Menu

Basis

De Geest als amuse

In onze Scheveningse jaren was Vlaggetjesdag een jaarlijks hoogtepunt. De haringloggers lagen prachtig versierd te pronken. Sommigen voeren met hun versierde schuiten uit. In de haven was het een gezellige drukte. Talloze bezoekers, ook van buiten, waren samen gekomen. Een feeststemming maakte zich meester van het dorp aan zee. Met als hoogtepunt: de presentatie van de Hollandse nieuwe.

Drs. R.F. de Wit is als predikant verbonden aan de Hervormde Gemeente te Ermelo. Hij is lid van de redactie van Ouderlingenblad

Vlaggetjesdag wordt traditioneel gehouden op de zaterdag voor Pinksteren. Maakt dát, dat de vergelijking zich aan mij opdringt? De dag van Pinksteren, velen zijn bij elkaar gekomen, ook van buiten. Ze zijn opgetogen. Het is feest, het oogstfeest wordt gevierd. De eerstelingen worden aangeboden. Pinksteren als een soort Vlaggetjesdag avant la lettre.

Voortgang

Pasen en Pinksteren vallen op dezelfde dag

Na de grote christelijke feestdagen Kerst, Goede Vrijdag en Pasen is Gods werk nog niet klaar. En vindt nog een nieuwe handeling van God plaats: Pinksteren. God stort zijn Geest uit. Er is voortgang in het werk van God. De Geest is de grote gangmaker, hij stuwt de geschiedenis voort in de richting van het doel. De beweging die de Geest teweegbrengt is al gegeven in de woorden die de Bijbel voor Geest gebruikt: ruach (Hebreeuws) en pneuma (Grieks), adem en wind. Daarin zit dynamiek.

Daarbij sluit de Geest aan bij wat geweest is. Het werk van de Geest is dus niet iets nieuws. De Geest bouwt voort op het werk dat Jezus volbracht heeft. De woorden ‘Het is volbracht’ (Joh.19:30) betekenen niet dat alles nu klaar is, maar dat Jezus’ werk is voltooid. En dat voltooide werk moet de wereld over. Met het oog daarop zendt God zijn Geest. Voor zijn hemelvaart sprak Jezus tot zijn leerlingen dat de heilige Geest over hen zou komen, en dat zij van hem zouden getuigen. Dan volgt een aantal plaatsbepalingen, die een steeds bredere kring laten zien: in Jeruzalem, in heel Judea en Samaria, tot aan de uiteinden van de aarde (Hand.1:8). Het gerucht gaat verder.

De Geest des Heren heeft

een nieuw begin gemaakt,

in al wat groeit en leeft

zijn adem uitgezaaid.

De Geest van God bezielt

wie koud zijn en versteend

herbouwt wat is vernield

maakt één wat is verdeeld. (Lied 686)

De Geest als amuse van Gods Rijk, als voorproefje

Herschepping

Het gaat in dit lied over een nieuw begin dat de Geest maakt. Het is dus niet het eerste wat hij doet; dat is al veel langer geleden. De Geest komt niet pas met Pinksteren, hij was er al veel eerder. Op de eerste bladzijde van de Bijbel lees je al dat hij actief is: ‘De Geest van God zweefde over het water.’ Hij wordt daarom ook wel Schepper Geest genoemd. Zo wordt in de oudste liederen ook over hem gezongen en tot hem gebeden: Veni Creator Spiritus, Kom Schepper Geest. Zijn komst met Pinksteren is dus niet nieuw. Wat is dan het nieuwe van Pinksteren? Dat is, zegt dit lied, het nieuwe begin, oftewel: de herschepping. Dat hij bij de schepping betrokken was, maakt Hem bij uitstek geschikt als Herschepper.

Wat God gemaakt heeft, is oud geworden en versleten, maar ook beschadigd en kapot gegaan. Nu volgt een nieuwe scheppingsdaad van God. Want hij wil zijn schepping niet opgeven. Hij wil herstel ervan. Daarvoor gaf hij zijn Zoon, daarvoor zendt hij ook de Geest.

Wij zijn in Hem gedoopt

Hij zalft ons met zijn vuur.

Hij is een bron van hoop

in alle dorst en duur.

Wie weet vanwaar Hij komt

wie wordt zijn licht gewaar?

Hij opent ons de mond

en schenkt ons aan elkaar.

Door ons heen

Het is de Geest die het nieuwe begin maakt. Dat doen wij zelf niet. Toch gaat het ook niet buiten ons om. Daarin is er een verschil met het werk van Christus. Daarbij staan wij buiten spel. Bij het werk van de Geest is dat anders: Hij heeft zijn adem uitgezaaid ‘in al wat leeft en groeit’. Hij bezielt wie koud is en versteend om mee te bouwen aan dat nieuwe begin. Nu Christus alles volbracht heeft, kan dat ook. Bij de kribbe kun je nog toeschouwer zijn, zelfs op Golgotha kan dat. Maar met Pinksteren niet meer. God vernieuwt zijn schepping en begint daarbij bij zijn volgelingen. Daar gebeurt iets mee: ‘Hij opent ons de mond en schenkt ons aan elkaar.’

De Geest die ons bewoont

verzucht en smeekt naar God

dat Hij ons in de Zoon

doet opstaan uit de dood.

Opdat ons leven nooit

in weer en wind bezwijkt,

kom Schepper Geest, voltooi

wat Gij begonnen zijt.

Pinksteren is een nieuw begin, oftewel: herschepping

Pasen

Opvallend genoeg is dit lied niet geschreven voor Pinksteren, maar voor Pasen. En dat is helemaal in lijn met Handelingen 2. De toespraak die Petrus met Pinksteren houdt, gaat vooral over Pasen. Anders gezegd: vervuld van de Geest verkondigt hij Jezus. Pasen en Pinksteren vallen op één dag. Dit lied is geschreven voor de paasnacht, waarin gedoopt wordt. Dan wordt er over schepping en herschepping gelezen. ‘Wij zijn in Hem gedoopt, Hij zalft ons met zijn vuur’. Opnieuw de eenheid van Pasen en Pinksteren.

Die dubbele verwijzing klinkt ook in het laatste couplet. Daar lezen we woorden die aan de apostel Paulus doen denken als hij schrijft over het leven door de Geest, in zijn brief aan de Romeinen: De Geest helpt ons in onze zwakheid. Hij pleit met woordloze zuchten (Rom. 8:26). Zodat voltooid wordt wat hij begon: dat ons leven nieuw wordt en nooit meer ten onder gaat. Daarom bidden wij, met de kerk wereldwijd: Veni Creator Spiritus.

Oogst

Pinksteren was vanouds een oogstfeest. De eerstelingen van de tarweoogst werden naar de tempel gebracht en aan God aangeboden. Zo gaat de Geest ook oogsten. De vruchten plukken van Jezus’ werk. Vijftig dagen na Pasen begint de oogst. Pasen is de waakvlam, en met Pinksteren slaat de vonk over en wordt het vuur aan alle kanten ontstoken; en als een lopend vuurtje gaat het de wijde wereld rond. Op het paasfeest is Christus opgestaan, op het pinksterfeest staan de discipelen op. Het licht van Pasen wordt verkondigd, verder gebracht. Pasen heeft het licht in onze duisternis gebracht, maar met Pinksteren wordt het verspreid.

Voorsmaak

Op Vlaggetjesdag wordt altijd het eerste vaatje Hollandse nieuwe geveild. Het staat symbool voor de nieuwe oogst. Dat ene vaatje representeert het geheel. Zo is in zekere zin de Geest zelf ook de eersteling van de oogst. Hij is het begin van Gods nieuwe schepping. Het begin dat het geheel representeert. Een begin dat naar meer smaakt. De Geest als een amuse.

Gods toekomst begint. Door de Geest ontvangen we er een voorproefje van. Sinds Pinksteren leven we in de laatste dagen. Een nieuw tijdperk is aangebroken. Dat betekent niet dat al het oude meteen verdwenen is.

Er is niet alleen maar een stijgende lijn. Waar de Geest komt, komt er ook strijd. De Geest leert zuchten, hopen, verlangen. Dat veronderstelt een situatie die nog niet is zoals zij zou moeten zijn. Toch zijn de eerstelingen al zichtbaar. En ze doen verlangen naar meer.

Verbinding

De Geest is de grote Verbinder. Op verschillende manieren, in steeds bredere cirkels. Allereerst brengt hij je bij Christus, bij het heil. Dat is persoonlijk, maar niet individueel. De Geest verbindt je ook met medegelovigen. Wij zijn leden van hetzelfde lichaam, met elkaar verbonden. De Geest verbindt je ook met de wereldkerk (in heden en verleden). De Geest spreekt alle talen en heft daarmee de taalverwarring (Gen.11) op. Tot slot verbindt de Geest je met Gods toekomst.

Gids

Ik koppel er nog een begrip aan: dat van de loodsman, de persoon die de schepen veilig de haven in geleidde. Een loodsman is een deskundige, die met kennis van zaken schippers bijstaat. Hij weet waar de zandbanken liggen, hoe je bij harde wind en hoge golven toch veilig binnen kunt varen. Hij kent de haven en de omgeving daarvan als zijn broekzak.

Schippers die tal van havens aandoen, en niet overal alle details kennen, zijn gebaat bij zijn kennis. Zo werkt de Geest als een bijstand en loodst hij de gemeente door de tijd heen op weg naar Gods toekomst.

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken