De paarden van koning Salomo
De Hebreeuwse Bijbel kent vier passages waarin gesproken wordt over ‘paarden van Salomo’. Daarbij vormen 1 Koningen 5:6 en 2 Kronieken 9:25 een koppel, 1 Koningen 10:26 en 2 Kronieken 1:14 het andere.1We kiezen 2 Kronieken 1:14-17 als startpunt. Deze passage fungeert in de opzet van het boek Kronieken heel duidelijk als het onomstotelijke bewijs dat God alle extra toezeggingen die hij in 1:12 tijdens de nachtelijke verschijning aan Salomo heeft gedaan (‘rijkdom, schatten en eer’) daadwerkelijk is nagekomen.