tot persoon verschillend ervaren en tegemoet getreden. Crisis is ook situationeel. ‘Er valt altijd meer…’ Verlies van gezondheid kan leiden tot verlies van werk en inkomen en tot verhuizen noodzaken. Crisis is relationeel. Crisis sleept soms een gezin, een relatie met zich mee. Iedere crisis is een gebeuren in een levensverhaal in een specifieke leeftijdsfase. Wat de één als een crisis ervaart met het accent op verliesbeleving, heeft voor een ander kansen met het accent op mogelijkheden.

Pastoraal contact

In het pastorale contact gaat het niet alleen om de crisis, zoals de corona met veel gevolgen, maar allereerst om déze mens in zíjn of háár crisis. Wat betekent dit voor u? Hoe is het leven nu voor u? Omdat corona ons steeds meer allemaal raakt, zijn we er ook allemaal min of meer vol van. Steeds meer mensen hebben hun verhaal.

Ik zelf was niet alleen betrokken bij mensen die in een revalidatiecentrum probeerden te herstellen van weken opname en verblijf in een ziekenhuis op een IC, maar ik was en ben ook nog bij mensen betrokken die geen corona hadden, maar wel ziek werden of afscheid moesten nemen in coronatijd. De contacten bezoekmogelijkheden waren veel minder gemakkelijk en vroegen om meer inspanning.

Afstand houden kan een gewenste geestelijke ruimte geven

Pastoraal aanwezig zijn en wat soms heet ‘face to face’ of lijfelijk aanwezig zijn, verloren de vanzelfsprekendheid. Daar kwam soms telefoon-contact voor in de plaats. Slechthorenden hadden soms extra hinder, of juist niet, omdat de aandacht geconcentreerder was. Voor mensen met gehoorproblemen is een zaak, een groep met alle omgevingslawaai, een extra probleem. Het niet kunnen zien en elkaar geen handen kunnen geven, werd door velen als een verlies ervaren en ik merkte dat het benoemen van die vreemdheid belangrijk kon zijn: ‘Niemand raakt me nog op een persoonlijke wijze aan…alleen nog functioneel’, zei iemand.

Het werd zoeken naar nieuwe vormen van groeten. ‘Ik vouw mijn handen en buig licht’, zei iemand en zo wil ik op haar stijl aansluiten. Een ander gaf de voorkeur aan een kort ellebogencontact. Het waren allemaal kleine rituelen die om aandacht vroegen. Het elkaar niet zien was niet voor iedereen een verlies.

Afstand houden

Ook het zoeken naar afstand en nabijheid vroeg om aandacht. Het accent lag veel op afstand houden, maar er was ook een afstand houden dat om meer emotionele redenen gewenst was. Een vrouw, wier dochter met haar man in een ernstige crisis raakte door een levensbedreigende ziekte, moest leren dat afstand houden een gewenste geestelijke ruimte gaf. Je kunt ook te dicht op elkaar zitten. Ook in het pastoraal contact kan een zekere afstand juist ruimte bieden. Ik ontdekte de waarde van buiten-bankjes-gesprekken in de maanden dat het weer dat toeliet. In de maand oktober zag ik het woord ‘wensmaand’ op een poster van een chocoladewinkel. Het woord ‘feestmaand’ voor de laatste maand van het jaar leek te wijken voor ‘wensmaand’… Er waren heel wat feesten die niet doorgingen, zoals verjaardagen, jubilea, afscheidsfeesten, doop en belijdenis. Dit alles vroeg en vraagt om vormen van ‘attent’ zijn. De naam ‘attent-maand’ of ‘attent-tijd’ is wat minder commercieel en consumptief en geeft meer aan waar het mij in het pastoraat om gaat: attent zijn. Je antenne richten op de ander. Niet alleen een goed gesprek kan als steunend worden ervaren, maar ook een kaart in de brievenbus. Of een kaars! De tekst bij die kaars laat ik hier volgen.

EEN KAARS DIE NIETS DOET

Een kaars vandaag, een licht
Het weer is grijs
Het is een dag om binnen te blijven
Een kaars vandaag, een licht
Een dag voor luitspel
Een dag voor een houten puzzel
Een dag van staan voor het natte raam
Een dag om te mijmeren
Een dag om te denken aan
Een kaars voor mijn broer
alweer in het ziekenhuis
Een kaars voor mijn schoonzus
haar zwager ook zo ziek
Een kaars voor wie aantobben
weer een dag met haar
die alsmaar naar buiten wil
Een kaars die niets doet
Een kaars die hoopt op licht
Dat een mens niet opbrandt.

Crisis is soms ook wat niet als crisis erkend wordt. Zoals niet naar het werk kunnen. Niet naar een kerkdienst kunnen. Er wordt vaak in algemene termen getroost: ‘mooi thuis, gezellig’, of ‘je bent de enige niet’, of ‘het is ook onverantwoord’. Er is mijns inziens nogal hard over de mensen heen gelopen die toch met een ongewenst aantal samenkwamen. Pastoraat laat ruimte voor de persoonlijke dimensie. Pastoraat heeft er oog voor dat het vereenzamingsrisico toeneemt. Een oudere, alleenstaande, bescheiden vrijwilliger die vaak koffie schonk op zondagmorgen, vertelde dat niemand haar eens opbelde. Anderen vertelden hoe dat juist wel gebeurde. Ik hoorde ook van iets lekkers in de brievenbus met een attent woord…

Vragen en luisteren

Indringend waren de gesprekken met mensen die te horen hadden gekregen dat ze afscheid moesten nemen. Een afscheid dat een gunstige wending kreeg, maar ook tot nieuwe vragen leidde, zoals ‘moet ik wel weer zo hard willen werken?’, maar ook ‘hoe ziet mijn levensstijl eruit?’ Er waren vragen over God in deze crisis. Het gevaar is een theologische reactie. De kans was een betekenis-vraag: wie is of was God voor u in uw leven? Dat kon de weg zijn naar een meer persoonlijk gesprek. Niet over zoiets algemeens als godsbeelden.

Op straat—ik ben en was veel op straat, loop elke dag een rond(j)e—vroeg een man: ‘Gelooft u in God?’ Ik vroeg, waarom hij me dat vroeg, en hij zei: ‘God maakt me gelukkiger en geeft me meer zin in het leven in deze tijd.’ Hij wilde met mij—anoniem—delen wat van waarde is voor hem. Hij wilde ook contact. Het gebeurde dichtbij een nachtverblijf voor mensen zonder huis.

Een kaars, of iets lekkers met een attent woord in de brievenbus…

Weer een ander begon over het weer, maar ging verder om te vertellen over zijn hand die niet goed was genezen, nadat hij een paar dagen geleden van zijn fiets was gevallen. Hij hield met zijn ene hand het kerstvoedselpakket vast. Een voorbijrijdende maaltijdbezorger, wiens open jas zijn stuur raakte, bracht hem ten val. De man—met oortjes in—reed door. Hij dankte dat ik stil was blijven staan en geluisterd had. Pastoraat is ook stilstaan. Er zijn elke dag mensen op straat die het waarderen dat ze gegroet worden en aangesproken. Dat zijn er meer dan gedacht wordt. Een andere man vertelde van handtastelijk geweld in zijn kerk op zondag. Hij was een politiek vluchteling en had misschien iets niet begrepen. Hij kon nog steeds niet werken en zijn kinderen (12-15-17) waren angstig. Hij was een christen-vluchteling uit Pakistan.

Soms is pastoraat vooral niet oordelen, niet invullen en adviseren en willen oplossen, maar alleen luisteren zonder onderbreken. Wie in crisis is, heeft een speciale antenne voor oprechte interesse.

Moe…

Tot slot wil ik stilstaan bij de crisis van moe zijn. Er zijn mensen die als gevolg van de corona klagen over moe zijn, moe blijven, aanhoudend moe zijn. Ze zijn soms bang dat anderen hen als lui zien, of al snel depressief noemen. Moeheid irriteert de vermoeide maar ook de mensen die met je leven. Moeheid leidt tot tempoverlies, tot niet bij kunnen houden, tot angst om de boot te missen. Het is niet mee kunnen komen in de tijd van de snelle praters, de snelle beslissers, de welbespraakten. Pastoraat trekt mee in het tempo van de ander en ziet het lijden aan van soms verlammende moeheid. Moeheid wordt vaak onderschat als een vorm van zielenpijn.

Ook zijn veel mensen moe van het virus, maar het virus, dat zonder aanziens des persoons zijn vreemde weg gaat, is niet onzeker van ons. Het virus lijkt als een Egyptische farao heel het leven te beheersen.

Pastoraat is ook stilstaan, en luisteren, niet oordelen en niet invullen

Ik schrijf dit in oktober. Hoe zal het zijn als u dit leest? Hoe is het dan voor u? In de voorbije maanden ging ik soms een kerkgebouw binnen waar niets te doen was, geen dienst of wat dan ook. Ik leerde in de rust, in het kijken naar de lichtinval, in het kijken naar wat er te zien was, dat er altijd iets gebeurt. De kerk als een oase, die spreekt van een ander ‘zijn’ in deze woestijntijd. Soms was er een opvallende expositie en nietopdringerige muziek. Ik kwam er steeds weer anders uit dan ik er was ingegaan. Het verzette mijn zinnen en bracht me nieuwe zin. Deze bezoeken waren een nutteloos ritueel dat me troostte en inspireerde. Het lijkt de tijd van de influencers, maar pastoraat heeft oog en oor voor mensen en plaatsen die inspireren.

Die je niet sturen waarheen zíj willen, maar die je op adem laten komen. Dank aan hen die deze plaatsen open houden en onderhouden! Het zijn kostbare rituele plaatsen.

Marinus (de heer M.J.) van den Berg is gepensioneerd pastor en geestelijk verzorger. Hij schrijft en publiceert en geeft lezingen naar aanleiding van zijn boeken. Marinus van den Berg, geestelijk verzorger in nawerk-tijd, publiceerde Stap voor stap, over geestelijke zorg voor corona-revalidanten in een revalidatiecentrum in Rotterdam (uitgeverij Adveniat), Ode aan de eenzaamheid, november 2020 bij Uitgeverij ten Have, en Het kleine pad van geluk. Lusjes lopen opent ogen, bij Arke media, voorjaar 2021.

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken