Menu

Basis

De klank van liefde

Margreet Meijer is geestelijk begeleider en voormalig redactielid van Herademing, zie ook: www.margreet-meijer.nl

Luister naar het lied van het riet

over zijn scheiding:

‘Sinds ik uit mijn bed van riet werd losgesneden,

kwam een klaaglijke klank in me.

Iedereen die gescheiden is van zijn geliefde,

weet wat ik bedoel.

Heimwee is het lot van ieder

die uit zijn oorsprong werd losgerukt.

Waar mensen samenwonen ben ik,

en meng ik me in hun blijdschap en verdriet.

Een vriend ben ik voor allen,

al hoort slechts een enkeling

achter de noten die ik zing

het geheim dat ik in me draag.

Daar lenen oren zich niet voor.

Lichaam en ziel zijn niet van elkaar gescheiden,

maar wie heeft de ogen om dit te zien?

Wie heeft de oren om dit te horen?’

(Uit: Masnawi I)

De bekende soefi-dichter en mysticus Djelal od-Din Roemi (1207-1273) verwijst in zijn werk vaak naar muziek, zo ook in dit openingsvers van zijn spirituele leerdicht, de Masnawi, een van zijn belangrijkste werken. Hij beschrijft daarin hoe een riet, gesneden uit het rietveld, haar verhaal vertelt. De afgescheidenheid van het riet gebruikt hij als metafoor voor de mens, die immers ook afgesneden is van zijn oorsprong. Zijn woorden zijn niet alleen een klaagzang over scheiding, maar meer nog vormen zij een lied over liefde en verlangen. Het is een thema in veel van zijn teksten, waarin het beeld van het riet vaker wordt gebruikt.

In deze handreiking proberen we door stil te worden en onze aandacht te richten, de klanken die diep in ons klinken te ontvangen. Wellicht worden we ons bewust van de grondtoon van liefde, die in ieder mens wil doorklinken. De oefeningen kunnen individueel of in kleinere groep worden gedaan, waarbij een moment van terugkoppeling ingepast kan worden.

Klanken buiten ons

Sinds ik uit mijn bed van riet werd

losgesneden,

kwam een klaaglijke klank in me.

Iedereen die gescheiden is van zijn

geliefde,

weet wat ik bedoel.

Heimwee is het lot van ieder

die uit zijn oorsprong werd losgerukt.

Zoals Roemi dicht, is het lot van de mens zijn afgescheidenheid. Weggesneden van zijn Oorsprong, als een riet uit zijn rietveld. Het lijkt daarmee wellicht of er verschillende werelden zijn, binnen en buiten ons. In deze eerste oefening richten we onze blik vooral naar buiten, om in de volgende oefeningen dichter bij onszelf en bij dat wat in ons klinkt te kunnen komen.

Zoek een plek, bij voorkeur buiten, waar je ongestoord geconcentreerd kunt zijn op je omgeving. Sluit je ogen, ontspan en word je bewust van jezelf. Van je houding, hoe je zit, van je ademhaling. Laat je adem rustig komen en voel hoe je je opent. Als je een tijdje zo gezeten hebt, zet je je oren op scherp.

Luister naar de harde geluiden om je heen. Ontvang ze, maar probeer ze daarna opzij te zetten. Zijn er ook andere klanken? Wat is het zachtste geluid dat tot je komt?

Tussen alle kabaal, geroezemoes en verschillende klanken is er wellicht ook een constant geluid, als een soort grondtoon. Is er een brom, een geluid bijvoorbeeld als de cadans van een trein?

Probeer daarna een kort geluid te onderscheiden, iets dat steeds even opklinkt. Blijf gedurende een tijdje bij afwisselend het ene en dan het andere geluid.

Luister nogmaals en maak nu een onderscheid tussen geluiden van dingen of van mensen en van geluiden in de natuur, zoals het fluiten van een vogel, het ritselen van de bomen.

Verblijf nog enkele minuten in stilte en sluit de oefening af met een voor jou vertrouwd gebed of korte dankzegging. Zing of neurie tenslotte zachtjes een (gedeelte van) een lied dat voor jou speciale betekenis heeft.

Verbindende klanken

Lichaam en ziel zijn niet van elkaar

gescheiden,

maar wie heeft de ogen om dit te zien?

Wie heeft de oren om dit te horen?

Ondanks het gevoel van afgescheidenheid, kunnen we wel onze verbondenheid met ons lijf en de aarde ervaren. In deze oefening concentreren we ons daarop tijdens een wandeling in de natuur.

Eerste deel

Luister naar de geluiden die jij met jouw lopen veroorzaakt. Merk hoe je je voeten neerzet, hoe daardoor een tak kraakt, steentjes onder je schoenen schuren, bladeren knisperen, zand sloft.

Word je ook bewust van hoe je loopt.

Regelmatig, met een vaste tred, slepend, of in een zekere cadans?

Er zijn ook geluiden die jezelf maakt; hijgen, puffen, hoesten.

En wat gebeurt er in jezelf? Voel je de zuurstof je longen ingaan? Hoe klinken jouw stappen voor jezelf in je lijf? Kun je met aandacht het ritme van jouw stappen volgen?

Tweede deel

Als je een tijdje zo hebt gewandeld, merk je misschien dat je weinig andere gedachten had. Je aandacht was immers bij het lopen en bij wat dat teweegbracht. Nu richt je je echter op dat wat in jou naar boven komt. Laat het een tijdje komen en gaan en vraag dan aan jezelf of er een ‘grondwoord’ is wat nu voor jou belangrijk is. ‘Proef’ of dit het woord is dat bij jou past, voor dit moment, en spreek het in jezelf uit. Neem dat woord op je verdere tocht mee, spreek het hardop uit, zacht, luider, zing het, hou het klein, laat het groeien, laat het volop klinken. Kortom: zoek naar jouw vorm voor dit woord, voor deze klank.

Aan het eind van de wandeltocht laat je het woord nog eenmaal klinken. Bedank het voor wat het je bracht en laat het daarna los.

Klanken van Liefde

Luister naar het riet.

Rietveld met je mooie klank,

jij verovert ons hart en schenkt ons

vreugde.

Een warme adem breng je ons

en je houdt de koude bij ons vandaan.

Jij bent volkomen vrij van innerlijke

ketenen.

Jij maakt een verontrust hart en een

verontruste ziel leeg.

Voor iedereen maak jij een beeld van

de geliefde.

Ongeletterd ben je, maar in werkelijkheid

een beeldend kunstenaar

Vorm van de universele waarheid,

tot welke toonaard behoor je?

Kom uit de rietfluit tevoorschijn

als de zoetheid van suiker.

(Gedeelte uit ‘Luister naar het riet’, Diwan, Ode 2994)

In de titel van dit lied ligt, evenals in de tekst waar we mee begonnen, een bijzondere opdracht waar we wellicht snel over heen lezen: Luister!

Luister aandachtig naar het riet. Hoe moeilijk is het niet om je eigen verhaal en interpretaties los te laten en echt de ander, het andere, te ontvangen. Om het lied van de rietfluit te laten klinken, vrij van jouw eigen lied. In deze meditatieoefening proberen we ons vrij te maken om ontvankelijk te worden voor dat wat werkelijk in ons wil klinken.

Zoek een rustige plek en begin met het aansteken van een kaars. Zing of spreek (als je de melodie niet kent):

Neem mij aan zoals ik ben

zuiver uit wie ik zal zijn

druk uw zegel op mijn ziel

en leef in mij. (Iona)

Zit een tijd in stilte, in een ontspannen, geconcentreerde houding. Lees vervolgens rustig hardop bovenstaande tekst, laat de woorden in je bezinken en lees ze daarna nog een keer.

Bedenk dat de mooie, zuivere melodie van de rietfluit komt omdat hij leeg is van binnen. In het riet bestaat niets behalve het verlangen om klank te worden. Neem deze gedachte in je mee, probeer te voelen hoe het zou zijn als jij van binnen leeg was. Klaar om te ontvangen, gevuld (vervuld) te worden. Volg je ademhaling, hoe de lucht vanzelf naar binnenstroomt en haar weg zoekt in jouw longen, in jouw lijf. Als een fluit die volstroomt. Vol met het vuur van liefde dat een weg wil vinden, dat klank wil worden. Beëindig de meditatie met een kort gebed en luister naar muziek die jou dierbaar is. En als je wilt: zing of dans mee!

Literatuur

Roemi, Licht op Licht – Dichterlijk dansen met God, Bloemlezing vertaald uit het Perzisch door Sipko A. den Boer, Synthese, Rotterdam, 2010.

Lex Boot, Kleine gids voor christelijke meditatie, Boekencentrum, Zoetermeer, 2012.

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken