Menu

Basis

De monoculturele zondagmorgenkerk

Tegenwoordig is het christelijk landschap in Nederland multicultureel en veelkleurig, maar het is een feit dat een groot deel van de geloofsgemeenschappen monochroom en monocultureel is. Is dat ‘een tragedie’, zoals Martin Luther King jr. zei?

Voor dit nummer vroegen we Willem van ’t Spijker, predikant in de Christelijke Gereformeerde Kerken, en Hans Euser, kerkplanter van het International Christian Fellowship, in te gaan op de stelling: ‘Het is een probleem voor de kerk dat zondagochtend het meest gesegregeerde moment van de week is.’ Deze stelling is gebaseerd op een beroemde uitspraak van dr. Martin Luther King jr., die in 1960 de iconische woorden sprak:

‘I think it is one of the tragedies of our nation, one of the shameful tragedies, that eleven o’clock on Sunday morning is one of the most segregated hours, if not the most segregated hours, in Christian America.’

Van ’t Spijker geeft de voorzet en Euser neemt het stokje in reactie van hem over.

Zou het oecumenisch palet niet veel rijker moeten zijn?

Als ik op zondagmorgen op een preekstoel van een van de Christelijke Gereformeerde Kerken (CGK) sta, zie ik in de regel kerkgangers met een blanke huidskleur voor mij. In sommige kerken zitten er naast blanke ouders gekleurde kinderen. Geadopteerd. Sinds het begin van deze eeuw zijn er een paar kerken die multicultureel zijn. Daar kijkt een regenboog van kleuren je aan. Maar over het algemeen zijn de CGK monochroom en monocultureel. Net zoals zoveel andere Nederlandse kerken en gemeentes. En op diezelfde zondag komen op andere plaatsen – of soms op andere tijden in hetzelfde kerkgebouw! – gemeentes van andere kleur en cultuur samen.

Is dat een shameful tragedy in christelijk Nederland, zoals Martin Luther King jr. dat zei over ‘christelijk Amerika’? Allereerst moeten we zeggen dat vanuit historisch perspectief er geen parallel te trekken is met de Verenigde Staten van Amerika. Zeker, Nederland heeft een kwalijke rol gespeeld als transporteur van honderdduizenden Afrikanen uit allerlei Afrikaanse landen, die bij aankomst op de slavenmarkten in de Amerika’s hun identiteit helemaal verloren. En Nederlanders in Amerikaanse landen hebben meegedaan in de ontmenselijkende bejegening van Afrikaanse slaven. Maar de situatie waar King jr. in opgroeide en leefde was er een die totaal verschillend was en is van de Nederlandse situatie.

Toch kan vanuit twee perspectieven de situatie van monochrome en monoculturele kerken zoals de Christelijke Gereformeerde Kerken een shameful tragedy genoemd worden.

Het lichaam van Christus op aarde is veelkleurig

Het eerste perspectief is een oecumenisch perspectief. Sinds 1947 kenden de CGK een commissie met als opdracht te werken aan eenheid van gereformeerde belijders in Nederland. Van 2007 tot 2016 was ik voorzitter van die commissie. In die tijd ontmoette ik niet alleen veel vertegenwoordigers van andere kerken die zichzelf op een of andere manier gereformeerd noemden, ik trof ook veel vertegenwoordigers van migrantenkerken. Vaak heb ik gedacht: waarom moeten we ons beperken tot gereformeerden in Nederland? Zou het oecumenisch palet niet veel rijker worden wanneer Nederlandse gereformeerden geconfronteerd zouden worden met Christus-gelovigen uit allerlei culturen en kleuren? Dat gebeurde hier en daar wel. Ik noemde al dat sinds het begin van deze eeuw er hier en daar een paar multiculturele kerken binnen de CGK zijn ontstaan. Dat ging schuren.

Heerlijk om alvast te oefenen voor later

Het leverde ‘spanningen’ op, zo is te lezen in synodeverslagen. Die multiculturele gemeentes – we noemen ze ‘zendingsgemeentes’ – zouden dan ook, zo werd geopperd tijdens de synode in 2010, ‘ondergebracht moeten worden in een apart kerkverband, in een moeder-dochterrelatie met het verband van de Christelijke Gereformeerde Kerken, vergelijkbaar met wat we kennen van het zendingsveld’ (Acta GS 2010, 97). De suggestie van de synodecommissie die hiermee kwam had binnen de synode zelf – gelukkig, zeg ik – geen schijn van kans. Het zou een brevet van onvermogen zijn voor onze kerken, die door zo’n apart kerkverband ‘de heilzame inbreng vanuit de zendingsgemeenten in ons verband’ zouden gaan missen. Een shameful tragedy zou het zijn geweest. Het zou lijken of je als CGK alleen kunt samenleven met mensen die niet alleen net zo denken als jijzelf (en dus ook CGK zijn, want in andere gereformeerde kerkverbanden vinden we zaken die we met een vergrootglas zo uitvergroten dat ze ‘onverenigbaar’ worden geacht), maar die ook nog eens dezelfde Nederlandse cultuur hebben. Dus die het aankunnen om een uur of anderhalf stil te zitten en die niet met hun hele lijf, dansend en jubelend, God willen grootmaken. Vanuit het perspectief dat het lichaam van Christus op aarde veelkleurig is, is het tragisch dat er in Nederland zo veel monochrome en monoculturele gemeentes zijn.

Er is nog een tweede perspectief: dat van de toekomst die Johannes te zien krijgt in Openbaring 7. De opgestane Christus toont aan Zijn dienstknecht wat het toekomstbeeld is van de gemeente die op dat moment heftig vervolgd wordt. Dat beeld is een onafzienbare menigte, die niet te tellen is, uit alle landen en volken, van elke stam en taal. Orthodoxe christenen – en zo willen christelijkgereformeerden zichzelf graag zien – geloven stellig dat dit toekomstbeeld realiteit wordt. Ooit hoorde ik een collega kritiek uiten op het beeldend spraakgebruik van Willem Barnard in zijn lied bij Openbaring 21:1-4, waar hij over Jeruzalem spreekt ‘zoals het in Gods dromen vanouds moet zijn geweest’. Volgens mijn collega was dat woord ‘droom’ volstrekt misplaatst, want wat God met de toekomst voorhad, was absoluut geen droom! Welnu, als de Opgestane dan aan Zijn dienaar laat zien dat er een onafzienbare menigte komt ‘uit alle landen en volken, van elke stam en taal’, dan zou het toch heerlijk zijn om in een niet-monochrome en niet-monoculturele kerk alvast wat te oefenen voor later? Ik zou willen zeggen met variatie op de woorden van King jr.:

‘It is a shame that we do not take the opportunity at eleven o’clock on Sunday morning to experience and practice what it is going to be, to be united before the throne and for the Lamb.’

Willem van ’t Spijker is predikant en zendingsconsulent van de Christelijke Gereformeerde Kerken (CGK). Hij en zijn gezin werkten namens de CGK zesenhalf jaar in Zuid-Afrika. Hij is voorzitter van het bestuur van de Nederlandse Zendingsraad.

Het kan niet anders of de kerk krijgt kleur

Zondagochtend, 11 uur. Je wordt hartelijk begroet door iemand uit Curaçao. Koffie wordt aangereikt door een Iraanse vrouw. Je beluistert een welkomstwoord van een Britse zuster. Een Congolese jongedame leidt de aanbidding. Je zingt liederen mee in Farsi, Arabisch, Frans, Engels en Nederlands. Er klinken gebeden uit de zaal in verschillende talen. Een Koerd bespeelt de baglama. De preek wordt gehouden in langzaam en eenvoudig Nederlands. In de rijen wordt er vertaald voor wie het anders niet kan volgen. Na afloop neem je deel aan een gespreksgroep waarin de preek wordt besproken met iemand uit Mongolië, Suriname en Indonesië. Uiteindelijk proef je van de potluck maaltijd waar zelfs de arme Poolse zuster aan heeft bijgedragen met een trosje druiven.

Zondagochtend is voor de International Christian Fellowship (ICF) van Veenendaal het meest geïntegreerde moment van de week. En rond hetzelfde uur gebeurt iets soortgelijks op talrijke andere plaatsen in Nederland. Wat zit daar achter? Waarom streven deze gemeenten naar culturele diversiteit? Als we die vraag beantwoorden, is meteen duidelijk waarom monocultureel kerk-zijn (kerkelijke segregatie) problematisch is.

Allereerst, toen God mensen schiep maakte Hij hen naar Zijn beeld, niet alleen die ene man en vrouw, maar de gehele mensheid. Willen we God kennen, dan hebben we alle heiligen nodig (Efeziërs 3:18). Afrikanen, Aziaten en Arabieren weerspiegelen met elkaar Gods grootheid.

Willen we God kennen, dan hebben we alle heiligen nodig

Vervolgens heeft de Zoon iedere vorm van etnocentrisch denken doorbroken. Israël is wel het eerste, maar niet het enige volk dat welkom is in het Koninkrijk. Paulus begreep dat goed en verkondigde schaamteloos – precies het tegenovergestelde van de shameful tragedy waar King jr. op doelde – dat het goede nieuws bedoeld is voor ieder die gelooft, eerst voor de Jood en ook voor de Griek (Romeinen 1:16). Ten slotte, de Geest dringt aan op grensoverschrijdend getuigenis; van Jeruzalem via Judea en Samaria naar de hele wereld (Handelingen 1:8). Hij stuwde Gods missie voort, toen en nu nog steeds. Het kan gewoon niet anders of van Hem vervulde gelovigen willen de mensen om zich heen bereiken, ongeacht hun afkomst.

De Nederlandse samenleving is in de afgelopen decennia steeds diverser geworden. Bijna een kwart van de bevolking heeft een migratieachtergrond. Prognoses wijzen uit dat dit in veertig jaar zal groeien naar zo’n veertig procent. En dat beperkt zich niet tot de grootste steden. Inmiddels zijn er zeventig plaatsen in het land waar meer dan 10.000 migranten wonen. Zelfs de kleinste dorpjes merken hier de invloed van.

Groeien naar dat prachtige visioen van Johannes

Als we ergens kunnen groeien in geloof, gemeenschap en getuigenis, dan is dat wel in Nederland. Ontmoeten we geloofsgenoten van andere culturen en lezen we met elkaar de Bijbel, dan verrijkt dat ons Godsbeeld en geloof. Gaan we ook ons leven delen met elkaar, dan leren we de kracht van een inclusieve gemeenschap kennen. En dat strekt zich vervolgens in woord en daad uit naar de volkeren om ons heen. Buiten de eigen comfortzone, juist daar ervaren we de kracht van Gods Geest.

Intercultureel kerk-zijn is dus niet alleen mogelijk, het is zelfs wenselijk of beter gezegd: noodzakelijk. Zoals Willem van ’t Spijker schrijft:

‘It is a shame that we do not take the opportunity at eleven o’clock on Sunday morning to experience and practice what it is going to be, to be united before the throne and for the Lamb.’

l geen ruimte voor monoculturele kerken? Zijn de zogenaamde interculturele kerken per definitie beter bezig? Het kan helpen om een schaalverdeling te maken. Aan de ene zijde: de monocultuur van de Hof van Eden; naast Adam en Eva was er geen andere cultuur op aarde. Aan de andere zijde: het interculturele Jeruzalem, waar volken, stammen, talen en natiën in eenheid rond de troon van het Lam aanbidden. En daar tussenin de kerk. Zuiver monoculturele kerken zijn er nauwelijks meer te vinden in ons land, al is het maar vanwege die ene geadopteerde jongen. Maar volmaakte interculturele gemeenten, met gelijkwaardige en wederkerige relaties, zijn er evenmin. De uitdaging aan ieders adres is gelijk: hoe kunnen wij groeien en welke stap kunnen wij nog zetten, persoonlijk en als gemeente, in de richting van dat prachtige visioen van Johannes? Je hoeft niet van het ene naar het andere uiterste te springen, maar je kunt wel een geleidelijke groei stimuleren. Als we elke dag het gebed nabidden dat Jezus ons leerde – ‘Laat Uw koninkrijk komen … op aarde zoals in de hemel’ – dan kan het niet anders of de kerk krijgt kleur.

Hans Euser geeft samen met zijn vrouw Carolien leiding aan Intercultural Church Plants, een organisatie die geloofsgemeenschappen traint en toerust in intercultureel kerk-zijn.

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken