Delen

Bij Lucas 3,7-18 / Lucas 3:7-18

Verhaal/gesprek

Nodig: zakjes/rolletjes snoep, stempel.

Deel het snoep uit aan de helft van de kinderen. De rest heeft dus niks. Zeg er verder niks over. Misschien gaan sommige kinderen delen, misschien ook niet.

Vertel daarna dit verhaal.

Meester Johan was een bijzondere meester. Hij gaf niet alleen sommen en schrijfwerk op, maar hij gaf ook andere opdrachten. Zo zei hij bijvoorbeeld dat je je eigen snoep moest delen met wie niks had. En als je nieuw speelgoed kreeg, dan moest dat ook.

Veel kinderen vonden het eigenlijk wel een mooi idee, die opdrachten van meester Johan. Het werd wat eerlijker in de wereld en daardoor voelden zij zich ook beter. Het was alleen wel erg moeilijk om het echt te doen.

Daarom bedacht meester Johan dat elk kind dat voortaan graag wilde delen met anderen, een stempeltje op zijn of haar hand kreeg. Steeds als ze iets voor zichzelf wilden pakken, zagen ze dat stempeltje en dan dachten ze: O ja, ik moet delen…

Vraag de kinderen wat ze van het verhaal vinden. Zou het werken, die opdrachten van meester Johan? Zouden ze mee willen doen? Eventueel kun je nu naar de snoepjes vragen en verwijzen naar wat er intussen wel of niet mee is gebeurd.

Een van de kinderen vroeg aan meester Johan of hij soms op Jezus wilde lijken. Die vond het ook fijn als mensen zouden delen. ‘Nee,’ zei de meester, ‘Jezus is veel beter dan ik. Die geeft geen stempeltjes en opdrachten. Jezus geeft liefde, waardoor mensen zelf ook willen delen.’

En nu is het tijd om de snoepjes te eten. De kinderen die nog niks hebben, krijgen natuurlijk ook.

Idee

Vertel het verhaal van meester Johan en zamel de snoepjes die de kerkgangers bij zich hebben in. Aan het begin van (of halverwege) je overdenking laat je ze weer rondgaan… om eerlijk te delen!