Menu

Basis

Dan krijgt hij een droom

Jakob is van huis weggevlucht. Dan droomt hij van een ladder die tot in de hemel reikt… Maar wat is er daarvóór gebeurd?

Aartsvader Abraham en aartsmoeder Sara krijgen één zoon, de eerste, de beste, de opvolger:

Isaak. Isaak trouwt met Rebekka. Rebekka wordt zwanger van een tweeling. Eén van die twee wordt de eerstgeborene, dus de opvolger. Al in de baarmoeder vechten ze erom. De eerste die tevoorschijn komt, is behaard: Esau, gevolgd door de gladde Jakob, die zijn broer bij de hiel vastgrijpt.

Esau wordt jager en de lieveling van Isaak, die gek is op wildbraad. Jakob is een moederskind en zit altijd bij de kookpot van Rebekka.

Op een dag komt Esau thuis van de jacht, bekaf en met berenhonger.

Jakob heeft net rode linzensoep gekookt.

Esau snuift: ‘Kom op met die rooie zooi.’

Jakob ziet zijn kans schoon: ‘Alleen in ruil voor je eerstgeboorterecht.’

Esau sterft van de honger, dus: ‘Wat kan mij dat eerstgeboorterecht schelen.’

Eenmaal, andermaal, verkocht.

Jakob heeft nu wel het eerstgeboorterecht, alleen: hoe vertel je dat je vader?

Jaren gaan voorbij.

Iedereen zwijgt over het eerstgeboorterecht. De oude Isaak weet van niks, maar zal, voor hij sterft, zijn opvolger zegenen. Hij zucht: ‘Esau, mijn eerstgeborene, elke dag kan mijn laatste zijn. Ga op jacht, schiet wat wild, en maak dat lekker voor me klaar. Daarna zal ik je mijn zegen geven.’ Rebekka heeft Isaak gehoord. ‘Jakob, nu of nooit! Kies twee malse bokjes uit. Ik maak ze klaar, zoals Isaak ze het lekkerst vindt.

Jij brengt ze bij hem en dan zal Isaak jou zegenen.’ ‘Goed plan, maar zal vader niet voelen en ruiken dat ik het ben en me vervloeken?’ Niet zeuren Jakob, Isaak is doof en blind. Laat dat maar aan Rebekka over.

Zo gezegd, zo gedaan. Jakob staat in Esaus ongewassen kleren voor Isaak. Het ruwe vel van de twee bokjes om zijn gladde armen heen. ‘Vader, hier ben ik, Esau, met uw maaltijd. Neem, eet en zegen me dan.’ ‘Wat ben je snel terug, jongen?’ ‘Ja, eh, God heeft me geholpen.’ ‘Kom eens dichterbij?’ Isaak tast:’ Je voelt als Esau, maar die stem is van Jakob? Ben je echt mijn zoon Esau? Met een lage stem verraadt Jakob zijn broer: ‘Ja.’ ‘Laat me eens proeven?’ Isaak eet. ‘Ja, dat smaakt naar Esau. Kus me, mijn zoon.’ Jakob komt dichterbij. Isaak snuift: ‘Dit is de geur van Esau. Gezegend ben je, mijn zoon, mijn opvolger in Gods verbond. Jij zult de baas van de familie zijn.’

Even later staat Esau met zíjn maaltijd voor Isaak. ‘Hier ben ik, vader, neem, eet en zegen mij.’ Isaak schrikt: ‘Wat? Dat kan niet. Ik heb mijn opvolger al aangewezen. De zegen is weg.’ Esau weet genoeg: ‘Die oplichter! Die hielenlichter!!’ Hij is razend, hij haat Jakob tot aan zijn hiel. Het liefst wil hij hem daarmee vermorzelen, verpletteren. Rebekka redt Jakob opnieuw:

‘Vlucht!, voordat Esau je vermoordt. Ga naar Charan, naar je oom Laban, tot Esaus woede is bekoeld.’ Jakob doet weer wat zijn moeder zegt en licht zijn hielen.

Jakob heeft zijn vaders zegen, maar verder heeft hij niets. Hij overnacht in de open lucht en slaapt met zijn hoofd op een steen. Dan krijgt hij een droom. Hij ziet met een wijde blik het open firmament. Op de plek waar hij is, staat een ladder, die reikt tot in de hemel. Langs de ladder gaan engelen van beneden naar boven en terug. Bovenaan toont de Eeuwige zich: ‘Ik ben de God van je voorvader Abraham en van je vader Isaak. Ik zal ook jouw God zijn en je dit land, waarop je slaapt, schenken. Ik zal bij je zijn en je niet alleen laten. Ik zal je kinderen en ontelbare kindskinderen verzamelen in dit land.’

Jakob wordt wakker, doortrokken van Gods aanwezigheid. ‘Hier is de aarde voorgoed met de hemel verbonden. Dit is de poort naar het huis van God.’ Jakob markeert de plek en zijn ervaring. Hij zet de steen waarop hij sliep rechtop en giet er plechtig olie over uit. ‘Als God mij, een hielenlichter, beschermt, mij voedt en kleedt, mij genadig is, dan zal deze Eeuwige mijn God zijn, en deze plek zijn huis: Bethel.’

Kees van der Zwaard is schrijver, theatermaker en theoloog.

VERHALEN OVER JAKOB STAAN IN HET BIJBELBOEK GENESIS (HOOFDSTUK 25-50).

VANAF FEBRUARI 2019 SPEELT KEES VAN DER ZWAARD ZIJN NIEUWE THEATERVOORSTELLING ‘DE DAG DAT GOD 10 JAAR WERD’. ZIE WWW.KEESVANDERZWAARD.NL.

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken