Menu

Basis

De theodiceevraag in de praktijk

De scriptie

Sandra Pos
Een antwoord op het lijden. De theodiceevraag in de praktijk

Opleiding: Bachelor Theologie Beroepsproduct Systematische Theologie Fontys Hogeschool Theologie Levensbeschouwing

Begeleiders: Eric Luijten

Voor de hbo-theoloog is de praktijk de inspiratiebron voor de theologie. De theologische vragen die door de praktijk worden opgeroepen leiden tot theologisch onderzoek en verdieping. Hiermee keer je terug naar de praktijk. De plek waar je werkt, is zo de ruimte waar de theologie tot leven komt.

In de afrondende fase van de studie maken beroepsproducten de vaardigheden zichtbaar die een hbo-theoloog dient te bezitten. Voor het vak Systematische Theologie is dat een beroepsproduct waarin je onderzoek doet op de werkplek, een probleemstelling formuleert en vervolgens literatuuronderzoek doet. De uitkomst hiervan wordt omgezet in praktische handvatten en richtlijnen voor de praktijk waar het probleem zich voordoet. In dit artikel vertel ik welk probleem ik in de praktijk tegenkwam, hoe ik dit onderzocht en welke vraagstelling hieruit voortkwam. Vervolgens wil ik u meenemen in mijn literatuuronderzoek van het theologische thema, om tot slot te laten zien tot welke handvatten dit leidde voor de praktijk.

De vraag naar het lijden

Geestelijk verzorgers worden regelmatig geconfronteerd met de vraag naar het lijden, ook binnen de instelling voor verstandelijk gehandicapten waar ik werk. Mensen laten weten dat ze het moeilijk vinden om ziek te zijn of iets te mankeren. Zo is er een mevrouw met epilepsie die zich afvraagt waarom zij deze ziekte heeft. De dagen zijn voor haar onvoorspelbaar en zij bidt iedere avond om de volgende dag een goede dag te mogen ervaren zonder aanval. Een man van vijftig verlangt al heel lang naar een relatie met een vrouw en lijdt onder het gemis ervan. Kan God hem geen vriendin geven? Wanneer mensen vragen waarom God niets doet, dan vind ik dat een lastige vraag om te beantwoorden. De vraag die naar voren komt in de contacten met bewoners is dus: waarom is er leed in de (mijn) wereld en wat is de rol van God hierin?

In een overleg leg ik mijn moeite met deze vraag voor aan de andere geestelijk verzorgers. Hoe gaan zij met deze vraag om? Er komen uiteenlopende antwoorden naar voren, waaruit blijkt dat ook zij geregeld om een goed antwoord verlegen zitten en worstelen met de vraag. Ik besluit om met deze vraag literatuuronderzoek te doen, maar ook om een verdieping in de vraag aan te brengen.

De vraag naar het lijden wordt bij bovenstaande voorbeelden immers niet gesteld vanuit een theologisch dispuut, maar wordt gesteld in de setting van een pastoraal gesprek. Er ligt een diepere laag onder de vraag naar het lijden, een bestaansvraag, namelijk: deze vraag over het lijden betreft mij en mijn persoonlijke leven. En er zijn vaak onuitgesproken verlangens die in één zin samengevat kunnen worden: ‘Telt het voor jou dat dit hier bij mij almaar weer zo gaat, pijn doet en stoppen moet?’ (Beurskens & Linde 2019, 124).

De onderzoeksvraag luidt daarom: Hoe ga je als geestelijk verzorger om, binnen de setting van een pastoraal gesprek, met de vraag: waarom is er leed in mijn leven en welke rol speelt God hierin? Daarnaast wil ik weten welke houding er van de geestelijk verzorger wordt verlangd, gezien het pastorale karakter waarin de vraag gesteld wordt.

De theodicee-vraag

Het eerste deel van de vraag is een vraag die al lang bestaat. Het is de theodicee-vraag. Is het lijden in het leven te verenigen met Gods rechtvaardigheid? Om deze vraag te kunnen beantwoorden ging ik te rade bij de theologen Sesboüé, Van den Brink en Van der Kooi. Hieronder volgt een samenvatting van dit onderzoek.

Het lijden is onderdeel van ons kwetsbare bestaan, we krijgen er vroeg of laat allemaal mee te maken. God geeft ons geen verklarend antwoord op de vraag waarom we moeten lijden, maar is altijd aanwezig, ook in onze pijn, verdriet en zorg. Die aanwezigheid is belangrijk. Het christendom verwijst naar Jezus bij Wie we troost mogen vinden. Tegelijkertijd geeft Hij door zijn leven ook aanwijzingen hoe we met het lijden van andere mensen om kunnen gaan. Jezus werd bewogen door medelijden.

Riemersma schrijft in zijn boek Het Lucasevangelie onder de loep (2018) dat die bewogenheid, de geraaktheid, onderdeel is van de beweging van barmhartigheid. Medelijden is slechts één van de betekenissen van het woord barmhartigheid. Andere betekenissen zijn: compassie, ontferming, bewogenheid, erbarmen en deernis (Riemersma 2017).

Barmhartigheid is in het Oude Testament vooral een eigenschap van God. In het Nieuwe Testament wordt die eigenschap ook de mens toegedicht. Zo staat in Lucas 6:36: ‘Word barmhartigen zoals jullie Vader barmhartig is.’ In het verhaal van de barmhartige Samaritaan onderscheidt Riemersma vier onderdelen in het barmhartig handelen (2018): zien, diep geraakt worden, erbij komen, zich ontfermen.

Deze vier elementen van de beweging van barmhartigheid bieden geen cognitief antwoord op het lijden. Hier wordt theologie juist praktisch. Het laat zien hoe we aanwezig kunnen zijn in het leven van een bewoner. Deze vier elementen kunnen we toepassen op de vraag vanuit welke houding we als geestelijk verzorger kunnen handelen.

Die vier elementen van barmhartigheid sluiten naadloos aan bij de presentietheorie. Deze theorie, ontwikkeld door A. Baart, gaat over relationeel werken. In het Praktijkboek Presentie (2019) leggen de schrijvers uit dat we geneigd zijn om problemen te willen oplossen. Maar het oplossen van een probleem komt vanuit een buitenperspectief en het begrip lijden zegt iets over het binnenperspectief, de ervaring. Dít is wat het voor die persoon betekent om gehandicapt te zijn of in een rolstoel te zitten.

Deze manier van werken vraagt dat de geestelijk verzorger met het lijden van een ander om kan gaan. Dan blijven we bij de bewoner aanwezig, present en luisteren we naar zijn of haar ervaring. Wanneer we ons zouden laten verleiden enkel een cognitief antwoord te geven, dan nemen we juist afstand tot de ander. Het is belangrijk om de betekenis van de vraag naar het lijden en naar God in het leven van deze mens op dat moment te willen zien. Met de presentie krijgen ontferming en barmhartigheid vanzelf gestalte wanneer we ons erin oefenen telkens werkelijk aanwezig te zijn.

Handreiking naar de praktijk

Voor geestelijk verzorgers vertaalde ik op basis van dit onderzoek de vier elementen uit de beweging van barmhartigheid naar praktische handreikingen om pastoraal met de vraag naar het lijden om te kunnen gaan. Tot slot wil ik er hier een aantal van noemen.

Zien

Wees aanwezig waar je bent, met je hoofd en je lijf in het hier en nu. Alleen vanuit een open en ontspannen houding kunnen we de ander werkelijk zien.

Diep geraakt worden

Het lijden van de ander doet ook iets met mij. Gevoelens als machteloosheid, boosheid en verdriet komen tevoorschijn als ik bij de ander blijf met mijn aandacht. Wanneer je deze gevoelens toelaat, je laat raken door de ander, ontstaat de ruimte om de ander naderbij te komen, in plaats van toegeven aan de neiging ons van de lijdende mens af te keren.

Erbij komen

We mogen de neiging leren onderdrukken om de ander die lijdt te willen stillen of af te leiden door de aandacht op iets anders te richten. Het helpt om te leren het leed van een ander te verdragen en er te laten zijn. Zoiets gaat makkelijker wanneer je je eigen lijden ook onder ogen kunt komen.

Zich ontfermen

Ontferming is de laatste stap en die krijgt gestalte door de geraaktheid en de bereidheid bij het leed van de ander te verblijven. Wanneer we kijken naar het verhaal van de barmhartige Samaritaan zien we dat de geraaktheid van de Samaritaan als vanzelf leidde tot het juiste handelen. Wees bereid te doen waar de ontmoeting met het lijden van een ander om vraagt.

Op deze handreikingen is door collega’s enthousiast gereageerd. Het idee is om binnen onze intervisie deze handreikingen, als oefening, regelmatig te doen.

Sandra Pos is vierdejaars student Theologie aan Fontys Hogeschool Theologie Levensbeschouwing in Utrecht. Zij is werkzaam als geestelijk verzorger bij Ipse de Bruggen en is psychodynamisch therapeut.

Literatuur

Baart, A. (2004). Een theorie van de presentie (3de ed.).

Amsterdam: Boom Lemma.

Beurskens, E., & Linde, M. (2019). Praktijkboek presentie

(1ste ed.). Bussum: Coutinho.

Brink, G., Kooi, C., & van der Kooi, C. (2012). Christelijke dogmatiek. Zoetermeer: Boekencentrum.

Riemersma, N. (2007). Barmhartigheid in de Bijbel. https://www.nicoriemersma.nl/

Barmhartigheid_in_de_Bijbel_1.pdf

Riemersma, N. (2018). Het Lucasevangelie onder de loep (1ste ed.). Middelburg: Skandalon.

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken