Menu

Premium

De Johannesproloog en de laatste vragen over ons bestaan

In de vorige aflevering van Dubbelfocus werd het Hooglied benaderd vanuit twee perspectieven, een literair-kritisch perspectief en een psycho-analytisch perspectief, met een Hooglied in tweets als slagroom op de taart. In deze bijdrage neem ik het literair-kritische perspectief op en voeg daar een receptie-theologisch perspectief aan toe, met als te onderzoeken passage de proloog uit het Johannesevangelie.

Een literair-kritisch perspectief vat ik in deze bijdrage op als benadering waarin de tekst zoals die voor ons ligt centraal staat, met bijzondere aandacht voor het genre en de gebruikte stijlmiddelen. Wat gebeurt er als we de Johannesproloog vanuit dat perspectief lezen? Voor het gemak nemen we dan even aan dat die proloog de verzen 1-18 omvat.

Als we ons proberen te verplaatsen in een lezer die het Johannesevangelie begint te lezen in de vorm waarin we het nu hebben, zonder verdere expertise, dan kunnen we ons vooral een gevoel van verbazing voorstellen. Voor een lezer zou het gemakkelijker zijn als hij of zij was opgevoed in een intellectueel milieu van joods-hellenistische komaf, met de nodige bagage op het gebied van de wijsheidsliteratuur van Jezus Sirach in de binnenzak. De proloog zou dan resoneren met de wijsheidstradities die de lezer van jongs af aan heeft meegekregen.

Maar dan nog: wat doen daar in de verzen 6 tot 8 ineens die zinnen over Johannes? En welke Johannes eigenlijk? En een lezer die gepokt en gemazeld is in de wijsheidsliteratuur van het jodendom van de tweede tempel zal zich afvragen: wat doen al die opmerkingen over de duisternis daar? En welke kant gaat het verhaal eigenlijk op? De wijsheid, die kennen we toch? Sterker nog: de wijsheid, daar hoor je in te ademen, dat zijn de geboden van de Heer die ons zijn gegeven om in te leven, en hier krijg je al snel de indruk dat het Johannesevangelie eigenlijk helemaal geen wijsheidsboek is. Je wordt flink op het verkeerde been gezet. Je dacht dat het over de geboden van de Heer ging, maar het gaat over een persoon, over Jezus. Hij lijkt die wijsheid te belichamen. En niet het volgen van die geboden, maar het vertrouwen op hem lijkt de sleutel om met de eeuwige Wijsheid die van voor alle tijden is, in contact te komen. Vreemd boek, dat evangelie van Johannes.

Receptie-theologisch

Tot zover ging het min of meer over vroege lezers van het evangelie van Johannes, over hun herkenning, maar ook over hun verwarring bij het lezen van de tekst. Bij een receptie- theologische benadering zoals ik die in mijn onderzoek praktiseer, gaat het ook vaak over latere of zelfs hedendaagse lezers. Het gaat daarbij niet alleen over een feitelijke beschrijving van hun interpretatie van de teksten (wat meestal receptiegeschiedenis genoemd wordt), maar ook over de manier waarop hun manieren van lezen ons nu uitdagen bij de gelovige keuzes die wij maken, niet alleen over geschiedenis dus, maar ook over theologie. Nu worden ook latere lezers enorm geholpen, of misschien moeten we zeggen bedrogen, door het feit dat ook zij onmiddellijk worden beetgepakt. Gaat immers deze proloog niet over alle tijden en alle plaatsen, over een eeuwigheid die aan ieder voorafgaat, over een woord dat in ieders mond klinkt, over kwaad en bedrog dat overal om ons heen is, over een Jezus die in elke kerk aanbeden wordt, maar toch vooral in de onze? En dan gaat het dus ineens over alles. Dan kun je dus, door met allerlei lezers mee te kijken terwijl ze die majestueuze proloog lezen, aan ze aflezen welke grote keuzes zij maken als het gaat om hun geloof, hun finale oordeel over ons bestaan.

Kijk je bijvoorbeeld mee met Erasmus, dan raak je onder de indruk van zijn geloof in de menselijke opvoedbaarheid. Hij tekent de proloog als één grote verlenging van vers 3 en 4: ‘in hem was het leven en het leven was het licht van de mensen’. Vanaf het begin van de wereld begint Gods grote opvoedingsproject al, en waardoor zou Gods opvoeding anders kunnen plaatsvinden dan door het Woord, door tekst? Je ziet hem alweer bezig met zijn volgende teksteditie. De donkere tonen uit de proloog worden wat minder donker, overspoeld als ze worden door het alom aanwezige licht.

Even later kijk je mee met Martin Bucer en Johannes Calvijn en je raakt onder de indruk van die donkere tonen uit de proloog, van de ongerechtigheid die overal schaamteloos met een christelijke belijdenis vermengd wordt; je vraagt je vertwijfeld af hoe die Erasmus het in zijn hoofd kon halen om bij al zijn realisme en spot over die ongerechtigheid, toch nog in dat grote opvoedingsproject te blijven geloven. Je voelt bij Bucer en Calvijn de diepte van de genade, de grootte van de inbreuk van God in onze werkelijkheid om ons te redden zelfs als we reddeloos verloren zijn. Maar je vraagt je wel af of en hoe je daarbij kunt komen.

Menno Simons of Michael Servet vertellen je dan hoe dat kan. Ze maken je duidelijk dat al die anderen dat ene woord waarom alles draait, feitelijk hebben uitgewist: ‘Het Woord is vlees geworden’. Ze laten je de radicaliteit van dat woord voelen zoals je die nog nooit gevoeld hebt: de Allerhoogste is onder ons gekomen. En omdat God mens is geworden, kunnen wij bij God komen, eindelijk die morele perfectie en gelukzaligheid bereiken die overal om ons heen lijkt te ontbreken.

Heen en weer geschud word je. Het is alsof alle verwarring die je bij het lezen van de proloog ervoer, de verwarring is die ons in dit ondermaanse ten deel valt. Je begint te wegen, in jouw tijd en op jouw plaats te zien welke keuzes jij zou maken. Of wil je misschien toch met Luther de keuze uitstellen omdat de echte waarde van die proloog misschien is dat die ons de spanning bijbrengt die ons leven is?

Literatuur

Meer lezen over de receptie-theologische methode:

P.M. Wisse, ‘Doing Theology through Reception Studies: Towards a Post-Postmodern Theological Hermeneutics’, Nederduits Gereformeerd Theologisch Tijdschrift 53 (2012), 239–249.

Meer lezen over de besproken recepties van de Johannesproloog:

P.M. Wisse, ‘“…welches alle Menschen erleuchtet”? Die Krise der Europäischen Identität im Spiegel der frühmodernen Rezeption des Johannesprologs’, Neue Zeitschrift für Systematische Theologie und Religionsphilosophie 55 (2013), 1–19.

Meer over het Johannes-project: (deze link is niet meer beschikbaar)

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken