Menu

Basis

De verbeelding van Jona

Hebreeuwse tekst die wordt uitvergroot met een loep

Klaas Spronk is hoogleraar Oude Testament aan de Protestantse Theologische Universiteit Amsterdam.

Het verhaal van Jona spreekt tot de verbeelding. Wie het kent heeft er ook een plaatje bij. Voor de meesten zal dat betrekking hebben op het moment dat Jona in de vis terecht komt, doorgaans voorgesteld als een soort walvis. In de geschiedenis van de kunstzinnige uitleg zijn ook heel andere accenten gezet. In de nu volgende bijdrage worden enkele daarvan belicht: van een relaxte profeet tot een overlevende van de holocaust, van catacomben tot kansels en deurknoppen.

De relaxte profeet

In de oud-christelijke kunst zoals we die kennen uit de Romeinse catacomben in de derde en vierde eeuw, blijkt het verhaal van Jona heel geliefd te zijn. In de catacomben zijn er 57 taferelen over Jona bekend. Bij de sarcofagen is het met 171 afbeeldingen zelfs het meest weergegeven bijbelverhaal. Naast de bekende scènes van Jona die in zee geworpen wordt, en Jona die wordt opgeslokt dan wel uitgespuwd door de vis, valt vooral de aandacht op voor Jona die onder de boom of struik zit. In het verhaal van Jona is dat het moment waarop hij in afwachting is van de vervulling van zijn voorspelling dat Nineve verwoest zal worden. Het is de opmaat voor de les die Jona nog moet leren, namelijk dat God genadiger is dan Jona gedacht en gehoopt had. In de catacomben lijkt men echter een heel ander accent te leggen. Dat is goed te zien aan de weergave van het verhaal van Jona op een sarcofaag uit de derde eeuw. We zien daarop hoe Jona in zee wordt geworpen, wordt opgeslokt en uitgespuwd en uiteindelijk lekker ligt uit te rusten, geheel naakt, onder een pompoenstruik. Het heeft er alle schijn van dat Jona hier uitbeeldt wat de verwachting is voor degene die is bijgezet in de sarcofaag. In alle rust wacht hij/zij het oordeel van God af. In het bijbelverhaal verwacht Jona het vernietigende oordeel over Nineve. In de afbeelding op de sarcofaag lijkt er daarentegen eerder sprake te zijn van de verwachting van de hemelse zaligheid.

De les die Jona nog moet leren, is dat God genadiger is dan Jona gedacht en gehoopt had.

De andere taferelen die zichtbaar zijn, versterken deze positieve associatie. Linksboven zien we de opwekking van Lazarus door Jezus. Rechtsboven zien we Jezus als de goede herder. Onder beide taferelen staan afbeeldingen die duiden op overvloed: links een kruik (met wijn?) die aan boord van het schip wordt gebracht, en rechts een vader die met zijn zoon aan het vissen is. Boven de vis zien we Mozes en het wonder van het water bij Massa en Meriba. Naast de vis is ook nog Noach afgebeeld die in de ark staande de olijftak van de duif pakt.

Hoezeer men gewend was aan dit beeld van de profeet blijkt ook uit een fraai marmeren beeld uit het eind van de derde eeuw. Het is ongeveer een halve meter groot en onderdeel van een serie van vier van zulke beelden. Mogelijk versierden ze een vijver. Opnieuw zien we de profeet ontspannen liggen onder een weelderige struik, gekleed deze keer.

De populariteit van dit tafereel van Jona die onder de pompoenstruik ligt, verklaart ook waarom Augustinus zo’n ophef maakte over de nieuwe vertaling door Hieronymus met ‘klimop’. Het ging blijkbaar om meer dan een vertaaltechnisch probleem. Het is boeiend te zien hoe Jona op soortgelijke manier wordt afgebeeld in de islamitische traditie. Zesmaal wordt Jona in de Koran genoemd. Sura 10 draagt zelfs zijn naam. In een Perzische afbeelding uit de 14e eeuw zien we hem ontspannen liggen, geheel naakt, te midden van lotusbloemen. Hij lijkt niet getraumatiseerd te zijn door zijn verblijf in de vis, die er ook zeer vriendelijk uitziet.

In het Nieuwe Testament wordt het verhaal over Jona in de vis uitgelegd als voorafschaduwing van Jezus’ dood en opstanding (Matteüs 12,38-42; 16,4 en Lucas 11,29-32). Zo wordt het ook afgebeeld in de zogenaamde Armenbijbels (Biblia Pauperum). Dat zijn boeken uit de late Middeleeuwen waarin de gebeurtenissen uit het leven van Jezus in verband worden gebracht met verhalen uit het Oude Testament. De verhalen worden in afbeeldingen naast elkaar gezet. De naam Armenbijbels is gebaseerd op het veelvuldig gebruik van die afbeeldingen. Het suggereert dat ze bedoeld waren voor ongeletterden, die dan op hun beurt weer werden geassocieerd met armoede. De afbeeldingen worden echter uitgebreid in omringende teksten toegelicht. Bovendien gaat het om boeken die het budget van gewone mensen verre te boven gingen.

In het vaste repertoire van de Armenbijbel komt Jona twee keer voor: als hij opgeslokt wordt, en als hij wordt uitgespuwd. In het eerste geval wordt het geassocieerd met het moment waarop Jezus in het graf wordt gelegd (afbeelding 5). De andere oudtestamentisch scène op deze bladzijde is die waarin Jozef in de put wordt gegooid door zijn broers. De hier weergegeven afbeelding staat in de Codex Palatinus latinus 871, een Duits handschrift uit de vijftiende eeuw. Het wordt bewaard in de Vaticaanse bibliotheek. Het is een mooi, gekleurd exemplaar en heeft een vriendelijke uitstraling. De meeste personen in de oudtestamentische scènes staan er glimlachend bij. Zelfs Jona en Jozef lijken hun toestand niet al te somber in te zien. In de vier cirkels die de centrale gebeurtenis uit het evangelie omgeven zien we linksboven David met een tekst in het Latijn (met onderaan de linker tekstkolom een Duitse vertaling) uit Psalm 76,3: ‘er is voor hem plaats gemaakt in vrede en zijn woning in Sion’ (de Latijnse versie wijkt hier af van het Hebreeuws). Daarnaast citeert Salomo uit Hooglied 5,2: ‘Ik sliep maar mijn hart was wakker’. Linksonder profeteert Jesaja (11,10): ‘Zijn graf werd heerlijk’ en rechtsonder profeteert Jakob (Genesis 49,9): ‘Rustend zal hij slapen als een leeuw en als een leeuwin, die niemand durft te wekken’. In de bladzijde bij de opstanding (afbeelding 6) zien we behalve Jona die in gebed, met gevouwen handen, uit de vis komt, links Simson afgebeeld. Hij draagt de poortdeuren van Gaza op zijn rug (Rechters 16,3) als verwijzing naar Jezus, die de poort van het dodenrijk heeft geopend. Koning David (deze keer met kroon) had er al over gezongen: ‘God is ontwaakt als een geweldige geladen met wijn’ (Psalm 78,65). Jakob verwees er al naar toen hij zei: ‘Het leeuwenkind is Juda, mijn zoon’ (Genesis 49,9). Linksonder profeteert Hosea: ‘Op de derde dag zal hij ons doen opstaan en wij zullen weten en hem volgen’ (6,3). Daarnaast staat Sefanja: ‘Op de dag van mijn opstanding zal ik de heidenen verzamelen’ (3,8).

Wat opvalt is dat Jona hier geheel naakt is. In de eerdere afbeelding was te zien dat hij in vol ornaat in de vis verdween. Dit verschil wordt nog versterkt door het contrast met de andere afgebeelde persoon. In de eerste afbeelding zien we Jozef naakt, in de tweede Simson gekleed; beide keren dus in tegenstelling tot Jona. De verandering bij Jona symboliseert zijn wedergeboorte. Hij is een ander mens geworden.

Het verhaal over Jona in de vis wordt in het Nieuwe Testament uitgelegd als voorafschaduwing van Jezus’ dood en opstanding.

In de verwante uitgave Speculum Humanae Salvationis (Spiegel der menselijke zaligheid) uit 1450 staat het ook tamelijk expliciet uitgebeeld. Het sluit aan bij de manier waarop de relaxte profeet in de eerdergenoemde afbeeldingen in de catacomben van Rome is weergegeven. We vinden het ook terug in de doopliturgie. Een moderne tegenhanger van deze verbeelding van Jona is te zien in het aangrijpende schilderij van Eugene Abeshaus uit 1979. Hij verbindt de scène over Jona die uit de vis komt, met het verhaal van de Joden die de holocaust overleefd hebben en nu hun toevlucht zoeken in Palestina. Hier is Jona niet naakt, maar gekleed. Bepakt en bezakt staat hij op de trede, aarzelend of hij verder zal gaan. Het tekent hem als iemand die helemaal niet onbevangen en herboren een nieuw begin maakt. Hij torst een zwaar verleden met zich mee.

De prekende profeet

Het bijbelverhaal vertelt heel veel over de reis van Jona en over zijn gesprekken met God. Over de preek die hij in Nineve gehouden heeft, en die grote indruk blijkt te hebben gemaakt, lezen we daarentegen bijzonder weinig. Slechts één regel is eraan gewijd (3,4). Jona is ook in de kunstzinnige verwerking van zijn verhaal weinig als prediker afgebeeld. Een uitzondering vinden we in de eerdergenoemde beeldengroep uit de derde eeuw (afbeelding 9). Wat men wel vaak ziet, is dat Jona biddend of prekend uit de vis tevoorschijn komt. Op veel iconen heeft hij daarbij een papierrol in zijn hand. Daarop zou men de tekst kunnen vermoeden van het lied dat hij in het binnenste van de vis zong. Het zou ook de tekst van de nog te houden preek kunnen zijn. Opmerkelijk genoeg lijkt dit tafereel sommige bouwers van preekstoelen te hebben geïnspireerd. Zij gaven de preekstoel de vorm van een vis en suggereren daarmee dat de predikant die vanaf die plaats het woord richt tot de gemeente, vergeleken kan of moet worden met Jona. Mooie voorbeelden daarvan zijn vooral in Oost-Europa te vinden. Jona is hier dus niet afgebeeld. De hoop is gevestigd op zijn opvolgers. Op de preekstoel van de Groote Kerk in Maassluis heeft de knop van de deur die de predikant de toegang tot de preekstoel verschaft, de vorm van Jona en de vis. Ook dat ziet men vaker, maar dan bij de ingang van het kerkgebouw, bijvoorbeeld in de St. Sebastiankerk in Magdeburg (afbeelding 14). Het symboliseert hoe de vis Jona de juiste richting wijst. Zo wijzen zij samen de voorbijganger de juiste weg: de kerk in.

Literatuur

• Uwe Steffen, Das Mysterium von Tod und Auferstehung: Formen und Wandlungen des Jona-Motivs (Göttingen: Vandenhoeck & Ruprecht, 1963).

• Idem, ‘Jona und der grosse Fisch: im Judentum, Christentum und Islam.’ Deutsches Schiffahrtsarchiv 18 (1995): 69-92 (met veel afbeeldingen; ook op internet beschikbaar).

• Klaas Spronk, ‘Hoe Jona de vis uit kwam.’ ACEBT 22 (2005): 91-100.

• James W. Limburg, ‘Marc Chagall’s Jonah Drawings: The Bible as Picture Book.’ Word & World 27 (2007): 174-184.

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken