Menu

Basis

Deuteronomium 33:27: van oudsher is God een schuilplaats, Zijn armen dragen u voor eeuwig

Hebreeuwse tekst die wordt uitvergroot met een loep

In de slotscène van zijn meest recent film First Reformed (2017) laat schrijver en regisseur Paul Schrader (geb. 1946) de apotheose van het verhaal samenvallen met een kerkdienst waarin een soliste zingt Leaning on the everlasting arms. Het lied wordt ingehouden gezongen, terwijl de finale scène die er doorheen gesneden is heftig en extatisch is.

Hoewel opgegroeid in de Christian Reformed Church, ontwikkelde Schrader een passie voor cinema. Hij werd filmrecensent, scriptschrijver en regisseur. Als student schreef hij een boek over de transcendental style in de film, waarin hij onderzocht hoe film het heilige tot uitdrukking kan brengen. Zelf waagde Schrader zich niet aan het maken van zo’n film. Hij werd bekend als scenarist van films als Taxi Driver, Raging Bull en The Last Temptation of Christ en als regisseur van onder meer American Gigolo; niet bepaald films die men direct zou verbinden met een Calvinistisch jeugd. Kort na zijn zeventigste besloot Schrader uiteindelijk toch zo’n transcendentale film te maken, met als onderwerp een getroebleerde predikant. First Reformed toont alle kenmerken van een slow movie of een film met een transcendentale stijl: lange takes, weinig beweging, ruimte voor dialogen, geen ondersteunende muziek. Pas aan het einde van de film ontstaat er beweging en horen we ook een gezongen lied als ondersteuning van de dynamische beelden: “What a fellowship, what a joy divine, leaning on the everlasting arms. What a blessedness, what a peace is mine, leaning on the everlasting arms. Leaning, leaning …”

‘Leaning’ is een klassieke ‘country gospel’ die door talloze artiesten vertolkt is, getuige de uitvoeringen op YouTube. Het lied, of de muziek, is ook verschillende keren gebruikt in Amerikaanse films en televisieseries. Er is zelfs een Guinness-reclame die de melodie gebruikt om de kijkers te verleiden tot het kopen van dit biermerk. ‘Leaning’ heeft een wat zoetige en evangelicale klank, die in de verte misschien te vergelijken is met een lied als ‘Veilig in Jezus’ armen’. Het lied dateert uit 1887. De coupletten van het lied zijn geschreven door Elisha Hoffman (1839-1929), een presbyteriaans predikant die meer dan tweeduizend geestelijke liederen gecomponeerd heeft. De muziek en het refrein zijn van Anthony Johnson Showalter (1858-1924), musicus en componist van gospelmuziek. Het is Showalters bekendste lied. Over het ontstaan van dit lied heeft Showalter gezegd dat hij brieven had ontvangen van twee oud-leerlingen die beiden hun vrouw verloren hadden. Zoekend naar woorden van troost gingen Showalters gedachten naar het fragment uit Deuteronomium 33:27.

Dit fragment aan het einde van het boek Deuteronomium vinden we in onze vertalingen in een hoofdstuk (33) met zegeningen van Mozes over de stammen van Israël. Hoofdstuk 34 beschrijft de dood van Mozes. In hoofdstuk 31 wijst Mozes zijn opvolger aan en zingt vervolgens een lied (hoofdstuk 32) dat hij van de HEER als een lering en waarschuwing voor Israël moet zingen. Hoofdstuk 33 is tussen het lied van Mozes en zijn dood geplaatst, een finaal intermezzo met zegeningen. Volgens een commentaar vormen de verzen 2-5 en 26-29 een hymnische omlijsting van deze zegeningen voor de kinderen van Israël, analoog aan Rechters 5, het lied van Debora en Barak. Showalter had blijkbaar goed gezien dat zijn troostwoorden een hymnisch karakter droegen: “The eternal God is thy refuge, and underneath are the everlasting arms.”

Het NBV vertaalt het als ‘zijn armen dragen u voor eeuwig’, wat iets explicieter is dan de Amerikaanse vertaling en ook dan het origineel. Het Hebreeuwse mittachat (mtch) komt alleen hier voor en betekent waarschijnlijk het uitspreiden of uitstrekken van armen. Ook het woord dat vertaald wordt met schuilplaats komt alleen in deze tekst voor. We hebben hier te maken met een unieke woordcombinatie, waarin we een parallel kunnen herkennen tussen schuilplaats en uitgespreide armen. Het woord dat vertaald wordt met armen (tzrōōt) betekent echter zowel onderarmen als misschien ook strijdkrachten. ‘Strijdkrachten’ zet de parallellie van de zinsdelen natuurlijk onder spanning, maar sluit wel aan bij de volgende zin: ‘Hij dreef uw vijanden op de vlucht en droeg u op: “Vernietig hem!”’ Het past ook bij de (mogelijk) tegengestelde parallellie in vers 29: ‘Hij is het schild dat u beschermt en het zwaard dat u triomfen brengt.’ Er is dus enige aanleiding om vers 27 niet al te zoetig te duiden, maar we begrijpen de verzoeking voor Showalter om de eeuwigheid van God te verbinden met bescherming, geborgenheid en veiligheid. Met welke problemen wij ook geconfronteerd wij zijn geborgen bij God, zo zou de boodschap kunnen luiden. Zelfs als de dood onze geliefden aan ons ontneemt, mogen we er op hopen dat zij gedragen worden in Gods armen van eeuwigheid tot eeuwigheid. En dat is misschien ook een passende belofte voor een afscheid nemende voorganger, zoals Mozes in Moab.

Als we echter zien hoe ‘Leaning’ als lied een eigen leven is gaan leiden in het American (evangelicale) songbook, dan moet het toch enigszins verbazen hoe een liedcultuur en alles wat daarin beleefd en daarop geprojecteerd wordt zo losgezongen geraakt lijkt van de oorspronkelijke tekst en zijn Sitz im Leben. Natuurlijk zijn er geen grenzen aan dichterlijke vrijheid en de volkszang trekt zich nog minder aan van de oorspronkelijke betekenis van Bijbelse woorden en zinnen. Onbeschroomd, om niet te zeggen ongegeneerd geven gelovigen zich in de volkszang over aan emoties en verlangens die al te menselijk zijn, maar doorgeschoven worden naar de Eeuwige. Soms kan ik met fenomenologische verbazing kijken en luisteren naar de teksten en vertolkingen in liederen die in het programma ‘Nederland zingt’ uit volle borst en met volle overgave meegezongen worden. Ware het niet dat mijn geloofsopvoeding in het ouderlijk huis mede gevormd is door deze liedcultuur, dan zou ik absoluut niet begrijpen wat mensen hieraan beleven en wat dit voor hen zou kunnen betekenen. Hoe kun je gelovig zwijmelen bij zo’n zoetgevooisd lied als ‘leaning’ als de oorspronkelijke tekst verwijst naar een context en setting die wel heel veel hermeneutische vertaalslagen vraagt om nog met elkaar in verbinding gebracht te worden? Maar ja, het gebeurt, en misschien is dat nu juist de kracht van de woorden uit de Schrift, zelfs in een hedendaagse film.

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken