Menu

Premium

De Jas I

Hebreeuwse tekst die wordt uitvergroot met een loep

Bij Genesis 37,12-28

Een mooie jas

Om deze en de volgende twee zondagen met elkaar te verbinden, heb ik als leidend thema gekozen voor de jas van Jozef. Deze jas is, naar mijn idee, een bekend onderdeel van de geschiedenis van Jozef. Om dit voor de kinderen beeldend te maken, neem je een mooie jas mee naar de kerk. Het hoeft niet per se een veelkleurige jas te zijn, maar wel een nette jas.

Gesprek en verhaal

Wanneer je de kinderen uitgenodigd hebt naar voren te komen, laat je hun de jas zien. Wat vinden ze van deze jas? Is het niet een mooie jas voor een speciaal iemand?

Vertel de kinderen dat deze jas je aan iemand uit de Bijbel doet denken. Je kunt de kinderen vragen of ze een idee hebben, maar vermoedelijk is deze vraag wat te lastig. Je kunt ook zelf de stap maken naar de persoon Jozef.

Vertel, in je eigen woorden, over Jozef en de mooie jas die hij van zijn vader Jakob gekregen had. Deze jas maakte de broers van Jozef jaloers, want een veelkleurige mantel staat zo ongeveer gelijk aan een koningsjas. Dat vader Jakob juist deze jas aan Jozef had gegeven, was voor hen een teken dat hij het meeste van Jozef hield.

Op een zeker moment zijn de broers van Jozef aan het werk; ze weiden de kudde schapen en geiten. Jozef is daar niet bij. Hij wordt door vader Jakob eropuit gestuurd om te zien hoe het met de broers en met de dieren gaat. Na een poos zoeken vindt Jozef zijn broers. Maar zij hebben ondertussen een gemeen plannetje bedacht om van Jozef af te komen. Ze willen hem in een put gooien. Wanneer Jozef dan bij hen komt, wat is dan het eerste wat ze doen? Ze pakken de jas van Jozef af! De mooie gekleurde jas die hij van hun vader gekregen had. De jas die zijn broers zo jaloers maakte. Die jas trekken ze hem uit en ze gooien hem in de put.

Liedsuggestie

LB 166b:1, 2 (‘Jozef zoekt zijn grote broers’).

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken